Author profile picture

Meer dan dertig Nederlandse chipbedrijven, waaronder zwaargewichten ASML en NXP, doen een dringend appel op het kabinet voor jaarlijkse investeringen tot €150 miljoen. Ze vrezen dat zonder steun de sector zal uitwijken naar het buitenland, waar concurrerende markten lokkende financiële prikkels bieden. Deze collectieve noodkreet is geen dreigement maar een ‘positieve waarschuwing’, gericht op het behoud van de sterke positie van Nederland in de hoogtechnologische chipindustrie. De toekomst van de Nederlandse chipsector staat op het spel.

De Nederlandse chipindustrie behoort tot de wereldtop, met bedrijven als ASML en NXP die vooroplopen in de ontwikkeling en productie van halfgeleiders. De oproep aan het kabinet onderstreept de belangrijke bijdrage van de chipsector aan de Nederlandse economie en de noodzaak om deze positie te waarborgen.

De noodzaak van overheidsinvesteringen

De vraag is duidelijk: de chipsector pleit voor een jaarlijkse injectie van €100 tot 150 miljoen, oplopend tot een totaal van €2,1 miljard gedurende de komende zes jaar. Dit bedrag is niet alleen bedoeld om de nationale concurrentiepositie te behouden, maar ook om de samenwerking binnen de sector te versterken en innovatie te stimuleren.

Paul Verhagen van ASM International benadrukt de urgentie van de situatie. De intense mondiale concurrentie en de investeringen van andere landen in hun chipindustrieën maken overheidshulp essentieel om in Nederland een aantrekkelijk klimaat voor chipfabrikanten te behouden.

Internationale verleiding en eerlijke concurrentie

Núria Barceló Peiró van NXP wijst op het belang van eerlijke concurrentie. Zij stelt dat sommige bedrijven binnen de sector aanzienlijk verdienen, maar zonder evenredige overheidssteun dreigt het speelveld scheef te groeien. Andere regio’s lokken met financiële prikkels, waardoor het voor Nederlandse bedrijven aantrekkelijk wordt om hun activiteiten te verplaatsen.

Hans de Boer, voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW, versterkt dit beeld door te verwijzen naar de ‘warme douche’ van voordelen die Nederlandse chipbedrijven in het buitenland ervaren. De kans op afvloeiing van groei naar andere landen is reëel als Nederland niet concurrerend blijft.

Verbintenis aan Nederland onder druk

Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland, benadrukt de toewijding aan Nederland. Hij geeft aan dat Nederlandse chipfabrikanten bij voorkeur in het thuisland blijven opereren, maar stelt dat dit alleen haalbaar is als de kosten concurrerend zijn. Dit onderstreept de druk die bedrijven voelen om rendabel te blijven in een snel evoluerende markt.

De chipbedrijven benadrukken dat hun oproep serieus genomen moet worden. Hoewel ze voorzichtig zijn om niet te dreigend over te komen, gezien de naderende kennismakingsafspraken met de overheid, is de intentie om de situatie met enige urgentie te benaderen onmiskenbaar.

Strategische positie van Nederland

Het kabinet staat nu voor een belangrijke beslissing. Investeren in de chipsector is niet alleen een kwestie van nationaal belang, maar ook een investering in de toekomstige stabiliteit en welvaart van Nederland. Het is een kans om de pioniersrol van Nederland in de chipindustrie veilig te stellen en verder uit te bouwen.

Het is nu aan de politiek om te reageren op deze ‘positieve waarschuwing’ van ChipNL. Met gerichte investeringen kan de Nederlandse regering de chipsector een stevige basis bieden en de weg vrijmaken voor verdere groei en innovatie. De keuze die nu gemaakt wordt, zal de koers van deze cruciale industrie voor de komende jaren bepalen.