Fontys is niet alleen een onderwijsinstelling maar ook een organisatie die nadrukkelijk wil bijdragen aan de kwaliteit en concurrentiekracht van de Brainport regio. Veel van de projecten die hieruit voortvloeien blijven echter verborgen voor een breed publiek. Om die reden verzorgt het lectoraat Brainport van Fontys Hogescholen elke 14 dagen een column op e52 die juist ingaat op de projecten waar ook Eindhoven voordeel bij heeft. Vandaag Peter ter Hark, docent/onderzoeker bij het lectoraat Brainport van Fontys Hogeschool Management Economie en Recht.
De malaise in de retail zorgt voor leegstand en winkeliers die failliet gaan. V&D is een hele grote die omgevallen is, maar ook de kleinere formules zoals Manfield, Invito en Dolcis gaan ten onder aan het veranderende gedrag en verwachting van de consument. Deze veranderingen worden grotendeels veroorzaakt door technologische ontwikkelingen zoals internet. Zelfs een computerwinkel zoals Paradigit gaat ten onder aan de snelle veranderingen. Het resultaat is te zien in de winkelstraten van Eindhoven, waar op diverse plekken sprake is van leegstand en achteruitgang. Ook op de woonboulevards in de omliggende regio hebben retailers het moeilijk en dreigt (verdere) leegstand.
Het is daarom zaak dat de retailers de komende jaren blijven vernieuwen om aantrekkelijk te blijven voor consumenten. Niet alleen door meer aandacht te geven aan de klant via internet en andere media, maar ook door naar de klanten toe te gaan. In Amerika startte de “big-box” bouwmarkt Lowe’s met de slogan “meet the customer where they are” al diverse vestigingen in binnensteden. In Europa zijn diverse grootschalige formules zoals Hornbach, Ikea, Baderie, Gamma en Praxis ook gestart met een vestiging in de binnenstad. Deze stadswinkels hebben uiteraard een kleinere oppervlakte in combinatie met een uitgekiend assortiment.
Deze ontwikkeling was voor Ward van Hoof van de Fontys Hogeschool Eindhoven (Vastgoed & Makelaardij) het startsein om te onderzoeken welke effecten dit zou kunnen hebben op de Nederlandse binnensteden. In zijn afstudeerscriptie “stadswinkels van perifere retailers” komt hij met de interessante conclusie dat deze stadswinkels op korte termijn kunnen gaan bijdragen aan een lager leegstandspercentage en meer diversiteit in de binnenstad.
Uiteraard zullen er meerdere fysieke, logistieke en juridische problemen moeten worden opgelost, maar met enige medewerking van de betrokken partijen kan daaraan gewerkt worden. Ook in Eindhoven zal dit op diverse plekken in de binnenstad voor een verrijking van het aanbod zorgen. Klanten kunnen dan hun kleinere doe-het-zelf materialen lopend of met de fiets (een bakfiets kan gehuurd worden) ophalen en de grotere stukken laten bezorgen op een afgesproken tijdstip.
Bij de keuze voor een badkamer kan met een virtuele tour de nieuwe inrichting en indeling in huis geprojecteerd worden zonder dat met de auto een hele tocht gemaakt moet worden over verlaten bedrijventerreinen en winkels waarin je verdwaalt. Vergelijk het met het aanbod van Albert Heijn: voor de grote boodschappen kun je met de auto naar de AH-XL aan de Limburglaan gaan en voor de dagelijkse artikelen naar een kleine AH in een winkelstraat of zelfs naar een AH-to-go. De retailers bieden dus koopgemak op meerdere niveaus. Alleen maar voordelen van deze nieuwe trend zo te zien.
Maar is het wel zo nieuw? Nog niet zo lang geleden waren er diverse kleinere doe-het-zelf zaakjes met een aardig en hardwerkend mannetje in de binnensteden aanwezig. Deze zijn de afgelopen decennia langzaam verdwenen omdat alle klanten met de auto naar de woonboulevards reden aan de rand van de stad. De komst van de stadswinkels zorgt voor een omgekeerde beweging, waarbij klanten weer naar het stadscentrum toe komen. Ook de leegstand kan deels worden ingevuld. Win/win in optima forma, waarbij de Eindhovenaren zich kunnen verheugen op de nieuwe generatie stadswinkels. Maar het blijft sneu voor dat aardige mannetje….
