Het streven naar een circulaire economie in Nederland loopt gevaar, waarschuwt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) deze week in hun nieuwste rapport. Ondanks urgente milieudoelstellingen is er te weinig vooruitgang. Belangrijke sectoren zoals de bouw, verpakkingsindustrie en energietechnologie blijven achter. Daarbij wordt slechts 7% van kunststof verpakkingen hergebruikt. Het PBL pleit voor een sterkere overheidshand in beleid en innovatie.
Waarom dit belangrijk is:
De urgentie voor een circulaire economie wordt breed erkend, maar de implementatie stagneert. Nederland streeft naar een volledig circulaire economie in 2050, maar de recente bevindingen van het PBL suggereren dat we op deze weg grote hindernissen tegenkomen. Het PBL-rapport belicht de tekortkomingen in de huidige aanpak en de noodzaak voor een meer gecoördineerd en daadkrachtig beleid.
De bouwsector, verpakkingen en energietechnologieën zijn de kernpunten in het rapport van het PBL. Deze sectoren zijn essentieel voor de omschakeling naar een circulair model, maar blijken nu de grootste struikelblokken. Het toenemende materiaal- en grondstofgebruik, vooral na de economische dip veroorzaakt door de coronapandemie, toont dat de huidige maatregelen ontoereikend zijn.
De bouw als grootste vervuiler
In de bouwsector is de impact aanzienlijk, met name door de productie van materialen zoals beton, ijzer, staal, aluminium en isolatiemateriaal. Deze zijn verantwoordelijk voor een hoge CO2-uitstoot en de recyclingmogelijkheden blijven beperkt. Isolatiematerialen zoals purschuim zijn bijzonder lastig te hergebruiken. Het rapport benadrukt dat de levensduur van windmolenparken vaak niet lang genoeg is om reparaties en verlenging van levensduur te rechtvaardigen, wat leidt tot vroegtijdige sloop.
Verpakkingsindustrie en energietechnologieën
De verpakkingsindustrie laat eveneens te wensen over. Slechts een fractie van de kunststof verpakkingen wordt gerecycled tot nieuwe verpakkingen. TNO voorspelt een toename van 17% in de vraag naar plastic verpakkingen, tenzij er ingrijpend wordt ingegrepen.
Bij energietechnologieën zoals zonnepanelen en windturbines is de situatie vergelijkbaar. Deze producten zijn vaak moeilijk te recyclen en weinig circulair. Het PBL stelt dat een geïntegreerde aanpak essentieel is, waarbij circulariteit verbonden wordt met andere maatschappelijke vraagstukken, zoals de energietransitie en klimaatdoelstellingen.
Beleidsaanbevelingen voor circulaire progressie
Om de circulaire economie te versnellen, beveelt het PBL een aantal specifieke maatregelen aan. Allereerst moeten circulariteit en andere maatschappelijke opgaven met elkaar verbonden worden. Het ontwerp van producten moet gericht zijn op hergebruik en reparatie. Alle circulaire oplossingen zijn nodig, van recycling tot het slimmer ontwerpen van producten. Beleid moet zich richten op deze productgerichte aanpak en de beschikbaarheid van data en informatie moet verbeteren.
De PBL-studie toont aan dat de huidige overheidsprogramma’s onvoldoende zijn om circulaire bouw te stimuleren. ‘Biobased’ bouwen, bijvoorbeeld met hout, wordt als een mogelijke oplossing naar voren geschoven. Dit gaat hand in hand met een oproep aan de overheid om meer initiatieven en programma’s in het leven te roepen om circulaire methoden in de bouwsector te bevorderen.
Het pad vooruit
De bevindingen van het PBL zijn helder: er is een dringende noodzaak voor een koerswijziging als Nederland zijn circulaire ambities wil realiseren. Het sluiten van de kringloop is niet enkel een milieukwestie, maar ook een economische en maatschappelijke uitdaging. De overheid heeft een sleutelrol in het faciliteren en versnellen van deze transitie, door beleid en innovatie te stimuleren en door sectoren aan te moedigen tot samenwerking.
De route naar een circulaire economie is complex en vereist een samenspel van beleid, bedrijfsleven en burgers. Met de huidige stand van zaken ligt Nederland achter op schema, maar het PBL-rapport biedt een raamwerk voor vooruitgang. De bal ligt nu bij de overheid en andere stakeholders om deze aanbevelingen om te zetten in concrete acties en de circulaire toekomst van Nederland te verzekeren.