Eindhoven wil een slimme samenleving worden, een smart society. Maar de stad wil dat wel samen met haar inwoners doen. Geen vooraf bedachte blauwdruk, maar een geleidelijk groeiend geheel dat langzaamaan door de burgers zelf wordt vormgegeven. Technologie – met name in de vorm van beschikbare data – speelt daarbij wel een rol, maar is niet alles bepalend. Sterker nog, het draait om het verhaal van de bewoners.
Het is ook niet voor niets dat de DataStudio die Het Nieuwe Instituut hiervoor in gedachten heeft, de ondertitel “Dit gaat over ons” heeft meegekregen. Alles om duidelijk te maken dat je daar als Eindhovenaar echt onderdeel van uitmaakt.
SMART+SOCIALEindhoven from Het Nieuwe Instituut on Vimeo.
Geen Strijp-S maar Woensel-Noord
Het Nieuwe Instituut heeft vorige zomer de opdracht van de gemeente gekregen om een programma samen te stellen dat die smart society een stuk dichterbij moet brengen. Het drie jaar durende traject heeft de naam “De Staat van Eindhoven” gekregen. Na de lancering op 23 oktober 2015 tijdens de Dutch Design Week en een periode van nadenken, brainstormen, artikelen schrijven en programma’s
ontwikkelen, is het nu tijd voor de eerste concrete stappen. En daarvoor kiest Linda Vlassenrood, die het programma namens Het Nieuwe Instituut leidt, niet voor de makkelijkste weg. Want hoe logisch zou het zijn om op de plek waar al veel slimme elementen aanwezig zijn, Strijp-S dus, de aftrap te doen. Nee, het wordt Woensel-Noord. Meer specifiek: De Tempel en Woenselse Heide. “Die buurten hebben een grote variatie aan inwoners en sociaal-maatschappelijke vraagstukken en alles wat we daar uit gaan halen zegt dus veel meer over de stad – en misschien wel een groot deel van het land – dan een specifieke buurt als Strijp-S.”
“Waarom, hoe en met wie gaat de burger van Eindhoven bijdragen aan de slimme stad?”
Het wordt hoe dan ook een enerverend traject, weet Vlassenrood, zonder garantie op succes. “De ambitie van Eindhoven om zowel een smart society als een participatiesamenleving te zijn, levert een spannend palet aan conflicten en nieuw te benoemen waarden op. Wat wij nu willen doen is de zoektocht naar deze nieuwe waarden mogelijk maken. Dat doen we door de in wezen eenvoudige, maar in uitwerking complexe basisvraag te stellen: waarom, hoe en met wie gaat de burger van Eindhoven bijdragen aan de slimme stad? Juist een stad als Eindhoven, waar technologie zo’n belangrijke rol speelt, heeft de mogelijkheden om de betekenis van een smart city in de breedste zin van het woord, met haar burgers, bedrijfsleven en kennisinstellingen, te (her)definiëren en nieuwe waarden toe te kennen aan het begrip smart Het is een beetje de vraag omdraaien: je hoort zo vaak dat technologie het antwoord is, maar wat was dan ook al weer de vraag?”
Als er iets is dat Vlassenrood de afgelopen maanden duidelijk is geworden, dan is het wel dat de opdracht zeker niet gaat lukken als deze puur vanuit een “fetish voor data” wordt benaderd. “Zeker, data kunnen ons veel vertellen, dat blijkt wel uit de studies die we er de afgelopen maanden al op los hebben gelaten. Maar je ziet her en der ook iets wat we ‘datawoestijnen’ hebben genoemd: thema’s zoals eenzaamheid waarover nauwelijks data te vinden zijn of ‘officieuze’ datasets alleen op de radar van bewonersinitiatieven. Juist dan, maar zelfs ook als alle data voor handen zijn, komt het aan op het gesprek met de betrokkenen, de buurtbewoners dus. De ingewijden. Het gaat erom dat data worden gecombineerd met de werkelijkheid van de straat om tot een betere samenleving te komen.”
“Nog niet eerder is dit soort informatie over de stad Eindhoven op één punt verzameld en afgebeeld”
Wat er werkelijk leeft in een buurt, maar wat tot op heden onzichtbaar is, dat wil Het Nieuwe Instituut via de DataStudio gaan bovenhalen. “Hier voeren we samen met buurtbewoners, studenten, ambtenaren en experts een bevlogen dialoog over de mogelijkheden en beperkingen van data en daarover hebben tal van mensen, inclusief mijzelf, nog heel veel te leren.”
In de studio gaat een cursusleider op verschillende manieren in gesprek met de deelnemers. Soms in een dagdeel, soms een weekend, soms een serie korte bijeenkomsten, al naar gelang de gekozen methode waaronder een workshop, expertmeeting of cursus. De onderliggende data – over zaken die te maken hebben met bijvoorbeeld sociaalmaatschappelijke en economische vraagstukken – kunnen er waar nodig bijgehaald worden, maar het gaat in eerste instantie om de onderlinge dialoog. Wat houdt de buurtbewoner bezig, waar zitten zijn zorgen, waar zijn wensen? Hoe blij is hij als inwoner van Woensel-Noord, hoe ziet hij de toekomst? En zijn partijen zoals de gemeente, woningcorporatie of buurtorganisatie zich bewust van deze vraagstukken?
De kaarten – in opdracht van Het Nieuwe Instituut door Open Source City samengesteld – die klaarliggen ter ondersteuning van het gesprek zijn alvast indrukwekkend qua hoeveelheid. “Nog niet eerder is dit soort informatie over de stad Eindhoven op één punt verzameld en afgebeeld”, zegt Vlassenrood. “Maar dat wil niet zeggen dat ons beeld daarmee nu al compleet is. Integendeel, een mapping is per definitie nooit compleet en de kaarten zijn niet voor iedereen even toegankelijk. Het is slechts een aanzet om onverwachte verbanden te kunnen leggen. Het is nu zaak om de beperkingen met de hulp van de inwoners onder ogen te zien.”
Klik op de kaart voor een interactieve versie. Door bepaalde onderdelen aan of uit te vinken, verschijnen nieuwe lagen. Deze kaart is geen eindproduct, het is het startpunt voor verdere uitwerking. Zowel de gesprekken met inwoners als nieuwe data moeten aanscherping van de kaart opleveren.
“Wij denken dat de koppeling van big data met lokale kennis ons bij ons doel kan brengen”
Uiteindelijk heeft zowel de mapping als het gesprek met de bewoners tot doel om meerdere vraagstukken te ontdekken waarmee de keuzes voor de toekomst kunnen worden onderbouwd. “Het is ambitieus, maar wij denken dat de koppeling van big data met lokale kennis ons dat kan brengen. Tijdens de gesprekken laten we bijvoorbeeld ook zien hoe data nu al door overheden en marktpartijen worden gebruikt om onze levens in te richten. De meeste mensen beseffen daar de impact nog maar nauwelijks van. Is het denkbaar dat wanneer je meer weet over de problemen en de wensen van de wijk, het makkelijker wordt om in actie te komen en je eigen verantwoordelijkheid te nemen? Als individu maar ook als stad?”
De DataStudio moet een “neutrale vrijzone” worden waarbinnen het logisch is om gegevens te delen; ook dat weer om het aantrekkelijk te maken mee te doen. “Wat nog een lastig punt zal zijn, zo verwacht ik, is om niet de indruk te wekken dat we alles gaan oplossen. Want zo reëel moeten we natuurlijk wel zijn: wij geven als culturele instelling een aanzet, maar de vervolgstappen zijn minstens zo belangrijk.” Daar wil Het Nieuwe Instituut ook bij helpen, in een rol als ‘matchmaker’: de verbindende factor tussen de verhalen en partijen als de gemeente, de woningcorporatie of de buurtorganisatie. “We realiseren ons namelijk maar al te goed dat er tal van participatieve en smart city projecten in Eindhoven lopen en er allerlei nieuwe onderzoeken en initiatieven worden opgezet. We willen hier logischerwijs op voortbouwen en in samenwerken.”
Vlassenrood wil geen voorschot nemen op de inhoud van de gesprekken, laat staan over de uitkomst ervan. “We zien natuurlijk wel al wat interessante thema’s, maar wat echt belangrijk is, horen we als we in gesprek zijn met de inwoners. Dan pas krijgen we zicht op de verhalen achter de punten op de kaart.” De DataStudio heeft De Tempel en Woenselse Heide als actiegebied, dus de deelnemers zullen in eerste instantie daar vandaan komen. “Maar als iemand uit een andere wijk wil meedoen, zien we diegene graag komen. Voor de deelnemers geldt hetzelfde als voor data in dit programma: hoe meer, hoe beter.
Naast de DataStudio in Woensel-Noord wil Het Nieuwe Instituut de komende tijd in Eindhoven ook meer algemene lezingen, publicaties en workshops verzorgen. E52 gaat het hele traject van nabij volgen met wekelijkse verslagen over de voortgang.