In 1929 bouwde Philips het Philips Ontspanningsgebouw (‘naast het stadion’), in 1935 verbouwd tot Philips Schouwburg en na weer een andere verbouwing in 1968 – zeker in de volksmond – altijd bekend gebleven als het POC, oftewel Philips Ontspannings Centrum. Eindhoven was een company town, wat zeker bleek uit de tot het complex behorende Philips Jubileumhal (1951), gebouwd voor een tentoonstelling ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van Philips, maar vaak gebruikt voor uiteenlopende doeleinden zoals sporthal, voor de volkskerstsamenzang, voor schouwburg- en circusvoorstellingen, het kinderfestijn Philips Wonderland, bedrijfsbijeenkomsten en zo meer. Vanaf 1994 werden de onderdelen van het POC echter gesloopt omdat het bedrijf zich terugtrok uit het sociaal-culturele functioneren van de stad.
Sinds 1964 konden Eindhovenaren voor toneel terecht in het Parktheater en sinds begin jaren negentig ook in het huidige Muziekgebouw, voor met name klassieke muziek. Wat echter verdween was een centraal punt waar veel mensen geregeld samenkwamen om van hun vrije tijd te genieten. Een gebouwencomplex met inloopfunctie waar in een mix van functies genoten kon worden van zowel de mogelijkheid om zelf iets te doen als om met anderen te genieten van het aanbod. De versnippering van het culturele veld sloeg toe, wat tot op de dag van vandaag te merken is. Bewoners en bezoekers komen met groot enthousiasme naar de binnenstad, maar meestal om óf te winkelen en te eten, óf naar een vertoning (films, voetbal, enz.).
Wat we van expats vaak horen is dat ze niet weten waar ze moeten zijn of wanneer er voor hen potentieel interessante zaken geprogrammeerd staan. Op één of andere manier komen de ‘Expat Hub functie’ (one stop shop), het Spouses Programme, de programmering van de verschillende culturele partijen, de informatiestroom daarover, de veelzijdige horeca en de bedrijven die de expats in dienst hebben, in Eindhoven niet logisch samen. Niet op papier, maar zeker ook niet fysiek. Veel vrouwen van kenniswerkers voelen zich ongezien, opgesloten en er is nergens plek om elkaar te kunnen treffen zonder dat je meteen iets moet bestellen of waar je kinderwagen nauwelijks naar binnen past.
In ons land is al heel veel geëxperimenteerd met de opzet en vorm van zogenaamde gemeenschapshuizen (bijvoorbeeld een Kulturhuset), maar het platteland lijkt daar beter in te zijn geslaagd dan de stad. Het uitgangspunt is echter vrijwel altijd hetzelfde: hoe kunnen we op een aantrekkelijke en symbiotische manier vrijetijdsfuncties samenbrengen zodat gebruikers niet verdwaald raken in het toch altijd wat versnipperde aanbod? We hebben hier in Brainport geen duidelijke (trotse en vertrouwde) plek waarvan je weet dat er altijd iets gebeurt als je ernaartoe gaat en dat je er altijd goed geïnformeerd weer weggaat; dat je vandaaruit je keuzes kunt maken en dat je kennis hebt genomen van de mensen, plekken en bijeenkomsten die voor jou ertoe doen. Maar ook dat je juist verrast bent en dat het tot spontane ontmoetingen is gekomen of kan komen waar je juist nog helemaal niet aan gedacht had.
Het lijkt me derhalve hoog tijd voor een Eindhoven Community Centre, dat 24/7 gastvrij geopend is voor iedereen, waar je een mensa aantreft om wat te eten en koffiehoekjes om af te spreken of te werken, waar de VVV zit en Studio040, waar exposities, lezingen, debatten, concerten en feesten zijn. Het moet overlopen in de reeds bestaande functies in de stad, het dubbelt niet met bestaande ondernemers maar vult aan en verbindt, het is een plek waar iedereen zich altijd welkom voelt. Het bestrijdt eenzaamheid, bevordert interculturele uitwisseling, informeert en roept op en biedt een podium voor creativiteit.
Het liefst zou ik de Markt overdekken zodat via een prachtige open constructie er een levend web ontstaat echt middenin de stad, maar het gebouw van de voormalige V&D zou ook heel geschikt zijn (geweest…). Sinterklaas, Carnaval, het Suikerfeest, het Lichtfeest, Chinees Nieuwjaar, Thanksgiving, Week tegen het Pesten of 18 september: dat je gewoon weet dat er vanuit het ECC altijd iets te doen is en dat je nooit onverrichterzake weer vertrekt. Hebben stad en ommeland eindelijk eens iets waar ze het heel makkelijk over eens kunnen worden, ook qua inzet en financiering lijkt me zo: iedereen profiteert immers in gelijke mate.