Russische spionnen zouden onderzeese infrastructuur in de Oostzee in kaart hebben gebracht, waaronder offshore windmolenparken, gaspijpleidingen en stroom- en internetkabels in de wateren van Denemarken, Noorwegen, Finland en Zweden. Dit wekt bezorgdheid over mogelijke sabotage en de gevolgen daarvan voor de stroomvoorziening van Noordwest-Europa. De documentaireserie “Skyggekrigen” van DR onthulde deze informatie in samenwerking met andere Scandinavische media.
Deskundigen suggereren dat deze activiteiten deel uitmaken van de voorbereidingen van Rusland op een grootschalig conflict met het Westen, waarbij de verzamelde inlichtingen mogelijk worden gebruikt door GUGI, een Russisch militair programma voor onderwateroorlogsvoering. De mogelijke sabotage van deze infrastructuur zou ertoe kunnen leiden dat hele regio’s of sectoren van de samenleving in de problemen komen. De ambassadeur van Rusland in Noorwegen, Teymuraz Ramishvili, beweert dat onderzoeksschepen het internationale recht volgen en hun werk via diplomatieke kanalen coördineren.
Onderwatersabotage: Hoe werkt het en wat staat er op het spel?
Onderzeese kabels vervoeren 95% van de wereldwijde digitale gegevens en de toegenomen Russische activiteiten in de buurt ervan geven aanleiding tot bezorgdheid. Het Russische hoofddirectoraat voor diepzeeonderzoek (GUGI) beschikt over spionageschepen, gespecialiseerde onderzeeërs en kan hydronauten, mini-onderzeeërs of onderwaterdrones inzetten. In 2018 had Rusland 17 projecten voor onderwaterdrones lopen. Potentiële aanvalsmethoden omvatten het tot ontploffing brengen van torpedokoppen of het neerleggen van op afstand geactiveerde mijnen.
Pijpleidingen en kabels verschillen als doelwit; pijpleidingen zijn gemakkelijker te lokaliseren, maar vereisen een grote explosieve lading vanwege de bescherming. Nord Stream 1 heeft bijvoorbeeld een 11 cm dikke betonnen coating. Deense functionarissen verklaren dat elke explosie in de Nord Stream 1 en 2 pijpleidingen gelijk was aan 500kg TNT. Een aanval op de onderzeese infrastructuur zou kunnen leiden tot moeilijkheden bij het in bedrijf houden van hele regio’s of sectoren van de samenleving. De mogelijke sabotage van dergelijke infrastructuur doet de vraag rijzen hoe afhankelijk we ervan zijn en hoe we ze moeten beschermen.
Kan Europa zijn onderzeese kabels beschermen tegen sabotage?
De EU heeft zich gericht op de bescherming van onderzeese kabels tegen sabotage. De Europese Commissie en het Parlement hebben zich beziggehouden met de bescherming van kritieke infrastructuur. EU-Commissievoorzitter Ursula von der Leyen heeft een vijfpuntenactieplan gepresenteerd. De richtlijn kritieke infrastructuur (NIS2) heeft echter vooral betrekking op cyberveiligheid, niet op fysieke aanvallen of onderwaterinfrastructuur.
In een verslag aan het Europees Parlement wordt onder meer aanbevolen de samenwerking met de industrie te versterken, de reparatiecapaciteit te vergroten, de kwestie op de diplomatieke agenda te plaatsen en het mandaat van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) als beleidsinstrument te herzien. Ondanks deze inspanningen blijft de infrastructuur echter kwetsbaar en kunnen de gevolgen van een geslaagde sabotage catastrofaal zijn.
Knooppunten en de gevolgen van sabotage
Knooppunten, waar meerdere kabels door smalle wateren lopen, zijn kwetsbaar voor geopolitieke geschillen en vormen een groter risico op schade. Sommige steden fungeren als hubs voor talrijke kabels, en als die in gevaar komen, kan dat een grote verstoring van het internet veroorzaken. De Rode Zee, bijvoorbeeld, wordt beschouwd als de meest kwetsbare plaats op aarde voor internetinfrastructuur: ongeveer 17% van het wereldwijde internetverkeer loopt via de kabels daar.
Volgens sommige deskundigen is de angst voor mogelijke Russische sabotage overdreven en is de kans op een succesvolle sabotage zeer klein. Niettemin blijft versterking van de internetinfrastructuur van vitaal belang om aanzienlijke verstoringen van de wereldwijde communicatie en handel te voorkomen. De mogelijke gevolgen van sabotage zijn het verlies van connectiviteit, verstoring van clouddiensten, en schade aan economieën en bestuur.
Onderzeese infrastructuur beschermen en risico’s beperken
De inspanningen om de onderzeese infrastructuur te beschermen omvatten de ontwikkeling van nieuwe bewakings- en controlesystemen, samenwerking met internationale partners en de uitvoering van beleid om de veerkracht te vergroten. De Britse Koninklijke Marine is bijvoorbeeld bezig met de lancering van een oceaanbewakingsschip, dat naar verwachting in 2024 operationeel zal zijn.
Hoewel de dreiging van sabotage een punt van zorg blijft, is het essentieel de infrastructuur te blijven versterken en kwetsbaarheden aan te pakken. Dit houdt onder meer in dat de aandacht wordt toegespitst op knelpunten, dat wordt samengewerkt met belangrijke partners en de industrie, en dat nieuwe technologieën en strategieën worden ontwikkeld om de risico’s te beperken en ervoor te zorgen dat de wereldwijde internet- en energie-infrastructuur blijft functioneren.