Nederlandse onderzoekers hebben de mythe dat lange COVID-19 psychosomatisch is ontkracht door fysieke veranderingen in het spierweefsel te ontdekken. Het onderzoek, dat gepubliceerd werd in Nature, legt de nadruk op beschadigde spiervezels en disfunctionele mitochondriën, die de pijn en vermoeidheid verklaren die patiënten ervaren na een inspanning.
De aard van langdurige COVID-19 is voor zowel wetenschappers als patiënten een raadsel. De symptomen, variërend van hersenmist tot vermoeidheid, worden vaak ten onrechte toegeschreven aan psychologische factoren. Nederlandse onderzoekers hebben onlangs echter fysieke afwijkingen vastgesteld bij patiënten die aan deze aandoening lijden.
- Nederlands onderzoek vindt afwijking in spierweefsel bij patiënten met long covid;
- De bevindingen maken de weg vrij voor gerichte behandelingen en stellen eerdere psychologische toeschrijvingen aan symptomen ter discussie.
- Het onderzoek brengt een revolutie teweeg in het begrip van long covid, legt de nadruk op therapieën op maat en biedt uitkomst aan patiënten.
Fysisch bewijs in spierweefsel
De bevindingen van Amsterdam UMC en de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam vormen de kern van deze doorbraak. De teams voerden een uitgebreide vergelijking uit van spierweefsel tussen patiënten met long covid en gezonde mensen. De resultaten waren verbluffend: mensen die leden aan long covid vertoonden uitgesproken veranderingen in de samenstelling van spiervezels, die afwezig waren bij hun gezonde tegenhangers. Deze ontdekking, gepubliceerd in het prestigieuze tijdschrift Nature Communications, betekent een tastbare verschuiving in het begrip van de aandoening.
Aan het onderzoek deden 25 long covid-patiënten en 21 controledeelnemers mee, die een fietstest van 15 minuten uitvoerden die ontworpen was om post-exertionele malaise (PEM) op te wekken. Deze malaise wordt gekenmerkt door een verergering van de symptomen na zelfs een kleine fysieke of mentale inspanning. Onderzoekers konden de biologische nasleep van opgewekte PEM observeren door bloed- en spierweefselmonsters van voor en na de fietstest te vergelijken. De bevindingen belichten de fysiologische stress die lange COVID-patiënten te verduren krijgen na activiteit, een stress waarvan nu bekend is dat deze geworteld is in hun spiercellen.
De rol van mitochondriën begrijpen
Centraal in de doorbraak van het onderzoek staat de rol van mitochondriën, de krachtcentrale van de cel die verantwoordelijk is voor de energieproductie. Onderzoekers stelden vast dat deze bij langdurige COVID-patiënten minder efficiënt zijn, wat leidt tot een verminderde energieproductie. Deze cellulaire disfunctie biedt een biologische verklaring voor de vermoeidheid die long covid-patiënten teistert. Ze voelen zich niet alleen moe; hun spieren zijn fysiek niet in staat om de benodigde energie te genereren om normaal te functioneren na een inspanning.
Implicaties voor behandeling en herstel
Het onderzoek daagt het bestaande begrip van long covid uit en revolutioneert de benadering van behandeling en revalidatie. Traditionele fysiotherapie en oefenprogramma’s, die het verleggen van fysieke grenzen aanmoedigen, kunnen contraproductief blijken te zijn voor mensen met langdurige COVID-19. In plaats daarvan zijn therapieën op maat nodig die rekening houden met de biologische beperkingen van deze patiënten.
Voor patiënten is de bevestiging dat hun symptomen een lichamelijke basis hebben een opluchting. Het erkent hun ervaringen en stimuleert een meer empathische en geïnformeerde reactie van de medische gemeenschap.
Hoewel het onderzoek door Nederlandse onderzoekers belangrijke vooruitgang heeft geboekt in het begrijpen van long covid, is de reis nog lang niet ten einde.