Op maandag 6 september begint de IAA MOBILITY in München. Nadat bijna alle relevante autoshows in Europa en wereldwijd door Corona waren afgelast, was er een eerste straaltje hoop en hoop op ontspanning.
Over ontspanning gesproken. Helaas lijkt dit niet overal het geval te zijn. In de Duitse mainstream media “waart momenteel een spook rond”.
De naam van dat spook: de bakfiets.
Ja, je leest het goed. Sinds “de Groenen” in de loop van de komende parlementsverkiezingen aankondigden dat bakfietsen met 1000 euro zouden worden gesubsidieerd als zij de verkiezingen zouden winnen, is de controverse over de mobiliteit van de toekomst in Duitsland hoog opgelaaid.
Veel automobilisten in Duitsland vinden het helemaal niets. Ze voelen zich zelfs bedreigd en doen de nieuwe subsidie af als het symbool van de poging tot deïndustrialisatie van Duitsland. Anderen vergelijken echter op creatieve wijze Chinese en Duitse toekomstinnovaties en -visies: de Chinese bakfietsbestuurder die overstapt naar een elektrische bestelauto, en in Duitsland de bestelwagenchauffeur die op de bakfiets stapt.
Ecologisch gemotiveerde toekomst
Met andere woorden, de discussie staat op een niveau dat niet lager kan zijn. De voorstanders van de bakfiets niet uitgezonderd. Hun ecologisch gemotiveerde toekomst is een volledig autovrije metropool waarin alleen fietsen, bakfietsen en openbaar vervoer zijn toegestaan.
En alles is gericht op de stedelijke omgeving. Wat alle partijen vergeten: wat gebeurt er op het platteland, waar de dichtstbijzijnde winkelmogelijkheid kilometers ver weg is en waar jongeren nog steeds sparen voor een ouderwetse Golf GTI om mobiel te zijn?
Het is waarschijnlijk een typisch Duitse houding om alles hysterisch te overdrijven. Men krijgt de indruk dat er alleen maar het “of-of” is. “Zowel-als” zou ons allemaal een beetje meer ontspannen maken.
Natuurlijk zijn bakfietsen zinvol in bepaalde scenario’s. En natuurlijk zijn elektrische auto’s (en zelfs voertuigen met verbrandingsmotor) onmisbaar in andere scenario’s. Dat is althans wat de organisatoren van de IAA lijken te hebben begrepen. Helemaal sinds ze dit jaar “Mobiliteit” aan de naam hebben toegevoegd.
Duurzame mobiliteit
Voor de eerste keer is de beurs gewijd aan het idee van toekomstige, ecologisch duurzame mobiliteit. Dit omvat zowel mobiliteitsconcepten als alternatieve vervoermiddelen. De auto wordt wat naar de achtergrond geschoven, alternatieve mobiliteitsconcepten komen meer op de voorgrond. Volgens informatie van de beursdirectie hebben meer dan 70 merken uit de fietsindustrie zich voor de IAA ingeschreven.
Niet elke fabrikant vindt dat leuk. Gerenommeerde autoconcerns zoals Stellantis met zijn merken Opel, Peugeot en Fiat, alsook GM en Toyota zijn helemaal niet meer vertegenwoordigd op de IAA, hebben hun deelname geannuleerd.
Bovendien is heel München een groot beursterrein geworden. Het idee om een hele stad (IAA MOBILTY Open Space) bij de beurs te betrekken is indrukwekkend, maar het kan ertoe leiden dat velen niet bereid zijn de enorme afstanden te overbruggen die daarmee gepaard gaan.
Anderzijds is het ook weer niet nodig deze afstanden te voet af te leggen. Er is altijd nog de fiets, of het openbaar vervoer…
Ook interessant: IAA verschuift van pure autoshow naar toekomstvisie op mobiliteit
Over deze column
In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Eveline van Zeeland, Eugène Franken, Helen Kardan, Katleen Gabriels, Carina Weijma, Bernd Maier-Leppla en Colinda de Beer probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Morgen zal het dus goed zijn. Hier zijn alle voorgaande afleveringen.