© Fontys Sporthogeschool
Author profile picture

Een leven lang bewegen. Dat is niet alleen de slogan van het lectoraat Move to Be van Fontys Sporthogeschool, het is ook de droom van lector Steven Vos. Hij ontving eind vorig jaar de Deltapremie, een prijs voor toonaangevend praktijkgericht onderzoek met impact. Hij wil met ‘slimme oplossingen’ en ‘krachtige verbindingen’ tussen professionals, bedrijven en onderwijs- en kennisinstellingen iedereen meer laten bewegen. Van kinderen op de basisschool tot senioren in de wijk. Zijn onderzoeksaanpak kenmerkt zich door: klein beginnen en vooral gaan doen.

Al in 2007 werd het fundament voor Vos’ lectoraat gelegd, aldus Matty van Est, oud-directeur Fontys Sporthogeschool. Toen startte het lectoraat Fysieke Activiteit en Gezondheid, vanuit de locatie Tilburg. Samen met de sportopleidingen in Sittard vormde de locatie Tilburg Fontys Sporthogeschool. In 2012 verhuisden de sportopleidingen naar Eindhoven. Om één onderwijsinstituut te worden, gevestigd tussen de sportvelden van de Genneper Parken. Van Est startte in 2012 als directeur net na die verhuizing.

Motiverend beoordelen

“Dat groepje onderzoekers van het eerste uur, dat waren ook pioniers”, zegt van Est. “Zij hebben ervoor gezorgd dat praktijkgericht onderzoek werd geïntegreerd in het onderwijs. Een belangrijke stap om vervolgstappen te maken.” De onderzoeksgroep van de toenmalige lector Lars Borghouts deed onder meer onderzoek naar ‘basisscholen in beweging’ en ‘motiverend beoordelen’ binnen het voortgezet gymonderwijs, waarbij leerlingen niet enkel op hun sportprestatie beoordeeld werden.

Vanuit die basis ontwikkelde zich een reeks van nieuwe projecten. Zo leidde een van de eerste onderzoeksprojecten ‘Een punt voor gym!?’ tot vervolgprojecten rondom ’motiverend beoordelen’, onderwijsmodules in het bachelor en masteronderwijs, workshops voor gymdocenten, en de ontwikkeling van een internationaal position statement rondom motiverend beoordelingen in de Lichamelijke Opvoeding.

Eigen personeel

Bij haar aantreden als directeur verbreedde Van Est het blikveld van het onderzoek bewust over de focus van de gehele Sporthogeschool. “Niet alleen bewegen op school en tijdens de gymles stond centraal, maar ook bewegen voor bijvoorbeeld ouderen en de jeugd in de wijken.” Omdat Borghouts in 2012 de keuze maakte om zich vooral toe te leggen op het inhoudelijke onderzoek en niet langer op het managen van het lectoraat, moest Van Est op zoek naar een nieuwe lector. Van Est zocht iemand met die brede scope op bewegen en “iemand die de verbinding kon maken binnen de verschillende opleidingen van Fontys Sporthogeschool en met externen”. 

Van Est kwam er al snel achter dat “soms het goud onder je eigen personeel blijkt te zitten.” Steven Vos werkte al een jaar als docent bij Fontys. Na een sollicitatieprocedure bleek hij de ideale kandidaat. Het waren vooral Vos’ ondernemende en verbindende capaciteiten die Van Est aanspraken. “En zijn ruime ervaring in onderzoek.” Vos was eerder onderzoeker binnen de KU Leuven. Na zijn aanstelling als lector werd Vos in 2015 ook benoemd tot hoogleraar Design & Analysis of Intelligent Systems for Leisure Time Sports & Vitality aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e).

Steven Vos en Matty van Est tijdens de installatie van Vos als lector
Steven Vos en Matty van Est tijdens de installatie van Vos als lector (2013) © Fontys Sporthogeschool

Move to Be

Samen kozen Van Est en Vos in 2013 een nieuwe naam voor het lectoraat: Move to Be. Vos: “Met als ondertitel ‘slimme oplossingen voor een leven lang duurzaam en verantwoord sporten en bewegen’. Dat slimme slaat deels op de technologie, maar vooral ook op een slimme koppeling tussen gemeenten, bedrijven, onderwijs, professionals en mensen in de wijk. Als lectoraat willen we de voorwaarden creëren om bewegen voor iedereen mogelijk te maken.” 

Als start nodigden Van Est en Vos alle medewerkers binnen de Sporthogeschool uit om mee te doen en ideeën voor onderzoek in te dienen. Van Est: “We wilden een open netwerk creëren. Onderzoek aantrekkelijk maken voor iedereen. Een onderzoekende en nieuwsgierige houding moest vanzelfsprekend worden binnen Sporthogeschool.”

Vos: “We maakten als het ware een nieuwe start. De ervaren onderzoekers van het eerste uur vulden we aan met iedereen die interesse had om met praktijkgericht onderzoek mensen te motiveren meer te bewegen. Niet de meest efficiënte aanpak misschien, maar dat was niet belangrijk. Belangrijk was een positieve vibe te creëren rondom praktijkgericht onderzoek.”

Vos maakte veel mensen het leven toen even wat lastiger, zo vertelt hij. Hij zei de mensen niet wat ze moesten doen, maar vroeg ze wat ze interessant en leuk vonden. Hij liet ze zelf bepalen wat ze wilden doen. “We moeten als onderzoekers dicht tegen het werkveld, de professionals die we opleiden, aanzitten. Vanuit onze interesse en passie vertrekken, helpt daarbij. Die passie wilde ik koppelen aan onderzoeks- en onderwijsactiviteiten.”

Grote chaos

Er kwamen uiteenlopende onderzoeksvoorstellen en het duo honoreerde de meeste daarvan. Van Est: “Even was het grote chaos.” De onderzoekers in spe kregen ook cursussen als onderzoeksvaardigheden aangeboden. “Ons doel was mensen te laten ervaren dat onderzoek niet moeilijk en duur hoeft te zijn”, vertelt Vos. “Dat onderzoek vooral gaat om het systematisch nadenken over dingen. We wilden onderzoek uit het abstracte halen en actie ondernemen.”

Nog steeds vormt dat kleine en praktische de basis van hoe het lectoraat werkt, zegt Vos. “Ik zet samen met mijn team de inhoudelijke koers uit. Vervolgens ben ik de facilitator van die koers. De mensen uit mijn team werken vanuit hun expertise en kracht aan projecten binnen die inhoudelijke koers. Ze gaan heel autonoom te werk. Zelden of nooit sta ik in een cc van een e-mail. Tenzij een onderzoeker me nodig heeft om bijvoorbeeld iets te verantwoorden naar anderen.” 

Van Est en Vos creëerden een financiële basis waarin onderzoeksvoorstellen altijd gestart konden worden. Kleinschalig en zonder al te veel geld. Toen dat bleek te werken, kreeg Vos het managementteam van Fontys Sporthogeschool zo ver om dit soort projecten te blijven doen. Met een jaarlijkse investering van vijf ton. Vos: “Dat was voor ons de eerste enorme stap vooruit. We waren niet afhankelijk of een projectvoorstel dat al dan niet werd goedgekeurd.”

Daarop vult Van Est aan: “Deze basisfinanciering was een teken dat het onderwijs veel vertrouwen had in de impact van het lectoraat. Steven was erin geslaagd om deze interne verbinding tussen onderwijs en onderzoek te borgen. Hij legde daarmee de belangrijke basis om het onderzoek verder te professionaliseren.”  

Promotie

De volgende stap was investeren in promotietrajecten. Vos: “Misschien niet direct een taak van een hogeschool. Maar om de kennisontwikkeling van docent-onderzoekers te faciliteren is soms meerjarig verdiepend onderzoek nodig. Dat kan onder meer door te promoveren, via gesubsidieerd onderzoek.” Mark Janssen was de eerste docent-onderzoeker die binnen het lectoraat met een NWO promotiebeurs voor leraren aan de slag ging met een promotietraject. Ook hij startte klein vanuit zijn nieuwsgierigheid naar hardloopapps. Zijn promotieverdediging is op 27 januari bij de TU/e.

“Die promotietrajecten zijn een belangrijk kantelpunten geweest, waarmee we onze lange onderzoekslijnen verder konden uitbouwen.” Een leven lang bewegen is de slogan, de grote inhoudelijke koers. Daarbinnen zijn er drie kennisthema’s: leren bewegen, actieve leefstijl en een beweegvriendelijke omgeving. Die kennisthema’s gelden niet alleen voor het lectoraat, maar voor het hele instituut Fontys Sporthogeschool, legt Vos uit. “Daardoor is de koppeling tussen onderzoek en onderwijs niet meer weg te denken.”

Online leeromgeving

Als voorbeeld wijst Vos op de wisselwerking tussen het opleiden van studenten tot buurtsportcoach en het onderzoek naar de rol die buurtsportcoaches kunnen vervullen bij het beweegvriendelijk maken van wijken, zodat bewoners makkelijker en meer kunnen bewegen. Vanuit een onderzoeksproject gefinancierd door Regieorgaan SIA werd een onderzoeksproject ontwikkeld samen met onder meer Sport Service Noord-Brabant, Hanzehogeschool Groningen, Vereniging Sport en Bewegen, Kenniscentrum Sport en Bewegen en KennisLab Bior Noord. Uiteindelijk ontwikkelde het lectoraat samen met deze partners een online leeromgeving voor buurtsportcoaches.

Het lectoraat telt nu ruim twintig docent-onderzoekers. Allemaal met één been in het onderwijs en één in het onderzoek. Niet alle onderzoekers hebben een opleidingsachtergrond die je bij een Sporthogeschool zou verwachten, zegt Vos. Om te werken aan een beweegvriendelijke omgeving trok Vos bijvoorbeeld een planoloog aan. “Ik ben van mening dat als je iets ergens van wilt vinden, je het ook echt moet snappen. Zo heeft een planoloog onder meer verstand van de ruimtelijke omgeving.”

Historisch moment

Vos speelde ook een voorlopersrol in de landelijke samenwerking met de lectoraten van de acht sporthogescholen in Nederland, zegt Van Est. “Toen ik als directeur begon was die samenwerking er nauwelijks.” Deze samenwerking resulteerde eind 2021 in de ‘Praktijkgerichte Kennis- en Innovatieagenda Sport & Bewegen’. In 2016 werd door deze krachtenbundeling ook de samenwerking tussen hogescholen en universiteiten versterkt door het uitwerken van de Nationale Kennisagenda Sport en Bewegen waarvan Vos co-auteur was.

Van Est: “Een bijna historisch moment. Je bundelt de kracht van het hbo, praktijkgericht, met de kracht van de universitaire wereld, het fundamentele onderzoek. Als iemand een deel van de credits verdient voor die samenwerking, dan is het Steven wel. Hij is als Belg echt een vaandeldrager voor het sport- en beweegonderzoek in Nederland. Steven heeft echt een geweldige basis gelegd voor die landelijke samenwerking en krachtenbundeling.”

FITT

Ook de zogenoemde FITT-samenwerking met imec, TNO, TU/e, High Tech Campus Eindhoven en Twice, laat Vos’ kracht als verbinder zien, zegt Van Est. “Zet een paar enthousiastelingen bij elkaar met de vraag hoe we het voor elkaar krijgen om in de werkomgeving meer te bewegen.” Vanuit die vraag ontstond het FITT-traject. Inmiddels is er een Workplace Vitality Hub op de High Tech Campus in Eindhoven. Vos speelde ook daar volgens Van Est een belangrijke rol in. “We zijn gewoon begonnen, zonder een uitgebreide businesscase. We hadden vertrouwen in elkaar, we kenden elkaar en zijn gewoon gaan doen.” 

Bedrijven testen hun innovaties binnen de Workplace Vitality Hub uit. Met slimme technologie, data en kunstmatige intelligentie werken de FITT-partners samen met die bedrijven aan de werkomgeving van de toekomst. Vos: “Denk aan een systeem van sensoren die detecteren dat een vergaderzaal te vol zit en daardoor meer frisse lucht naar binnen laat blazen. Of een slimme bureaustoel die meet hoe je achter je bureau zit en je verleidt om je patroon te veranderen als je langdurig een verkeerde houding aanneemt. Maar ook aan een lamp boven je bureau die zich aanpast aan het daglicht en aan jouw situatie, zodat je optimaal kunt presteren.”

Dan is er nog de 5 ton die Vos verdiende met de Deltapremie. Hij wil die gebruiken om nog meer de wijken in te gaan. “Ik wil de mensen daar een stem geven. Hoe kunnen zij samen met professionals aan de slag gaan om een leven lang te kunnen bewegen?”

Samenwerking

Dit artikel is gemaakt in een samenwerking tussen Fontys Sporthogeschool en onze redactie. Innovation Origins is een onafhankelijk journalistiek platform dat zijn partners zorgvuldig uitkiest en uitsluitend samenwerkt met bedrijven en instellingen die achter onze missie staan: het verhaal van innovatie verspreiden. Op die manier kunnen wij onze lezers waardevolle verhalen aanbieden die volgens journalistieke richtlijnen tot stand zijn gekomen. Wil je meer weten over hoe Innovation Origins samenwerkt met andere bedrijven? Klik dan hier