De lezing ‘Data voor Dummies’ gegeven door techniekfilosoof Tsjalling Swierstra begint donderdagavond een kwartiertje later. De zaal in verzorgingshuis Eerdbrand waar de lezing over de (on)mogelijkheden van big data eigenlijk gehouden zou worden is bezet. Het biljarttoernooi is nog lang niet afgelopen. Een ander, wat kleiner, zaaltje biedt uitkomst.
De voordracht is georganiseerd door Het Nieuwe Instituut, dat met het programma ‘De Staat van Eindhoven’ de smart society een slinger moet geven. Programmaleidster Linda Vlassenrood legt uit waarom de plaats van handeling een verzorgingshuis is: “We hadden de bijeenkomst ook in het Van Abbemuseum kunnen houden, maar het is juist de bedoeling dat ons project midden in de samenleving staat.”
Onder de noemer “De Staat van Eindhoven” brengt E52 een reeks verhalen over de stappen die de stad zet op weg naar een smart society en de connecties daarbinnen tussen big data en de inwoners. Lees hier de hele serie.
In totaal 20 bezorgde burgers hebben de weg naar het bejaardenhuis weten te vinden. Een fotograaf loopt rond en schiet kiekjes. Er zijn nog wat lege stoelen. Goed dat men naar een kleinere zaal is verhuisd. De mogelijkheden en valkuilen van big data zijn blijkbaar slechts voor een kleine groep omwonenden interessant. Dit, terwijl zowat iedereen met big data te maken heeft.
Swierstra legt de microfoon weg, die is hier niet nodig. “Wereldwijd komt er dagelijks 2,3 miljard gigabyte aan digitale informatie bij”, begint de professor zijn betoog. “Sensoren in de openbare ruimte zoals camera’s verzamelen veel data. Data die gebruikt kunnen worden om dingen in de stad beter te regelen. Bijvoorbeeld het verkeer of openbare veiligheid.”
Niet alleen in de openbare ruimte worden data gedolven. Zoals bekend verzamelen sociale media, internetsites en allerhande telefoonapplicaties continu data over mensen. “Het combineren van al die data maakt patroonherkenning mogelijk”, zegt Swierstra. “Daarom zijn anonieme data eigenlijk een illusie.”
Een bedrijf of overheidsinstantie kan data wel anonimiseren, maar de combinatie met andere data maakt ‘de-anononimisering’ mogelijk. “Die data zijn daardoor veel geld waard.” Wie een gratis dienst als Google gebruikt, betaalt met zijn gegevens.
“Bedrijven als Google en Apple zijn op dit moment het verst met het analyseren van al die data”, gaat Swierstra verder. “Het is zelfs zo dat universiteiten en ziekenhuizen data aan die bedrijven geven om ze te laten analyseren.”
Een toehoorder reageert: “De grootste bedrijven ter wereld maken zich meester van onze data en de politiek doet hier niets aan.” De fotograaf van dienst maakt aanstalten. “Wilt u alstublieft geen foto maken? Daar heeft u geen toestemming voor gevraagd en we zijn hier in een privéruimte”, zegt de oudere, grijze man.
“Ik ben onvindbaar op het internet en wil dat graag zo houden.”
Hij wil anoniem blijven. “Ik ben onvindbaar op het internet en wil dat graag zo houden. Mijn gegevens zijn van mij en niemand anders.” De man kocht begin jaren ’80 zijn eerste pc. Hij heeft alle technische vooruitgang sinds die tijd nauwgezet gevolgd. Nu hij met pensioen is al helemaal. “De overheid kan ook weinig doen. Je kunt mensen niet verbieden dat ze hun gegevens delen.”
De opmerking van de toehoorder raakt aan de kern van Swierstra’s punt: “Digitale informatie is als een foto van een jeugdzonde op internet. Het gaat nooit meer weg.”
En er zijn heel wat minder florissante voorbeelden te bedenken van wat men met data vermag. “Wat als je bepaalde producten niet meer mag kopen omdat de data suggereert dat je slecht met geld omgaat? Of wat als er preventief politie gestuurd wordt naar bepaalde buurten, omdat de data suggereert dat de kans op geweld daar groter is? Werkt dat stigmatisering en extra arrestaties niet in de hand?” Om over hackers nog maar te zwijgen.
“De realiteit is dat we niet weten waar het naar toe gaat met big data.”
De conclusie van Swierstra liegt er niet om: “De realiteit is dat we niet weten waar het naar toe gaat met big data.” Vergelijk het met het internet. Iedereen dacht dat het web een democratiserende werking zou hebben. Een soort digitaal dorpsplein voor debat. “Maar nu loopt iedereen weg van Twitter omdat het zo’n riool is geworden.”
Die onzekerheid is evenwel altijd aanwezig bij innovatie. Of dat voldoende reden is om de opkomst van big data te vrezen, is de vraag. Een ding staat na afloop van de lezing als een paal boven water: denk na voordat je data deelt.