Sinds begin vorig jaar is Eindhoven ‘in de greep van geluk’. Ik merk dat er ook in mijn eigen omgeving nog wat sceptisch naar dit project/concept wordt gekeken en tevens is het koren op de molen gebleken van bijvoorbeeld columnist Jos Kessels van het Eindhovens Dagblad. Geluk is immers ongrijpbaar en daarmee delft het snel het onderspit tegenover onze nuchtere Nederlandse koopmansgeest. Toch heeft de focus op geluk volgens mij wel degelijk een meerwaarde.
Zo lijkt het mij geen toeval dat de oervader van het project, de Vlaming Leo Borremans, juist tot samenwerking kwam met Eindhoven, waar Hollandse duidelijkheid zich *gelukkig* nog altijd vergezeld weet van een flinke portie Brabantse gemoedelijkheid; precies een goede mix voor een experiment over gevoel en de mogelijke toepassingen daarvan. De stad kreeg er onlangs veertien nieuwe ‘geluksplekken’ bij, nadat vorig jaar de organiserende Fontys Hogescholen en het Parktheater al elf plekken hadden benoemd. Dit jaar sloten overigens het Van Abbemuseum, Natlab, Hetpaarddatvliegt en Muziekgebouw Eindhoven zich aan bij het project.
“De ‘ratrace’ van de 24-uurseconomie dwingt ons tot reflectie en evaluatie”
De zoektocht naar geluk lijkt me goed aan te sluiten bij de herwaardering voor ‘het kleine’ die we sinds de crisis nadrukkelijk terugzien in onze maatschappij; de ‘ratrace’ van de 24-uurseconomie dwingt ons tot reflectie en evaluatie omdat we tegen de grenzen van ons menselijk kunnen aanlopen. Op die manier bekeken kan geluk gezien worden als onderdeel van het kapitaal van een stad en regio. Wil je immers een aantrekkelijk woon-werk-leefklimaat scheppen en onderhouden, dan zal daar zeker aandacht moeten zijn voor het totale welbevinden van de betrokken personen. Niet alles is ‘hard’, een mens moet ook gelukkig kunnen zijn. Interessant is in dit verband dat naar aanleiding van het project ‘Geluk voor Eindhoven’ de Erasmus Universiteit Rotterdam onderzoek doet naar de stand van het geluk op de werkvloer bij mensen werkzaam in de regio Eindhoven. Een directe koppeling tussen belang en beleving.
De sleutel tot het succes van het geluksonderzoek lijkt te liggen in, hoe ironisch dat in eerste instantie ook mag klinken, het concreet maken voor een bredere doelgroep en de koppeling aan andere initiatieven. De scepsis in mijn eigen omgeving en bij veel andere stadgenoten komt volgens mij door de onbekendheid met en onzichtbaarheid van het project en haar resultaten.
Een folder van de plekken is er al en ook is er een website, maar vandaag de dag gaat iets pas echt leven als het via een hype – op social media – op het netvlies van het publiek belandt. Een happening, een festival, een bekende persoon, iets ‘magisch’. Het begrip ‘geluk’ moet verder geoperationaliseerd worden om het naar een hoger niveau te kunnen tillen. Marketing voor Meerwaarde. Wellicht dat Peter “ESTonishing” Kentie van stadsmarketing hier zijn licht eens over kan laten schijnen.
Geluk met een grote G wellicht..? Guus Geluk..? Eindhoven, Gloeiend van Geluk (iets voor GLOW?) DDW 2018, Eindhoven Gemaakt voor/door Geluk? Eindhoven de Gelukkigste! ..?
Nee, dat kan vast gelukkiger.
(Hoofdfoto: de “Before I Die-wall” in de Kleine Haven. Onderdeel van Geluksroute 040)