Al begin jaren negentig had Adri Bout door dat de visserij ‘een niche zou worden, iets speciaals’. Met heel veel vallen, opstaan en opnieuw proberen kreeg Bout het voor elkaar om een succesvolle viskwekerij op te zetten. Heel de wereld wil van hem leren wat de succesformule is. “Mensen die denken dat deze formule simpelweg te kopiëren is, hebben het mis”, vertelt hij in het best gelezen verhaal van afgelopen week.
Een andere manier om vis te kweken (en tegelijkertijd groente te verbouwen) is aquaponics. Waar de mest van vissen wordt gebruikt om planten te voeden. Op de vijfde verdieping van een oud Philips-pand in Eindhoven kweekt Jos Hakkenes zijn eigen vis en groente. Zo’n vierhonderd vierkante meter heeft hij tot zijn beschikking om allerlei soorten sla en andere bladgroente te verbouwen. Geen grote producties zoals Bout in Zeeland, maar kleinschalig. “Ik wil laten zien dat je voedsel ook op een andere manier kunt verbouwen”, zegt Hakkenes.
Onder een paarsige gloed groeien kruiden, bladgroente en verschillende soorten sla. De planten drijven op een een soort bedjes met gaatjes erin. De eerste rijen zijn leeg. Net geoogst. Erboven hangen led-groeilampen. De sla haalt voeding uit het water dat via de vier grote vistanks onder de vlotten door stroomt. Voordat het water daar is aangekomen gaat het door een biofilter. Deze filter spuit extra lucht bij het water en filtert niet opgegeten vissenvoer of andere grove restjes. De wormen en andere bacteriën in de plantenbedjes zetten de vissenpoep uit het water om nitraat, dat de planten voedt. Als de planten dit hebben opgenomen, stroomt het schone water weer naar de forellen.
Nadenken over alternatief
Volgens Hakkenes is aquaponics een ideaal systeem om voedsel met zo min mogelijk verspilling te verbouwen: “De landbouw is heel erg efficiënt, maar het is een lineair systeem. Het heeft veel negatieve bij-effecten en er wordt veel verspild. Als je daarbij de bestrijdingsmiddelen optelt die schade toebrengen aan het natuurlijke ecosysteem van insecten en de grond die compleet uitgeput wordt, dan ga je wel nadenken over alternatieven. Auquaponics is een zo’n duurzaam alternatief.”
Het is een circulair systeem, legt Hakkenes uit. Het water van de vissen gaat rond. Als de planten de voedingsstoffen hebben opgenomen gaat het weer terug naar de tanks. “Ik gebruik 90 procent minder water dan telers die werken in volle grond. Bovendien groeit het gewas twee keer sneller, dat komt omdat de voedingsstoffen niet gedeeld hoeven te worden met onkruid.”
“Het voer dat de vissen krijgen is vrij van groeihormonen, antibiotica en andere medicijnen. We gebruiken geen bestrijdingsmiddelen. Het is de bedoeling dat de natuur zoveel mogelijk haar gang gaat”, zegt Hakkenes.
Maar dat heeft tijd nodig, want voordat aquaponics goed werkt moet het systeem in balans zijn. Je kunt te weinig vis hebben, waardoor de planten niet genoeg voeding krijgen en slecht groeien of nog erger, sterven. Maar omgekeerd kan ook, te veel vis voor te weinig planten. Waardoor het water vol mest weer terug de vissentank in stroomt. Dan moet je weer van voor af aan beginnen. Hakkennes: ‘Ik heb meer dan eens dode vissen aangetroffen bij binnenkomst. De bacteriën in de plantbedjes zorgen ervoor dat ammoniak verandert in nitriet en vervolgens in nitraat. Maar als dit niet -of te weinig- wordt opgenomen, omdat er te weinig planten staan, komen deze stoffen weer terug in de vissentanks daar kunnen die vissen niet tegen.”
Zoeken naar balans
“Het blijft zoeken naar een balans. Constant waardes checken, langzaamaan opbouwen.” Hakkennes kijkt met een schuin oog naar de kasbouw, waar ze plantenvoeding met apparatuur tot vijf cijfers achter de komma kunnen bepalen. “Zo kan ik het ook. Wij doen het in een ecologisch systeem, bacteriën die in de natuur voorkomen doen het werk. Ik gebruik ook geen bestrijdingsmiddelen.”
Hakkenes denkt niet dat zijn methode geschikt is om heel Nederland te voeden. “Kleine kans. Het is in ons land moeilijk om winstgevend te zijn. Groente is goedkoop en we zijn een echt landbouwland. De landbouw verdient als de schaal heel groot is. Wij kunnen die kwantiteit niet evenaren. Heel de landbouw structuur zou moeten veranderen, dat zie ik niet zo snel gebeuren.”
Maar dat het anders kan daar is hij van overtuigd: ‘Lineaire systemen, zoals onze landbouw zijn aan het eind van hun bestaan, permaculturen hebben de toekomst. Hier laten we al zien dat we productie draaien zonder negatieve bijwerkingen.”