E52 neemt je tijdens Dutch Design Week mee langs de pareltjes van het festival. Negen bijzondere ontwerpers, die in onze ogen de hidden gems van dit jaar zijn. Tijdens DDW zetten we elke dag een pareltje in de spotlight. Vandaag: BLANCCOLLECTIVE.
Hoe snel en hoe vaak je met je muis klikt heeft een ritme net zoals je manier van typen. Hoe verhoudt dit digitale ritme zich tot een ritme als het aantal stappen dat je zet of je hartslag? En wat doen deze ritmes met je perceptie van tijd? Dat is wat Laura Koenen en Malou van Dijck, als een van de ontwerpers binnen BLANCCOLLECTIVE, laten zien tijdens de DDW. “Alle ontwerpers in dit collectief willen, ieder op een eigen manier, een soort bewustwording creëren bij de bezoekers”, vertelt Koenen.
Gestart vanuit de behoefte om naast opdrachten vrij werk te maken, zochten ruim een jaar geleden tien verschillende ontwerpers elkaar op, bedachten gezamenlijk een thema en stelden hun werk tentoon tijdens de DDW. Het thema was toen ‘Concepts of Beauty’ en na de DDW gingen ze weer uit elkaar om ieder met hun product verder te gaan. Dat is dit keer anders. “Dit jaar tonen we onze ‘betaproducten’ tijdens de DDW, we leren van deze design week en we ontwikkelen onze producten verder voor een volgende expositie.”
Dit jaar bestaat het ontwerperscollectief uit: Studio Op Poten van Laura Koenen en Malou van Dijck, Atelier Mats en Studio Anne Ligtenberg, Studio Goof en Renske Verbeek en Studio Desirée Wevers. Wevers en Studio Op Poten draaiden vorig jaar ook al mee. Alle ontwerpers doen dit naast hun ‘broodwinning’. Ze werken in de nachtelijke uurtjes aan hun project om tijdens de wekelijkse meeting aan elkaar te vertellen hoe ver ze zijn. Dan reflecteren ze met zijn zevenen op elkaars werk en sparren over de haalbaarheid van ideeën. Koenen: “Het is gewoon leuk om, net zoals tijdens je studie, vanuit je eigen conceptontwikkeling aan de slag te gaan.”
Doel van collectief is dat ze als groep een jaar aan een thema werken. Dit jaar is dat de waarde van cijfers, de etymologische vertaling van ‘digitaal’. Hoe verhouden de analoge en digitale wereld zich met elkaar, hoe vermengen ze zich? “In de meetings kwamen we erachter dat we allemaal redelijk fysieke makers zijn. Laura werkt bijvoorbeeld veel met keramiek, ik met staal”, aan het woord is Goof van Beek, “We werken wel digitaal, achter onze computer maar hoe die wereld echt in elkaar zit, dat weten we niet. We zijn allemaal onwetend in dit thema gestapt.” Vandaar ook die naam ‘BLANCCOLLECTIVE’; ‘een schone lei’.
Voor zijn project verzamelt Van Beek samen met zijn vriendin Renske Verbeek allerlei data van hun katten. “Hoe hard ze spinnen, wanneer ze een scheetje laten en hoe vochtig hun neus is. Van mensen wordt ook zoveel in de gaten houden, waarom is dit, en wat doen we ermee? Ik verbaas me er over hoeveel gegevens er worden verzameld. En dat we daar automatisch allerlei conclusies aan verbinden. Tijdens de DDW wil ik ook allerlei data verzamelen van de mensen die er komen. Hoe vaak kijkt iemand naar je werk bijvoorbeeld. Eigenlijk is het nutteloze data maar ik wil weten wat de bezoeker met die data doet. Als er bijvoorbeeld een werk weinig wordt bekeken vinden mensen dat dan zielig en gaan ze er dan juist naar toe? Dat soort dingen.”
Met de digitale wereld is er ook een reeks aan “rare terminologie” gekomen, Koenen: “Mats en Anne maken visualisaties van die termen. Zoals ‘robot’ dat staat voor dienstbaarheid, of hoe 8-bits er eigenlijk uit zien. Ze maken een menselijke digitale encyclopedie.” Desirée Wevers maakte vorig jaar percepties van objecten. “Daar is zij verder mee gegaan. Ze kijkt naar de maatvoering en onderzoekt hoe die verhoudingen in elkaar zitten en hoe zij die zelf toepast. Zo kwam ze er achter dat ze zelf steeds onbewust dezelfde maatvoering gebruikt, dat ze zelf eigenlijk geprogrammeerd is.”
Wat de volgende expositie wordt weten ze nog niet. “Dat hangt heel erg af van onze vervolgstap.” Voor Koenen is Eindhoven heel geschikt voor de eerste expositie: “Je kan heel vrij werk maken, er is een grote range aan dingen die bezoekers kunnen zien van Strijp S tot de Design Academy en hier op het NRE-terrein. Je hebt eigenlijk vrij spel en dit terrein is een soort van verrassingsterrein, je weet nooit van te voren wat er allemaal te zien zal zijn.”
De negen pareltjes van DDW zijn tot stand gekomen in samenwerking met Dutch Design Daily en curator Katja Lucas van DDW. Wil je de parels zelf bewonderen? Elke dag (in de ochtend en de middag) organiseert Urban Exploring Tours met KOGA een bijzondere fietstocht langs de geselecteerde ontwerpers. Meer info vind je hier.
Foto: Renske Verbeek
