Tot nu toe was thuiswerken grotendeels gebaseerd op vertrouwen, zegt Ulrich Remus van de Universiteit van Innsbruck. Maar dat zou kunnen veranderen in deze corona-crisis. Heel veel mensen zijn gedwongen thuis te werken. Veel werkgevers zijn bang de controle te verliezen. Dat kan ertoe leiden dat er steeds vaker werknemers digitaal worden gemonitord, aldus de bedrijfsinformatiespecialist. Dat is al af te meten aan de toegenomen vraag naar bewakingssoftware.
Remus houdt zich al jaren bezig met digitale werkvormen. De corona-crisis is voor hem een interessant onderzoeksgebied, omdat de arbeidswereld aanzienlijk is verschoven naar de digitale ruimte. De onderzoeker vertelt daarover aan Innovation Origins.
Is thuiswerken beter dan op kantoor werken?
“Dat is een moeilijke vraag. Er zijn verschillende factoren die een rol spelen. Ten eerste hangt het af van het soort werk. Voor relatief eenvoudig werk kan thuiswerken tot grote efficiëntievoordelen leiden. Werknemers werken soms de hele week thuis. In kennisintensieve, creatieve banen die gericht zijn op arbeidsefficiëntie, werken de meeste mensen slechts één of twee dagen thuis. Ook hier zijn de ervaringen zeer positief. Een mix van thuiswerken en kantoor is een goed idee. Je wordt thuis minder gestoord, je hoeft niet heen en weer naar je werk te reizen, etc. Maar het vereist vaak interactie met collega’s, want er gebeurt veel ‘face-to-face’. Dit zijn dingen die niet zomaar in de vorm van videoconferenties kunnen. Een oplossing daarvoor moet goed doordacht zijn om echt te kunnen werken.
Of het thuiskantoor de betere oplossing is, hangt ook af van sociale en persoonlijke factoren. Heb je zelfdiscipline? Ben je intrinsiek gemotiveerd? Ben je meer gemotiveerd door de groep? Als het thuiswerken goed gepland is en gericht is op vertrouwen, dan heeft het draagvlak. Dat geldt ook voor thuisonderwijs. Er zijn nu studenten die zeggen: ‘Eindelijk kan ik in mijn eigen tempo leren’.”
Wat dacht je toen je over de eerste beperkingen als gevolg van de coronacrisis hoorde?
“Ik volg de ontwikkelingen al geruime tijd. Onder andere omdat ik geïnteresseerd ben in de manier waarop China de pandemie probeert in te dammen met een enorm digitaal controleapparaat. Hier op de universiteit hebben we van tevoren nagedacht over hoe we onze cursussen kunnen omschakelen naar thuisonderwijs. Kortom, het min of meer verplichte thuiswerken verraste me niet echt.
Als onderzoeker neem je graag de rol van waarnemer op je en bekijk je hoe de maatschappij met zo’n probleem omgaat. Ook tegen de achtergrond van het feit dat er in de coronacrisis geen echt zichtbare vijand is, krijgen mediaberichten veel meer gewicht. Veel mensen kunnen het probleem van de corona dan ook alleen voelen door de genomen maatregelen en de berichtgeving daarover. Dat is interessant.”
Wat vind je van de ontwikkelingen rond het thuiswerken?
“Het thuiswerken en het thuisonderwijs is niet geheel vrijwillig. Daarom moeten de ervaringen van mensen daarmee met voorbehouden behandelen. Na de crisis kun je door de individuele situatie te bekijken, begrijpen waarom de ervaring voor bepaalde mensen negatief was. Als beide ouders thuis moeten werken en ze moeten tegelijkertijd ook hun kinderen bezighouden, dan is een negatieve perceptie heel waarschijnlijk. Ik hoop echter dat door de coronacrisis thuiswerken nu eindelijk een vlucht kan nemen, naast de typische IT start-ups.”
Hoe staat het met de privacy bij het thuiswerken?
Vóór de corona-crisis was thuiswerken meer een bonus. Degenen die dat mochten, werden vertrouwd. Nu hebben we de situatie dat medewerkers verplicht thuis moeten werken, terwijl ze dat niet willen en daarvoor ook de infrastructuur niet hebben. Er zijn ook werkgevers die vrezen voor een sterk verlies van controle via het thuiskantoor.
Dit kan leiden tot meer digitaal toezicht. Het softwarepakket Sneek maakt bijvoorbeeld regelmatig foto’s om te zien of iedereen aan zijn bureau zit. De aanbieder verkoopt het positief en zegt de samenwerking virtueel in kaart te willen brengen en de samenhang te willen bevorderen. Maar natuurlijk opent het de deur naar digitale bewaking met behulp van allerlei biometrische en gedragsgegevens.
In de toekomst zou het kunnen leiden tot ‘Oké, je kunt thuis werken, maar alleen als je een controle-applicatie installeert’. Zo hoort het niet te gaan. Dit wijst op de discussie die we nu moeten voeren. Tot nu toe is het thuiswerken nog steeds gebaseerd op vertrouwen. En dat is een goede zaak, want veel voordelen van het thuiskantoor zijn alleen te realiseren door vertrouwen. Onderzoek toont aan dat zodra het gevoel van extern toezicht ontstaat, de intrinsieke motivatie afneemt. Ook proberen mensen dan steeds vaker de bewaking te misleiden.
De Berlijnse filosoof Byung-Chul Han zegt dat waar alles controleerbaar moet zijn, er geen ruimte is voor vertrouwen. De roep om dergelijke beveiligingssoftware is daarom ook de typische reactie van een controlemaatschappij die niet genoeg vertrouwen heeft.
Houden al veel werkgevers digitaal toezicht op hun thuiswerkers?
“Voor zover ik weet wordt dit in Duitsland en Oostenrijk nog niet op grote schaal gebruikt. In China en de Verenigde Staten zijn de digitale controlemechanismen al wijder verbreid. Dit zal ook naar ons overslaan – in de vorm van monitoringsoftware. Als bedrijven op hun websites schrijven dat de vraag sterk is toegenomen tijdens de corona-crisis.”
In Nederland is controle overigens toegestaan, mits het voldoet aan de voorwaarden uit de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Uitvoeringswet AVG (UAVG). Maar werkgevers moeten daarbij wel rekening houden met de privacy van de werknemers. Zij mogen daarom thuiswerkers niet zomaar de hele dag volgen.
“Er is echter ook software die niet door derden wordt gecontroleerd, maar die wordt gebruikt voor zelfregulering en controle. Je kunt zelf apps installeren die bijvoorbeeld de toegang tot bepaalde afleidingsbronnen – bijvoorbeeld het internet – gedurende een bepaalde periode blokkeren. Of apps die waarschuwen als je te lang achter elkaar beeldschermwerk doet. Het gaat er hier om dat de medewerker zelf bepaalt hoe en wanneer hij dergelijke apps gebruikt, zodat hij de controle erover houdt.”
Zijn we technisch gezien al klaar voor het thuiskantoor?
“De technische randvoorwaarden zijn er. Problematischer is het internet, dat op sommige plekken overbelast is door het toegenomen gebruik. Vooral door streaming en videodownloads. Bij data-intensieve toepassingen zoals videoconferenties of onderwijsevenementen kunnen knelpunten ontstaan. Ook de kwestie van dataveiligheid moet altijd in het oog worden gehouden.
Maar over het algemeen is de functionaliteit zeker voldoende. De tools zijn zeer gebruiksvriendelijk. Ik denk dat mensen graag thuis werken omdat ze dan alle rust hebben. De meer interactieve fasen van de samenwerking kunnen dan op kantoor plaatsvinden. Er is ook een zeer dure technologie die een virtuele ervaring in 3D mogelijk maakt – vergelijkbaar met een face-to-face vergadering. Je hebt het gevoel alsof je zelf in de vergadering zit. Grote bedrijven gebruiken dat al.
Ik zou er zwaar op tegen zijn dat er nog meer digitale bewaking wordt ingevoerd met de coronacrisis als voorwendsel. Er zijn veel dingen die technologisch haalbaar zijn. Maar de mogelijke negatieve effecten op de samenleving zijn niet duidelijk. Ik hoop dat veel mensen vooral de positieve kant van deze ontwikkelingen zullen omarmen.”
Ook interessant:
Covid-19 verandert de mobiliteit