Twintigduizend studenten, onderzoekers, ondernemers, wetenschappers, politici en Nobelprijswinnaars hadden zich vorige week verzameld in de Duitse hoofdstad om gedurende de Berlin Science Week te praten over de grote uitdagingen van onze tijd, variërend van klimaatverandering en vergrijzing tot kunstmatige intelligentie en armoede. Het hoogtepunt was op vrijdag met de “Nobel Prize Dialog”, een debat over het optimaliseren van de gezondheidszorg.
Poor Jimmy
Een van de belangrijkste conclusies van het debat met onder andere vijf Nobelprijswinnaars was dat het voor de gezondheid enorm veel uitmaakt uit welk sociaal milieu iemand komt. De Britse medicus Michael Marmot, verbonden aan de Wereldgezondheidsorganisatie WHO en directeur van het UCL Institute of Health Equity, stelde de vraag of mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheid. In een bepaald opzicht is dat natuurlijk zo, maar lang niet altijd.
Hij geeft het voorbeeld van Jimmy die is opgegroeid in een arme buurt van Glasgow. Geslagen door zijn vader. Heeft verschillende pleeggezinnen doorlopen. Geld was altijd een probleem. Waarschijnlijk is hij seksueel misbruikt. Is het Jimmy’s schuld dat hij als volwassen man aan drank en drugs ten onder gaat? Marmot denkt van niet.
Inkomensongelijkheid is volgens hem nog erger voor de gezondheid dan gebrek aan toegang tot gezondheidszorg. In zijn geboorteland Groot-Brittannië heeft iedereen toegang tot de dokter, toch is de levensverwachting van arme mensen veel lager dan van rijken. In het Schotse Glasgow is het verschil tussen de rijkste en armste buurt 28 jaar! Bij de WHO spreken ze van het Glasgow-effect.
Het begint al op jonge leeftijd. In arme gezinnen blijkt er minder vaak te worden geknuffeld met kinderen, er wordt minder gepraat en – heel belangrijk – de voeding is slechter. Dat laatste begint volgens Kathryn Dewey,een professor aan de University of California (Davis) al bij de geboorte door een gebrek aan borstvoeding in arme gezinnen. Het zijn allemaal factoren die lijden tot een daling van de levensverwachting, zegt Marmot.
Hogere temperatuur, minder te eten
Armoede is dus een belangrijke reden voor een slechtere gezondheid. Een deel van de wereld dat in dat opzicht dubbel wordt geraakt zijn ontwikkelingslanden. Die zijn niet alleen arm, die worden ook nog eens als hardste getroffen door klimaatveranderingen.
Het effect van klimaatverandering op onze gezondheid wordt volgens Kristie Ebi van de University of Washington zwaar onderbelicht. Veel mensen denken bij klimaatverandering aan zielige ijsberen, zeehondjes en het verdwijnen van een paar eilanden. Allemaal heel erg, maar ver van het bed. Wat mensen te weinig beseffen, is dat de gezondheid van iedereen op de hele planeet op het spel staat.
Zij wijst allereerst op de landbouw die erg kwetsbaar is voor temperatuurveranderingen. “Een verhoging van de temperatuur met 1,5 graad Celsius heeft grote gevolgen voor de gewassen die verbouwd kunnen worden.” Heel acuut is het afsterven van de koraalriffen, wat volgens Ebi grote gevolgen zal hebben voor de wereldwijde visbestanden.
En het verdwijnen van voedsel is maar een van de gezondheidszorgen. Daarnaast heb je nog de natuurcatastrofes en ziektes die de mensheid zullen treffen. Denk aan het oprukken van ziektes als malaria en dengue (knokkelkoorts) en steeds langere droogteperiodes afgewisseld met noodweer.
Nierpatiënten en een trage politiek
Tijdens de discussies werden ook heel praktische problemen besproken. Zo ging het Duitse parlementslid Ernst Dieter Rossmann (SPD) bijna letterlijk over de knie bij Nobelprijswinnaar Alvin Roth (Economie in 2012) vanwege het in zijn ogen veel te conservatieve donorbeleid in Duitsland met betrekking tot nieren.
De situatie in Duitsland is momenteel zo dat voor een nierpatiënt alleen donoren in aanmerking komen die overleden zijn, of tot de directe familie- en vriendenkring behoren. Dat zijn er veel te weinig. De wachtlijsten in Duitsland zijn lang. Ongeveer 8000 mensen wachten op een nieuwe nier. Volgens Roth zou Duitsland er daarom verstandig aan doen de wetgeving aan te passen, net zoals dat is gebeurd in bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Nederland en Groot-Brittannië.
Zijn voorstel wordt bij het Berlijnse publiek met gejuich ontvangen. Het is vrij simpel. Stel u heeft een familielid dat dringend een nieuwe nier nodig heeft, en u bent bereid die nier te geven. Het vervelende is alleen dat u weliswaar een goed werkende nier hebt, maar niet de juiste voor uw broer, zus, vader of moeder.
Wat Roth voorstelt, is een uitruil met iemand anders in Duitsland die voor precies hetzelfde probleem staat, ook met een familielid in nood maar niet de juiste nier. Een uitruil van nieren kan de oplossing bieden. Er is geen gevaar voor donorhandel, want het is een deal tussen twee mensen die allebei een nier willen doneren aan een familielid. En wat maakt het uit naar wie uw nier gaat, als uw naaste maar geholpen wordt.
Volgens Roth zou een dergelijk ruilsysteem in Duitsland duizenden mensen het leven kunnen redden. De politicus Rossmann stapt echter vol op de rem. “Ja een leuk idee. Maar u begrijpt de Duitse politiek niet. Dat is een stap te ver. Wij willen eerst proberen meer mensen te overreden een donorcodicil in te vullen zodat ze na hun dood een nier kunnen schenken. Als dat niet werkt, kunnen we altijd nog verder kijken.” Roth begrijpt niks van die houding: “Want dan zijn we jaren verder en duizenden geruïneerde levens?”
Laat uw kind rustig zand eten in de zandbak
Wat kunnen we zelf doen om onze gezondheid te verbeteren? Dat was een vraag die uiteraard ook in meerdere paneldiscussies besproken werd. Niet roken, is de meest voor de hand liggende, zegt Tikki Pan van de National University of Singapore. “Verbieden zou ik ook geen slechte zaak vinden. We moeten in ieder geval niet te verkrampt zijn over minder schadelijke alternatieven als de elektrische sigaret”.
Een ander advies is: “Pas ook op voor charlatans”. Microbioloog Suzanne Devkota, Kathryn Dewey en Nobelprijswinnaar Harald zur Hausen (Medicijnen, 2008) wijzen op het onbewezen nut van dure diëten en probiotische drankjes. Volgens hun leven mensen soms zelfs te gezond. Zo komen kinderen steeds minder in contact met bacteriën wat op latere leeftijd tot allergieën en ziektes kan leiden.
Devkota ziet overigens wel het “microbiome” (het samenspel van de miljarden micro-organismes in ons lichaam) als belangrijk onderzoeksgebied. Zij denkt dat veel immuunziektes in de toekomst kunnen worden genezen door het weer in balans brengen van bacteriën in het lichaam.
Een gezonde geest in een gezond lichaam
Een ander gebied waar nog veel onderzoek nodig is, is de wisselwerking tussen fysieke inspanning en (geestelijke) gezondheid. Dat is onder andere het gebied van de Noorse neurowetenschapper en Nobelprijswinnaar Edvard Moser die niet vaak genoeg kan benadrukken hoe belangrijk het is veel te bewegen.
Bekend is zijn onderzoek met ratten. Ratten met veel fysieke prikkels blijken naarmate ze ouder worden veel slimmer te zijn dan luie ratten. Zo is het met mensen ook. Veel sporten dus, zegt ook Ursula Staudinger van Columbia University. Het maakt niet uit wat je doet. Joggen, voetballen, nordic walken. Zo lang je maar beweegt. Dat prikkelt de hersens en houdt je jong en gezond.