Toen ik een tiener was (in de jaren zeventig), had mijn oom een Porsche 911 Targa. Mijn grootvader riep altijd cynisch “de Playboy komt eraan” als hij elk half jaar op bezoek kwam. Voor mij en velen in onze familie werd de auto niettemin een droomauto. Mijn vader zei altijd: een Porsche maakt je ongelukkig. Hij bedoelde niet dat het autorijden hem ongelukkig maakte – hij bedoelde zijn huwelijksreis, die hij vele jaren eerder had kunnen maken in de Porsche 356 waarin mijn oom toen reed. Het was het feit dat hij hem na de huwelijksreis moest teruggeven dat hem ongelukkig maakte.
De Porsche 911 – van iconische sportauto tot icoon van milieuvernietiging
Dit beschrijft heel goed hoe veel mensen over de hele wereld denken over het icoon Porsche 911. Sinds de escalatie van de klimaatcrisis is daar in bepaalde kringen verandering in gekomen. De Porsche 911 is het icoon geworden als speciale milieuvernietiger onder autobezitters. Dit is verrassend, omdat SUV’s eigenlijk veel effectiever zijn in dit spel.
Porsche 911 en e-brandstoffen
Met de komst van e-brandstoffen is de weerzin opvallend genoeg juist toegenomen. De Porsche boeman wordt nu in één adem genoemd met synthetische brandstoffen, die in feite CO2-neutraal zouden zijn. “Zouden” zijn als ze met hernieuwbare energiebronnen werden geproduceerd.
Het addertje onder het gras: de energie-input in Duitsland zou onmogelijk zijn met hernieuwbare energiebronnen en de kosten van een liter e-brandstof zouden even astronomisch zijn. De milieubeweging komt daarom met een eigen berekening: E-fuels, zo is hun overtuiging, zijn gewoon zonde voor personenwagens. Ze zijn veel meer nodig voor de scheepvaart en de luchtvaart.
Dat klopt. Als men ervan uitgaat dat de energie in Europa wordt geproduceerd, mogelijk zelfs in windarme gebieden zoals de uitlopers van de Alpen. Logischerwijs onttrek je dan ook de energie voor huishoudens en industrie. Want: gemiddeld levert een windenergiecentrale in Duitsland slechts 2.000 uur energie op het land per jaar (van de 8.760 uur).
Van een windturbine met een theoretisch vermogen van 5 MW zouden jaarlijks slechts ongeveer 400 voertuigen 14.000 km kunnen afleggen. Ter vergelijking: 3.500 zuiver elektrische voertuigen zouden dezelfde afstand al kunnen afleggen.
De tegenstanders van e-fuels stellen dat dit eigenlijk onzin is. Dat zou best kunnen.
E-fuels niet in Duitsland
Porsche bouwt samen met Siemens Energy het Haru Oni-project in Chili, waar in het winderige Patagonië uit groene waterstof e-fuels moeten worden geproduceerd. Weliswaar in relatief homeopathische doses. Toch heeft een windturbine van 5 MW daar een energieopbrengst van 6.000 h/a, wat drie keer zo hoog is als in Duitsland. Theoretisch zouden 1.200 voertuigen op de daar geproduceerde e-brandstoffen kunnen rijden. Tegen die tijd ziet de berekening er heel anders uit. En wat de kosten betreft: het energiebedrijf Saudi Aramco heeft zojuist een prijs per liter van 80 ct vóór belastingen gemeld – in Saudi-Arabië kost een kWh volgens hen slechts 0,01 €.
Toch heeft de auto-industrie stiekem al besloten. Dit is althans de mening van Christophe Périllat, hoofd van de autotoeleverancier Valeo, die het onmiskenbaar duidelijk maakte in een interview in het Duitse dagblad Die Welt: “Er bestaat geen twijfel over dat elektrische auto’s zullen overwinnen!”.
Ideologisch verhitte discussie
Maar het gaat niet om Porsche en Co of zelfs om e-brandstoffen. In feite gaat het over de ideologische afwijzing van individueel vervoer. Porsche is het symbool voor de egoïstische consument die zich niets aantrekt van het klimaat. Wie in een Porsche rijdt, is ook een kapitalist en/of heeft zijn auto zeker met dubieuze methoden betaald.
Maar er is hoop voor de 911-fans van deze wereld (als ze klimaatvriendelijk willen rijden). Het bedrijf Electrogenic heeft zojuist een elektrische drop-in kit voor oude 911’s gepresenteerd die het icoon “toekomstbestendig” moet maken. Met een 64 kWh batterij en tot 360 pk. Dat zou toch een suggestie van goedheid zijn?