In Aken in Duitsland gaat een team wetenschappers van de Technische Universiteit Rijn-Westfalen onderzoeken of elektrische vrachtwagens ook tijdens het rijden opgeladen kunnen worden aan de weg. Net zoals bij het opladen van een elektrische tandenborstel zijn hier twee spoelen voor nodig. Een zogenaamde stationaire spoel die in de weg zit en de tweede ingebouwd onder de vrachtwagen. De stationaire spoel detecteert wanneer de vrachtwagen met inductiespoel in de buurt is en schakelt vervolgens het inductieveld in. Inductinfra, zoals het project heet, krijgt 1,9 miljoen euro van Het Duitse Bondsministerie van Verkeer en Digitale Infrastructuur voor een periode van 2 jaar. Deze tijd gebruiken de wetenschappers om uit te zoeken of het technologisch haalbaar is.
Hiermee heeft Duitsland nog geen primeur. Op het Zweedse eiland Gotland ligt een stuk weg van anderhalve kilometer met dezelfde technologie. De eerste tests over een stuk van 200 meter met een snelheid tot 60 km/u waren succesvol, zo meldt het Israëlische ElectReon. Volgens het bedrijf dat de weg in Zweden heeft aangelegd, levert het systeem niet alleen genoeg energie om de vrachtwagen te laten rijden. Het levert ook genoeg vermogen om verder te rijden op normale wegen. Klinkt veelbelovend, maar is het ook haalbaar?
Ping! De mail naar Carlo van de Weijer is nog maar net verzonden en er komt al een antwoord: ‘Ik vind dit onzin, eigenlijk de attentie niet waard’. Van de Weijer is directeur van EAISI bij de TU/e en adviseert bedrijven en ministeries over de toekomst van mobiliteit. Toch maar even bellen dan. Lachend neemt hij op: “Ik dacht eigenlijk dat we van deze redelijk kansloze tech-push oplossing af waren.”
Opa vertelt
Al tijdens zijn studie spraken wetenschappers over dynamisch inductieladen. “Dan wordt het een beetje ‘opa vertelt’, zo lang is dat alweer geleden, maar nog regelmatig komt er zo’n project voorbij. Ik snap ook wel waarom: het is natuurlijk een technologische droom. Maar wel wat losgezongen van de realiteit.”
Los van alle technologische uitdagingen, zoals het vermogen dat deze inductieweg moet leveren, energieverlies, mogelijke straling en afstand tussen de spoelen: is er iets anders waarom Van de Weijer tegen dit plan is. “Hier zit alle complexe technologie in de infrastructuur. Dat maakt dit systeem erg duur en vooral niet schaalbaar.”
Neem het internet. Hier bestaat de infrastructuur vooral uit eenvoudige kabels en alle intelligentie zit in de computers en alle andere apparaten die erop zijn aangesloten. “Een slim systeem bestaat per definitie uit slimme cliënts en servers aangesloten op een domme infrastructuur. Dat geldt voor mobiliteit precies hetzelfde. Laten we de wegen vooral zo eenvoudig mogelijk houden. Auto’s worden slimmer, batterijtechnologie wordt beter en er komen steeds meer en snellere oplaadpunten. Daar zit de echte ontwikkeling. Zo’n inductieweg is wat dat betreft dus een stap in de verkeerde richting”, legt Van de Weijer uit.
Halfuurtje stoppen is gezond
Maar vooral, zo vraagt hij zich af: welk probleem lossen we hiermee op? “Automobilisten wordt aangeraden om na iedere twee uur in de auto een pauze van een kwartier te nemen. Dat hebben we met elektrisch rijden eindelijk voor elkaar. De meeste EV’s rijden zo’n 300 tot 400 kilometer met een volle batterij. Grotere auto’s zelfs al 600 kilometer en Tesla belooft zelfs de 1000 kilometer te halen. Ook de snelladers worden steeds beter, met een halfuurtje aan de stroom kom je zo weer 300 kilometer verder. Moeten we nu een systeem van enkele miljarden aanleggen omdat automobilisten niet een halfuurtje willen stoppen? Dan zijn het echt verwende nesten”, zegt hij lachend.
Want de kosten voor dit project zullen enorm zijn, zegt ook hoogleraar aan de TU/e Maarten Steinbuch. “Onbeschrijflijk duur. Het is onzin om de wegen open te breken en vol te leggen met koperspoelen. De ontwikkelingen in de batterijtechnologie gaan op dit moment zo snel dat het volleggen van een vrachtwagen met accupakketten veel goedkoper zal worden dan deze oplossing. Dat kun je op de achterkant van een bierviltje uitrekenen.”
Schijntje van totale kosten
“Bovendien”, zo vult Van de Weijer aan. “Op termijn die tijd kunnen we vrachtwagens ook prima laten rijden op synthetische diesel of groene waterstof. Dat kost maar een fractie van inductieladen en is veel minder ingrijpend. De CO2-uitstoot die vrijkomt bij de productie van de enorme hoeveelheid koper en staal is enorm voor de geringe besparing die het oplevert. Ook dat maakt het een slecht idee.”
Ook Steinbuch vindt dat de infrastructuur vooral zo simpel mogelijk moet blijven. “Zo houd je het goedkoop om van A naar B te komen. Het is heel onverstandig om de weg vol technologie te stoppen. Heel het systeem moet op de schop en iets aanpassen gaat niet zomaar. Dat maakt het onnodig duur. Het project dat nu in Duitsland wordt uitgerold, is met ongeveer 2 miljoen euro misschien net genoeg voor een teststrook. Een wegennet uitgerust met deze technologie kost echt miljarden en miljarden meer. En waarom? Over een aantal jaar is de batterijtechnologie zo geavanceerd dat dit systeem overbodig is. Ik ben natuurlijk altijd voor onderzoek, maar ik zie geen verdienmodel om dit grootschalig toe te passen.”