Gepersonaliseerde dialyse, waardoor ernstige bijwerkingen zoals hartritmestoornissen kunnen worden voorkomen. Dat moet mogelijk worden dankzij een nieuwe microsensor van de TU/e. Manoj Kumar Sharma promoveert komende donderdag op zijn onderzoek naar deze microsensor, waarmee je de samenstelling van nierdialysevloeistof kan monitoren en waar nodig bijsturen.
Tijdens een nierdialyse wordt het bloed van een nierpatient langs een membraan geleid, met aan de andere kant de dialysevloeistof. Het bloed heeft vaak een hogere concentratie aan zouten dan de dialysevloeistof, waardoor dit in die vloeistof terecht komt. De snelheid waarmee dat gebeurd verschilt per patient, aangezien elke patient weer een andere concentratie aan zouten in zijn bloed heeft. Door dit proces kunnen ernstige bijwerkingen ontstaan, zoals hartritmestoornissen en botaantastingen. Om dit te voorkomen zou je dus de concentratie van zouten in de dialysevloeistof goed in de gaten moeten kunnen houden en met de microsensor van Sharma wordt dat mogelijk.
Sharma ontwikkelde een systeem waar de dialysevloeistof doorheen stroomt en langs sensormoleculen stroomt die alleen oplichten als er een zout aanwezig is. Door een laser te gebruiken en met glasvezels het licht dat van de microsensor afkomt op te vangen, kan de concentratie van natrium worden uitgelezen. Hij verwacht dat het relatief eenvoudig zal zijn om het microsysteem, dat nu ongeveer 5×2 cm is, uit te breiden zodat ook kalium en fosfaat uitgelezen kunnen worden.
De onderzoeker denkt dat zijn techniek zeer goede kans maakt om toegepast te gaan worden in dialysemachines. De techniek is relatief goedkoop, stabiel en zeer accuraat. Daarnaast verwacht hij dat zijn sensorsysteempje nog verder verkleind kan worden, naar ongeveer 1×1 centimeter, waardoor het makkelijker zal passen in dialysemachines. Ook kan zijn techniek op termijn onderdeel worden van een draagbare kunstmatige nier, een oplossing die het leven van nierpatiënten een stuk eenvoudiger zal maken. Sharma voerde zijn onderzoek uit in samenwerking met Maastricht UMC + en met steun van de Nierstichting