In de week van de circulaire economie besteden tal van mensen, instellingen en organisaties extra aandacht aan die samenleving van de toekomst waarin we grondstoffen opnieuw gebruiken en natuurlijke hulpbronnen alleen gebruiken als dat duurzaam kan. Zo laat Brainport Industries Campus (BIC) is gevestigd op een terrein van zo’n tweehonderd hectare, waar de maakindustrie zich met de natuur verenigt, zegt stedenbouwkundige Simon Dona. Dona werkt sinds 2008 als supervisor voor dit gebied.
BIC bestrijkt het hele gebied van de Antony Fokkerweg tot aan knooppunt Batadorp. Van de tweehonderd hectare is zestig hectare bestemd voor de industrie. De overige honderdveertig is en blijft natuurlandschap of moet zich in de komende jaren tot natuurlandschap ontwikkelen. In 2019 opende het eerste pand voor ‘de fabriek van de toekomst’ zijn deuren voor bedrijven .
Intensief ruimtegebruik
De eerste plannen voor het gebied ontstonden echter al in 2010, vertelt Dona. Het heette toen nog geen BIC, wel waren de provincie Noord-Brabant, de gemeente Eindhoven en Brainport Industrie er van plan een bedrijventerrein te bouwen. De initiatiefnemers hadden verschillende belangen, vertelt de stedenbouwkundige.
“Zo wilden de gemeente en de provincie het vestigings- en leefklimaat verbeteren. Daarbij was het belangrijk om het centrum van de stad te verbinden met het land eromheen. Voor de maakindustrie was het juist belangrijk om op wereldschaal te kunnen blijven concurreren als high tech toeleveranciers. Wat voor omgeving hoort daar dan bij? Als je zulke vragen gaat stellen, dan kom je uit op een ander antwoord dan gewoon ‘bedrijfsterrein’.”
Intensief ruimtegebruik werd het adagium. Daarbij wordt er zo min mogelijk landschap gebruikt voor bebouwing. Het plan ontstond om binnen een gebouw ruimte te creëren voor meerdere fabriekshallen, kantoren en klaslokalen, waarin de hele keten van de maakindustrie erbij elkaar komt.
Puzzel
“Zo bespaarden we oppervlakte aan bedrijfsterrein. Minder bouwen was heel belangrijk voor de verbinding tussen stad en land. Daarnaast maak je de omgeving nog eens aantrekkelijker voor mensen die in die fabriek werken. Door de hele keten van bedrijven en onderwijsinstellingen bij elkaar te brengen stimuleer je ook duurzame samenwerking. Je combineert bijvoorbeeld school en productie. Zo inspireer je jongeren om in de industrie te werken.”
Dat idee van intensief bouwen was het begin van een puzzel. “Want uiteindelijk ga je wel bouwen in een natuurgebied. En bijna iedere boom in het Nationaal Natuurlandschap Brabant (NNB) heeft een beschermde status.” Dat betekent dat als je een boom weggehaalt, je die moet compenseren.
Bij die compensatie speelde de Ekkersrijt, een beekje dat vanaf Eindhoven Airport richting het Dommeldal stroomt, een belangrijke rol. Het is een smal beekje dat tussen de weilanden doorstroomt, in de zomer soms droogstaat en soms zorgt voor overstromingen, vertelt Dona. “Dat beekje is eigenlijk geen natuur, maar afwatering. We maken van dat beekje een bijna honderd meter breed beekdal. Tijdens een hevige regenperiode wordt het teveel aan water afgevoerd en opgevangen in het natuurgebied. Zo zijn er minder overstromingen en wordt het gebied in staat gesteld om water op te vangen. En je kunt weer heel mooie overgangen maken tussen natte en droge landschapen, wat weer heel interessant is voor de planten en de dieren.”
Nieuw natuurgebied
Het gaat binnen BIC niet alleen om de beschermde natuurgebieden, maar bijvoorbeeld ook om stroken langs de snelweg. “De plassen zijn ook onderdeel van het watersysteem van BIC. En een aflopende helling geeft allerlei fauna de kans om te groeien. Dat zijn de eerste stappen om er een zogenoemde ‘natte natuur’ te ontwikkelen. Daarmee komen we buiten het compensatiegebied. Dat waren eerst akkers of weides. Wij maken er natuurgebied van.”
Over duurzaamheid gesproken, het BIC-gebouw is circulair. Het is te demonteren en het materiaal is opnieuw te gebruiken. Ook de modulaire bouw maakt dat het voor elk bedrijf naar de eigen wensen is in te richten. “Met het gebouw stimuleren we daarnaast efficiënt materiaalgebruik. Afvalstromen worden gedeeld, waardoor kansen ontstaan om restmaterialen weer te gebruiken.”
Op de begane grond van het pand is de gezamenlijke logistiek. Bedrijven kunnen daar laden en lossen. “Het is allemaal ingericht met de gedachte dat als we het samen kunnen doen het efficiënter is. Als je bijvoorbeeld titaniumafval gezamenlijk kunt afvoeren, wordt het aantrekkelijk voor een recyclebedrijf om het op te komen. Zo hebben we het hele gebouw ingericht. Dat zie je ook terug in de infrastructuur. We hebben maar een paar honderd meter asfalt hoeven aan te leggen richting de entree.”
Geen gasleiding
Ook de energievoorziening is duurzaam. Leo van der Linden, contractmanager bij technisch dienstverlener EQUANS, is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de energiecentrale van BIC, onder de vlag van BIC Utility BV. “Het hele pand loopt op elektra, er is geen gasleiding naar het pand. Op het dak liggen zonnepanelen, warmte- en koudeopwekking gebeurt via het water in de grond”, somt hij op.
“Als EQUANS zijn we volop bezig met de energietransitie. Het is echt de manier van denken aan het worden.” Wat BIC voor Van der Linden een uitdagende locatie maakt, is dat er veel verschillende maakindustrie bij elkaar komt. “Een fabriekshal naast een kantoor, of een leslokaal. Bedrijven als Siemens en KMWE, Fluke of Summa College, ze hebben allemaal verschillende eisen. Voor de een heeft het productieproces de hoogste prioriteit, bij de ander is het het leslokaal waar er geen overlast mag zijn tijdens de les.”
BIC 2
Volgens Dona is een van de uitdagingen het ontwikkelen van duurzame productieprocessen. “Wat ik heb geleerd is dat het klimaat van een gebouw in deze sector erg bepalend is voor hoe je kunt werken. Als je in de metaalindustrie over wilt gaan van bijvoorbeeld frezen en stansen naar 3D-printen, dan wil je hele constante omgevingscondities hebben. Die nieuwe productiemethode is veel afhankelijker van schommelingen in klimaat.” Daarom is er vanuit de BIC Utility BV ook aandacht voor onder meer proceskoeling, persluchtgebruik en het werken met gedemineraliseerd- ofwel demiwater.
Dona: “Het gebouw is eigenlijk alleen maar een soort schil wat de condities verbindt. Ik vind het interessant hoe we voor die productiemethoden, zoals 3D-printen, de juiste condities creëren. Wat vraagt dat van een gebouw? Als we dat weten te realiseren dan dan stimuleren we daarmee ook de stap naar dat circulaire productieproces.”
BIC 1 staat. Maar er wordt al gesproken over het bouwen van een BIC 2. Dona: “Daarbij is het de vraag wat de industrie van morgen nodig heeft. Kunnen we daar een gebouw op inrichten? BIC 2 wordt geen BIC 1. Als je in BIC 1 vindt wat je nodig hebt, dan moet je naar BIC 1.”