“Wie vindt het nou niet leuk om zijn of haar ervaringen te delen met jonge mensen die onze toekomst gaan vormgeven? We moeten elkaar alleen nog weten te vinden”, zegt Ella Hueting, directeur van Fontys Hogeschool Engineering.
Het gebrek aan technisch talent laat zich niet alleen voelen bij de bedrijven die daar het hardst om schreeuwen, maar ook bij de technische opleidingen. En dat is extra zuur, omdat juist daar de sleutel tot een structurele oplossing ligt. Immers, als er onvoldoende docenten zijn, dan zal ook de aanwas van jong talent achterblijven bij de vraag. Het probleem wordt momenteel extra voelbaar omdat een andere wens – meer leerlingen die kiezen voor een technische vervolgopleiding in mbo, hbo en wo – inmiddels wél ingevuld wordt.
Dat is ook precies de reden waarom Ella Hueting de situatie een “luxe-probleem” noemt. “Begrijp me goed, het is wel degelijk een serieuze zaak, maar de oorzaak is eigenlijk een positieve. Onze studentenaantallen groeien jaar na jaar en we zijn goed op koers om ons doel – in 10 jaar tijd een verdubbeling van het aantal inschrijvingen, van 2500 naar 5000 – in 2025 te halen. Datzelfde geldt voor ons onderzoek, we halen goede resultaten, zowel inhoudelijk als wanneer het gaat om het genereren van extra middelen.”
Daarnaast krijgt Fontys meer geld voor initiatieven rond Leven Lang Ontwikkelen en het inlopen van de leerachterstanden als gevolg van Corona. Bovendien starten in 2022 in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven twee nieuwe technische masters en in samenwerking met het MBO een associate degree. “En dat alles betekent ook dat we extra mensen nodig hebben. Op 1 januari zijn er twintig vacatures, voor het merendeel bedoeld voor technische docenten.” Huetings faculteit is niet de enige met dit probleem: bij Fontys ICT zijn momenteel zelfs rond de vijftig open plekken.
Hybride docent
Hueting is realistisch: het gaat waarschijnlijk niet lukken om al die vacatures voor nieuwjaar ingevuld te hebben. En daarom wordt druk nagedacht over alternatieven. Bovenaan het lijstje: de hybride docent. “En echt niet alleen als noodoplossing, want om verschillende redenen kunnen hybride docenten een inhoudelijk welkome aanvulling bieden op ons docentenbestand. Neem onderdelen als regeltechniek, mechanica of embedded systems, daar hebben we echt de input nodig vanuit het bedrijfsleven zelf om onze studenten goed te kunnen voorbereiden op een baan in deze sectoren. Bovendien is het zowel voor onze studenten als voor het bedrijf waar deze mensen van afkomstig zijn een meerwaarde: de studenten horen uit eerste hand waar hun studie toe kan leiden en de hybride docent kan alvast eens polsen of er talenten voor het eigen bedrijf tussen zitten. Daarnaast leert de praktijk dat iedereen er blij van wordt om, bijvoorbeeld een dagje per week, studenten te begeleiden en de eigen kennis te delen met jonge leergierige mensen.”
Brainport Industries Campus
Zeker om die laatste reden vindt Hueting het jammer dat er nog relatief weinig hybride docenten actief zijn. “Ik weet zeker dat ze er zijn, ze moeten alleen nog even bekend raken met het fenomeen.” Ze heeft er ook contact over gezocht met Erik Veurink, directeur van Brainport Industries Campus, de plek waar ook Fontys Engineering een deel van het programma aanbiedt. “Juist daar zou het mogelijk moeten zijn om dwarsverbanden te creëren tussen bedrijfsleven en onderwijs.”
Veurink is het daar helemaal mee eens. “Er is natuurlijk al volop samenwerking over en weer, daar is ons hele concept op gebaseerd. Dat concentreert zich vooral op het gezamenlijk gebruik maken van apparatuur en grote machines, af en toe gastlessen of rondleidingen en makkelijke toegang tot elkaars netwerken. Wat dat betreft kun je zeggen dat we hier de gedachten rond triple helix – de samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs en overheid – elke dag in praktijk brengen. Maar er zijn altijd meer mogelijkheden en de hybride docent is er daar absoluut één van.”
Meisjes en techniek
Waar Hueting en haar collega’s van de technische opleidingen ook tegenaan blijven hikken is dat er nog steeds vrijwel alleen uit een mannelijke vijver kan worden gevist. In tegenstelling tot de meeste andere landen, ook binnen de EU, is techniek voor meisjes geen logische studiekeuze. “Bij ons is momenteel 2% van de studenten een vrouw. Stel je eens voor dat we dat naar 50/50 zouden kunnen krijgen: dan is ons hele probleem binnen een paar jaar compleet opgelost.” Ook het bedrijfsleven zou daar meer aan kunnen doen, vindt Hueting. “Het is makkelijk om naar ons te wijzen als het gaat om de werving van nieuwe studenten, maar daarvoor moet er eerst een beter beeld ontstaan over hoe het is om als vrouw voor een technisch bedrijf te werken.”
Mocht het helemaal niet gaan lukken om de vacatures in te vullen, dan rest de opleidingen niets anders dan de groepsgrootte aan te passen en vaker over te stappen op digitaal onderwijs. “Maar daar zitten echt grenzen aan, zo weten we inmiddels. We hebben daar natuurlijk de nodige ervaring mee, maar toch hechten we eraan om het contact met de student zo intensief mogelijk te houden. Dat is superbelangrijk.”
Lees hier het verhaal van Sim Leys, Integration and Test Engineer bij ASML en een dag per week docent op het Summa College.