Mensen met hartfalen hebben weinig energie. Daardoor zijn alledaagse activiteiten vaak een grote uitdaging en ligt een sociaal isolement op de loer. In Nederland hebben meer dan 250.000 mensen last van hartfalen. Bij deze chronische aandoening kan het hart het bloed niet goed door het lichaam pompen. Patiënten met hartfalen worden regelmatig opgenomen in het ziekenhuis en hebben veel periodieke zorg nodig. Vervelend voor de patiënten en een grote belasting voor de zorg. Het slechte nieuws: het aantal patiënten dat hier last van heeft, stijgt de komende jaren, onder andere door de vergrijzing. Dat maakt hartfalen een groeiend maatschappelijk probleem.
Waarom dit belangrijk is:
De zorg komt onder druk. De vraag stijgt, de kosten rijzen de pan uit en het personeelstekort loopt op. Technologische innovaties dragen bij aan verbeteringen in de zorg. De link tussen de wetenschappelijke ontwikkelingen en de implentatie in de praktijk is belangrijk om ook echt impact te hebben op de dagelijkse zorg. Cardioloog Hareld Kemps kan dit van beide kanten bekijken.
Hareld Kemps is cardioloog bij het Máxima Medisch Centrum en sinds kort hoogleraar aan de faculteit Industrial Design bij de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Hij zet zich al meer dan twaalf jaar in voor mensen met hartfalen. Hij begon zijn carrière als sportarts en werd daarna cardioloog. “Ik ben gepromoveerd op inspanning bij hartfalen en altijd bezig geweest met het verbeteren van de hartrevalidatie in de regio”, vertelt Kemps.
Op 8 februari werd hij geïnaugureerd. “Bij Industrial Design worden mensen opgeleid om onderzoek te doen en onderwijs te geven op het gebied van ontwerp. Als ontwerpers meedenken over de zaken die in het ziekenhuis spelen, dan gebeuren er heel interessante dingen. Het is mijn rol om mensen samen te brengen, zodat innovaties ook echt in de praktijk gebracht worden.”
Healthy Heart @ Home Symposium
Voorafgaand aan de inauguratie van Hareld Kemps op 8 februari organiseerde e/MTIC, Máxima Medisch Centrum en de faculteit Industrial Design bij de TU/e een symposium. Verschillende experts zijn aan het woord geweest over de behandeling en preventie van ziekenhuisopname bij hartfalen en de rol van technologie in de zorg. Daarnaast was er ook een paneldiscussie, PhD pitches, ProCon sessie en FireChat. Het symposium was toegankelijk voor iedereen die zich bezighoudt met MedTech, van wetenschappers tot ondernemers en politici.
Hoe groot is het probleem rondom hartfalen?
“De acute behandeling bij hartproblemen is veel beter dan vroeger. Er overlijden nu bijvoorbeeld veel minder mensen aan een hartinfarct dan tien jaar geleden. Ook de behandeling van andere ziektes en aandoeningen verbetert snel. Daardoor worden mensen ouder. Juist deze oudere mensen hebben vaker te maken met een slechte hartfunctie. Jaarlijks krijgen ziekenhuizen te maken met meer dan 30.000 opnames voor hartfalen. De gemiddelde kosten van een patiënt met deze aandoening lopen al snel op tot €30.000 per patiënt. Dat zorgt voor een grote druk op ziekenhuizen, zowel qua budgetten als personeel.”
Wat zijn de mogelijke oplossingen?
“Een derde van de patiënten belandt in de eerste dertig dagen na een ziekenhuisopname opnieuw in het ziekenhuis. Nu meten we waardes als het gewicht, de bloeddruk en symptomen. Wanneer een van deze factoren verandert, is het eigenlijk al te laat om nog iets te doen. Daar is verbetering mogelijk, bijvoorbeeld door continu monitoren van de hartslag, ademhaling en slaap met een slim horloge. Dan doen we nu al in studies. Daarnaast zijn we op zoek naar nog betere sensoren die factoren kunnen meten waarmee we betere preventieve zorg kunnen leveren en de behandeling nog vroeger kunnen aanpassen voordat het misgaat.”
“Een factor die ons kan helpen, is het meten van de trillingen van het hart. Daaraan kunnen we zien wanneer het hart overbelast is. Er lopen nu onderzoeken naar de mogelijkheden om harttrillingen te meten met een smartphone om veranderingen van de druk in het hart in te kunnen schatten. Exacte drukmetingen zijn nu al mogelijk, met een sensor die in de longslagader geplaatst moet worden, maar dat is een dure en heftige ingreep. Ik hoop dat we in de toekomst de mogelijkheid hebben om dit op een betaalbare en niet invasieve manier toe te passen, zodat het toegankelijk wordt voor een grote groep mensen.”
Hoe zit het met de revalidatie?
“Dit zijn allemaal manieren om te zorgen dat patiënten stabiel blijven. Maar de zorg houdt niet op wanneer dat punt eenmaal bereikt is. Dan willen we er namelijk alles aan doen om mensen weer fit te krijgen. We kijken dus ook naar de mogelijkheden van de revalidatie in de thuisomgeving. Hierbij is het heel belangrijk om duidelijk te krijgen wat een patiënt kan en hoe zijn dag eruitziet. Het gaat dan over beweging, maar ook over voeding, slaap, stress en angst. Er werkt vaak een heel team van zorgprofessionals rond een patiënt, denk aan een fysiotherapeut, cardioloog en psycholoog. Technologie kan helpen om alles op afstand goed te organiseren. Denk aan de eerder genoemde sensoren om waarden te meten, maar ook aan beeldbellen. Dit wordt op dit moment al op grote schaal ingezet om het contact tussen de professional en de patiënt makkelijker te maken.”
Door thuis te monitoren, leren we de patiënt beter kennen
Hareld Kemps
Waarom zet je volledig in op thuis monitoren?
“De belangrijkste reden: door thuis te monitoren, leren we de patiënt beter kennen. Als je geen afstandsmonitoring doet, zie je patiënten alleen op het spreekuur. Daardoor lopen we altijd achter de feiten aan. Hoe goed ken je iemand als je die persoon een paar keer per jaar tien minuten ziet? Door de gegevens van de monitoring krijgen we een veel completer beeld.”
“In de toekomst kunnen patiënten misschien zelfs thuis geholpen worden. Denk aan een praatrobot die instructies geeft bij oefeningen. Dat helpt de patiënten, maar ook de zorgprofessionals. Er is een groot tekort aan mensen en door ondersteuning met technologie kan het zorgpersoneel zich richten op de belangrijkste aspecten waarbij menselijke aandacht onmisbaar is.”
Wat kan technologie betekenen?
“Ik houd van nieuwe gadgets en ik geloof dat dit bij deze groep mensen echt een verschil kan maken. Er zijn zoveel vooroordelen over oudere mensen als het gaat om het gebruik van technologie. Maar dat wil ik doorbreken. Met de goede begeleiding kan technologie deze patiënten echt goed helpen. De monitoring is veel beter waardoor de behandeling beter aansluit.”
Nieuwe beweging
“Mijn onderzoek gaat niet alleen over het monitoren en behandelen van hartfalen, maar ook over het systeem eromheen. Het is een hele nieuwe beweging. Ook huisartsen en bedrijven die de technologie ontwikkelen zijn daar onderdeel van. Daarnaast is er veel wetgeving rondom privacy en nieuwe medische apparatuur. Dat maakt het een lang en kostbaar proces.”
“In de Brainportregio is er gelukkig al veel aandacht voor samenwerking. Zo zijn er hier meer dokters die ook hoogleraar zijn. We willen de samenwerking tussen de ziekenhuizen – het Catharina ziekenhuis en het Máxima Medisch Centrum – en de TU/e verder versterken de komende tijd. Daarin richten we ons vooral op de vraag; hoe kunnen we onderzoek nou echt in de praktijk brengen? Dat is namelijk een punt waarop we vaak vastlopen.”
Hoe denk je dat de toekomst eruitziet?
“Ik denk dat de zorg in de toekomst hybride wordt, zowel het thuismonitoren als de zorg in het ziekenhuis. Specialisten krijgen in dit scenario een meer coachende rol en kunnen zich richten op de complexe zorgvragen, in plaats van de korte afspraken tijdens het spreekuur. Daarnaast denk ik dat we meer multidisciplinair gaan samenwerken, dus dat er echt een team van professionals rond een patiënt ontstaat in plaats van allemaal losse specialisten met losse spreekuren. Dan heeft de patiënt ook één aanspreekpunt, dat is veel overzichtelijker. Ik hoop dat we uiteindelijk niet alleen problemen oplossen, maar mensen ook echt structureel helpen met een betere leefstijl en daarmee een betere gezondheid.”