High Tech Campus Eindhoven
Author profile picture

High Tech Campus Eindhoven blijft koploper in innovatie-investeringen
Terwijl Brabant al jaren het hoogste scoort op het gebied van private investeringen in Research & Development (R&D, Onderzoek en Ontwikkeling), blijft de bijdrage van de publieke instanties op dit gebied achter bij andere delen van het land. Een inventarisatie van het Rathenau Instituut maakt duidelijk dat de overheidsbijdragen aan innovatie in Brabant zowel relatief als absoluut achterlopen. Wat betreft private innovatie-investeringen blijft High tech Campus Eindhoven voor heel Nederland de toonzetter.

Zuid-Holland kent de meeste R&D-uitgaven, met een bijna gelijke verdeling tussen publiek (o.a. universiteiten, TNO en UMC) en privaat. In Noord-Brabant daarentegen domineren de private R&D-uitgaven (zo’n 80% – jaarlijks 1,7 miljard – daarvan uit Brainport Eindhoven, met onder meer ASML, Philips en NXP). De Brabantse publieke R&D-uitgaven steken daar schril bij af. Van die publieke bijdrage nemen de twee universiteiten in Eindhoven en Tilburg het leeuwendeel voor hun rekening, zegt Jasper Deursen van Rathenau. Daarnaast komt volgens hem een (kleiner) deel van de Nederlandse Defensie Academie in Breda en de hogescholen in de provincie.

In de provincie Groningen domineren de publieke R&D uitgaven en in de provincies Flevoland, Friesland, Drenthe en Zeeland wordt in het geheel weinig aan R&D uitgegeven.

Om de landelijke doelstellingen te behalen moeten de totale R&D uitgaven door overheid, bedrijven en overige financiers met ongeveer 5,5 miljard stijgen. Met name de private R&D-uitgaven blijven achter bij andere landen.

In 2016 gaf de Nederlandse overheid volgens Rathenau (dat zich baseert op CBS-cijfers) 2,7 miljard euro uit aan steun voor innovatie. Hiervan werd 1,15 miljard euro uitgegeven als fiscale steun, en 1,2 miljard euro voor innovatierelevante onderzoeksuitgaven. Deze laatste post bestaat met name uit uitgaven van het (toenmalige) Ministerie voor Economische Zaken voor het bedrijvenbeleid (40%), het Toekomstfonds (14%), en innovatie relevante R&D voor energie en landbouw (15%) en de topsector-relevante uitgaven van Ministerie van OCW (24%). Naast deze 2,7 miljard euro werd via de innovatiebox 1,4 miljard euro minder aan belasting geheven over winsten uit eerdere R&D- en innovatie-investeringen van bedrijven.