In veel landen worden honingbijen gehouden voor hun honing; ze zijn onderdeel van het landbouwsysteem. Daarnaast leven honingbijen ook in het wild. Hoeveel wilde honingbijen er precies in Europa zijn en hoe het met hen gaat, is lastig te zeggen. Dat komt onder andere doordat de dieren deels gedomesticeerd zijn. Hoe dan ook; in het wild levende honingbijen zijn ontzettend belangrijk voor de natuur. Net als de andere wilde bijen zorgen zij voor de kruisbestuiving van veel verschillende soorten bloeiende planten.
Waarom Linda dit verhaal selecteerde voor het magazine:
De natuur is van onschatbare waarde voor onze planeet. Dit bleek vorig jaar uit verschillende verhalen, zowel op IO als in andere media. Bijen spelen daarin een cruciale rol. Ik ontmoette de experts in dit verhaal op een picknickbank op de campus van de TU Delft, naast aangelegde tuinen voor vlinders en insecten. De bijen vlogen af en aan terwijl de experts gepassioneerd spraken. Ik kreeg echt een kijkje in hun wereld; dat zijn de leukste interviews.
Daarnaast dragen zij door hun manier van leven bij aan de genetische diversiteit van de honingbijenpopulaties wat essentieel is voor de gezondheid en weerbaarheid van de soort. Daarom maakt Natasja Roodbergen, eigenaar van Boombijen.nl, speciale nesten voor de honingbijen van oude boomstammen waar de bijen hun natuurlijke gedrag kunnen volgen en onderhevig zijn aan natuurlijke selectie. Een grote, uitgeholde boomstam is een perfect nest voor bijen. In de natuur trekken de bijen bijvoorbeeld in een door spechten verlaten nest. Omdat dit soort holten steeds lastiger te vinden zijn, wil Roodbergen de bijen op weg helpen.
“In andere Europese landen worden al langer nesten gemaakt van oude bomen, maar in Nederland deed nog niemand dat. Daarom ben ik me erin gaan verdiepen”, vertelt ze. De nesten kunnen opgehangen worden in de toppen van bomen, dat is de veiligste plek. De blaadjes bieden in de zomer bescherming tegen de hitte. En in de lente, wanneer de bijen weer actief worden, zorgt juist het gebrek aan blaadjes voor de nodige zonnewarmte. De beestjes fascineren haar. “Honingbijen leven sociaal, in grote kolonies van soms wel dertig- tot veertigduizend bijen. Ze communiceren over de locaties van voedsel en nestgelegenheden. Om zich warm te kunnen houden in de winter leggen ze in de zomer hun brandstofvoorraad aan, de wel bekende honing. Ook kiezen ze het liefst een goed geïsoleerd nest, wat dat betreft zijn het net mensen. Ze moeten op hoog niveau samenwerken om te overleven, ze even samen als één groot organisme.”
Dit is een artikel uit IO Next: The year of… Voor het laatste magazine van dit jaar hebben we de artikelen geselecteerd die ons het meest zijn bijgebleven, of het nu een indrukwekkend interview, een belangrijk verhaal of gewoon iets grappigs was.
Een biodiverse campus
Het eerste boomnest van Roodbergen hangt op de TU Delft campus, hoog in een boom tussen Civiele Techniek en Green Village. Vanuit Boombijen werkt Roodbergen samen met Nico Tillie, landschapsarchitect en hoofd van het Urban Ecology Design Lab aan de TU Delft. Toen hij van de boomnesten hoorde, was hij meteen enthousiast. “Anderhalve week nadat we het nest ophingen, was er al activiteit van bijen en binnen twee weken is er een zwerm ingetrokken”, zegt Roodbergen.
Tillie zet zich in voor een klimaatadaptieve en biodiverse campus in Delft. “Het begon een jaar of vijf geleden met een beetje guerrilla gardening, we haalden wat stoeptegels uit de grond om bloemen te planten. Zo is het steeds verder uitgegroeid totdat we zelfs werden gevraagd om mee te denken over de visie op de Ecocampus. Dat doen we helemaal samen met de studenten. De vergroening is steeds beter zichtbaar, dat is mooi te zien.”
Op de campus van de TU Delft is veel ruimte voor de bijen. Zo zijn er bijentotempalen, bijenburchten en B&B’s voor bijen. Allemaal plekken waar bijen onderdak en voedsel kunnen vinden. “We werken aan een compleet bijenlandschap. Daarnaast kijken we natuurlijk ook naar andere dieren zoals vlinderroutes en ruimte voor vogels. Ook waterberging, vegetatie en het welzijn van mensen zijn belangrijke thema’s”, zegt Tillie.
Beste bestuivers
Roodbergen vult aan: “Bijen zijn een van de beste soorten bestuivers. Zonder bestuiving door bijen – of andere insecten – sterven grote delen van bloemen- en plantensoorten uit. Bloemen en planten zijn ook weer voeding voor andere dieren, dus ook die krijgen het dan moeilijk. Kortom; bijen zijn belangrijk voor de biodiversiteit.” Een grote bijenpopulatie bestaande uit verschillende soorten bijen is ontzettend belangrijk. “Door soorten diversiteit blijven de bijenpopulaties en daarmee het ecosysteem veerkrachtig.”
Zonder bijen hebben ook de bloemen het moeilijk, dat onderstreept Tillie nog eens met dit voorbeeld: “In China worden appel- en perenbomen door mensen bestoven, zij hebben het stuifmeel op een kwastje. Dus minder biodiversiteit heeft ook vergaande gevolgen voor de voedselindustrie”, verklaart hij. De landschapsarchitect ziet de biodiversiteit als een piramide van blokjes. “Als je er één blokje uithaalt, dan kan de rest dat wel opvangen. Maar als er meerdere blokjes uitvallen, dan stort de piramide in. Natuurlijk blijft er altijd iets over en zullen er ook weer nieuwe bloemen en planten ontstaan, maar de kwaliteit zal altijd minder zijn.”
4TU.Built Environment
De bouwkunde faculteiten van de vier technische universiteiten in Nederland werken samen in de 4TU.Built Environment. Een van de aandachtspunten is klimaatadaptatie en -mitigatie. Hierin passen ook de vraagstukken rondom biodiversiteit en ruimte voor de natuur. Wetenschappers van de verschillende universiteiten werken samen aan oplossingen voor onder andere biodiversiteit, watermanagement en het voorkomen van hittestress in steden. Hierbij is ook de samenwerking met ondernemers erg belangrijk.
Parasieten bestrijden
Dat pleit ervoor om te zorgen dat honingbijen (weer) floreren in het wild. Om dat voor elkaar te krijgen, doet Delphine Panziera, onderzoeker bij Wageningen University & Research, onderzoek naar varroa bij bijen. De varroamijt is een veelvoorkomende parasiet die vanuit Azië over de wereld is verspreid, door het transporteren van bijenvolken. De parasiet draagt verschillende virussen over. Het is een groot probleem voor imkers. “Daarnaast werd jarenlang aangenomen dat de meeste wilde honingbijen in Europa zijn uitgestorven door deze parasiet. Maar dat blijkt achteraf toch niet zo makkelijk te zeggen”, zegt Panziera. In Wageningen wordt al decennialang onderzoek gedaan naar de natuurlijke ontwikkeling richting varroa resistentie. “We weten dat kolonies die te maken hebben met varroa vaak na twee jaar uitsterven. We werken nu op drie plekken in Nederland met kleine populaties die niet worden behandeld tegen varroa. Zo proberen we – door middel van natuurlijke selectie – te onderzoeken of bijen zichzelf kunnen verweren tegen deze parasiet en hoe dat kan gebeuren”, vertelt ze over haar onderzoek.
Levendig landschap
Uiteindelijk hoopt Panziera natuurlijk dat honingbijen in de toekomst weer volop leven in het wild. “Een van de voorwaarden is dat er genoeg nestgelegenheid moet zijn. In de natuur is dat lastig. Daarom helpen de nesten van Boombijen daar goed bij.” Maar het blijft volgens haar lastig te zeggen wat de invloed van parasieten gaan zijn op de populatie bijen. “Stel bijen zouden resistent kunnen worden tegen de varroamijt, dan is er misschien wel een mutatie of een andere parasiet die toch roet in het eten kan gooien. Maar als we een grote, gezonde en diverse populatie bijen hebben, dan kunnen zij zeker wat tegenslagen overwinnen.”
Roodbergen sluit af: “Ik hoop dat er in de toekomst weer genoeg ruimte is voor wilde honingbijen. Daar wil ik graag aan bijdragen door meer boomnesten te maken en deze in de omgeving te verspreiden, samen met onder andere TU Delft. Daarnaast hoop ik dat bloemen en planten meer ruimte krijgen in onze samenleving en onze economie. Dat we bijvoorbeeld minder monoculturen hebben in de landbouw en dat er minder gif wordt gebruikt. Dat is niet alleen goed voor de honingbijen, maar ook voor andere dieren.”