Arnold Stokking © Nina Crebas
Author profile picture

Neem de huizenfabriek van Jan Hoppen, een mooi voorbeeld als het gaat om circulair bouwen. Daar rollen vanaf 2023 jaarlijks duizend flexwoningen van de lopende band. De woningen zijn al voor 95 procent klaar wanneer ze de fabriek verlaten. Alleen de laatste afwerking gebeurt op de bouwplaats. De tijdelijke huizen worden voor vijftien jaar geplaatst, daarna gaan de materialen terug naar Homes Factory, het bedrijf van Hoppen. De materialen worden dan gebruikt voor nieuwe modulaire woningen (verplaatsbaar) of om permanente huizen mee te bouwen.

“We werken voornamelijk met duurzame materialen. De buitenkant van de huizen is bijvoorbeeld van bamboe gemaakt. Dat is sterk en we kunnen er CO2 in opslaan”, vertelt Hoppen. “De kostprijs is nu ongeveer gelijk aan de traditionele bouw. Vanwege het herbruikbare karakter is de prijs in de toekomst waarschijnlijk dertig tot veertig procent lager.”

Jan Hoppen
Jan Hoppen © Nina Crebas

Circulaire vakantiehuisjes

Ook Wim Twigt zet zich al volop in voor verduurzaming in de bouw van vakantieparken in Zeeland. “Na vijftien tot twintig jaar gaan vakantieparken helemaal op de schop en komt er weer iets anders”, begint hij. “Het zou mooi zijn als we materialen dan weer kunnen hergebruiken in plaats van weggooien.” Daarnaast draait de recreatiesector grotendeels om beleving. Daarin kan circulariteit en duurzaamheid volgens Twigt een belangrijke rol spelen. “Je moet je inleven in ontwikkelingen in de samenleving.” Maar hoe zit het dan met betaalbaarheid? Twigt heeft een duidelijke visie: “Zolang we blijven redeneren in euro’s wordt het lastig. Maar wat als negatieve impact ook een waarde heeft? Dan wordt het ineens anders.”

Van plan naar uitvoering

We moeten helemaal anders gaan denken, dat is zo’n beetje de boodschap van alle lopende projecten rondom circulaire bouw. Deze projecten laten zien dat het mogelijk is om duurzaam te bouwen met hernieuwbare grondstoffen, maar zijn ook nog maar een druppel op een gloeiende plaat. Er zijn daarentegen wel enorm veel actieagenda’s en plannen. Die plannen moeten nu omgezet worden in daden, het is tijd voor actie. Dat benadrukt ook Jeannette Levels, mede-eigenaar en senior adviseur duurzaamheid bij LBP|SIGHT, tijdens de ENZuid Top Groene Chemie en Nieuwe Economie, georganiseerd door Economisch Netwerk Zuid Nederland (ENZuid).

In het economisch netwerk zijn onder andere drie provincies actief. Samen met andere organisaties hebben zij een programma opgezet genaamd Groene Chemie, Nieuwe Economie. Daarnaast zijn de betrokken partijen bezig met verschillende projecten rondom circulaire economie, met name duurzame bouw. Tijdens de conferentie zaten er vooral bestuurders in de zaal. Zij spelen een belangrijke rol in innovatie, stelt Arnold Stokking, voorzitter van het programma Groene Chemie, Nieuwe Economie. “Innovaties op het gebied van circulaire economie worden niet door de economie gevraagd, maar door de maatschappij. Dat maakt het lastig om er financiering voor te krijgen. Daarom hebben we beleid nodig”, stelt Stokking.

Daar is Levels het mee eens. Zij denkt dat er structurele financiele middelen bij de overheid nodig zijn voor de overgang naar een circulaire economie. Daarnaast is er volgens haar regulering vanuit de overheid nodig. “Ik denk dat het economisch integreren van negatieve milieu-impact de enige manier is waarop we echt iets kunnen veranderen op korte termijn”, zei ze daar eerder over tegen Innovation Origins.

Duurzame warmte

Ondertussen worden de eerste stappen naar een duurzame economie en industrie gezet. Zo zet kenniscentrum Brightsite de komende tijd in op plasma. Dat is een potentiele, duurzame vervanger van gas in de industrie. Het draagt bij aan het elektrificeren van chemische processen. Om energie om te wekken wordt dan gebruik gemaakt van een elektrische vlam in plaats van de verbranding van methaan. “Plasma kun je zien als een wolk met veel energie. Daarin kun je verschillende chemische reacties laten plaatsvinden”, stelt Hans Linden, programmamanager bij Brightsite. “Ons uiteindelijke doel is om geen aardgas meer te verbranden voor warmte.”

Om echt succesvol te zijn, hebben projecten en bedrijven ondersteuning, duidelijke regelgeving, samenwerkingen en een visie nodig. Is die tijd er nog wel? Om ervoor te zorgen dat we in 2050 geen CO2 meer uitstoten, moeten we – zeker in de bouw – nu al op grote schaal circulair handelen. Bouwprojecten worden immers voor een lange periode neergezet. Er is een gevoel van haast onder de aanwezige bestuurders. Maar aan de andere kant moeten we nu investeren in de lange termijn en kijken naar praktisch en maatschappelijk haalbare initiatieven. Overhaaste beslissingen passen daar niet in. Het is een eeuwig durende tweestrijd; welke weg slaan we in?

Samenwerking

Dit artikel is gemaakt in een samenwerking tussen ENZuid en onze redactie. Innovation Origins is een onafhankelijk journalistiek platform dat zijn partners zorgvuldig uitkiest en uitsluitend samenwerkt met bedrijven en instellingen die achter onze missie staan: het verhaal van innovatie verspreiden. Op die manier kunnen wij onze lezers waardevolle verhalen aanbieden die volgens journalistieke richtlijnen tot stand zijn gekomen. Wil je meer weten over hoe Innovation Origins samenwerkt met andere bedrijven? Klik dan hier