Een van de meest innovatieve pareltjes op de Chemelot campus in Geleen is misschien wel Arlanxeo, een dochterbedrijf van het grootste oliebedrijf ter wereld, Saudi Aramco. Het is daarmee een verlengde van de oude fossiele industrie. Maar het is tegelijk een van de weinige producenten van duurzame rubber waarbij veel minder grondstoffen gebruikt worden die op aardolie gebaseerd zijn.
Maar wat is duurzame rubber eigenlijk, is de vraag aan Herman Dikland, chemisch ingenieur en hoofd innovatie bij Arlanxeo? “Het is in elk geval geen rubber die biologisch afbreekbaar is”, zegt Dikland. “Stel dat een autoband van rubber biologisch afbreekbaar zou zijn, dan zou hij uit elkaar vallen onder bepaalde omstandigheden. Terwijl de band juist lange tijd moet meegaan. Als wij het hebben over duurzame rubber, dan hebben we het over bijvoorbeeld synthetische rubber zoals EPDM waarvan de belangrijkste grondstof, ethyleen, niet gewonnen wordt uit nafta (een uit aardolie opgewerkt product) maar uit bioethanol.”
Uitgestrekte velden in Brazilië
Die bioethanol wordt geproduceerd uit suikerriet die groeit op uitgestrekte akkers in Brazilië, het grootste suikerproducerende land ter wereld. “Uit die bioethanol wordt ethyleen gemaakt.”
De op plantaardige grondstoffen gebaseerde rubber die Arlanxeo produceert, en waarvan de merknaam Keltan Eco is, is op twee manieren duurzamer dan rubber op basis van grondstoffen die uit aardolie gewonnen worden, zegt Dikland. “In de eerste plaats is de CO2-footprint van Keltan Eco 85 procent lager dan die van de vergelijkbare conventionele rubbers.”
Door het hele productieproces door te lichten, vanaf het zaaien van het suikerriet in de grond tot aan het afgeleverde eindproduct aan de klant, is dat percentage vastgesteld.
Suikkerriet groeit na de oogst weer aan
En in de tweede plaats groeit het suikerriet, nadat deze geoogst is om er bioethanol van te maken, gewoon weer aan. “In die zin is het dus een hernieuwbare grondstof die in een paar maanden tijd weer aangroeit. Terwijl het bij fossiele brandstoffen zo’n miljoenen jaren duurt voor ze zich ontwikkelen.”
Het is op dit moment nog niet mogelijk om afgedankt rubber tegen een concurrerende prijs te recyclen, zegt Dikland. “Je kunt rubber niet smelten of oplossen. Daardoor kun je er fantastische technische producten mee maken die bestand zijn tegen hoge temperaturen. Maar juist door die eigenschappen zijn ze ook moeilijk te recyclen tot de originele grondstoffen.” Dat is dus nog te duur.
Maar dat kan veranderen in de toekomst. “In de hele waardeketen van de industrie zie je dat de verwerkers van rubber dat wel willen. Als klanten die eis op een gegeven moment gaan stellen, zal de industrie gaan innoveren om die producten te kunnen leveren.”
Anders dan bij plastic is er nog niet zoveel onderzoek gedaan naar het recyclebaar maken van rubber, beaamt Niels van der Aar, chemisch ingenieur en projectmanager Sustainability van Arlanxeo. “De samenstelling van plastic producten is zuiverder dan van rubber producten. Bij plastic is vaak meer dan 99 procent van dezelfde grondstof gemaakt. Bij rubber is dat vaak minder dan de helft. Dat maakt het lastiger om te recyclen.”
Recyclen van rubber is lastig en duur
Een recyclebeleid voor rubber zoals de EU vanaf volgend jaar introduceert voor plastic is er nog niet, zegt Dikland. Een reden daarvoor kan zijn dat plastic veel meer gebruikt wordt voor kunststofproducten. “Zo’n 80 procent van de kunststoffen is plastic, 10 procent is rubber en 10 procent is kunsthars.”
Het is dus nog lastig om rubber te recyclen en het als product aantrekkelijk geprijsd aan te bieden. Maar onmogelijk is dat niet, volgens Dikland. “In Nederland worden elk jaar een paar miljoen autobanden vermalen voor recycling. Van de korrels worden bijvoorbeeld vloeren voor speeltuinen gemaakt. Ze kunnen ook verwerkt worden in de bitumenmassa waarvan snelwegen gemaakt worden. En ze worden gebruikt om kleurstof uit te winnen voor zwarte inkt.”
Hoe duurzaam we als wereld ook worden, de vraag naar rubber zal blijven, verwachten Dikland en Van der Aar. We zullen er alleen zuiniger mee omgaan. “Rubber is een grondstof die je niet snel ziet. Maar het is nodig voor de productie van batterijen om de oplaadbare cellen van elkaar te scheiden. Het zit in je auto rondom raampjes, in de motor, op je douchekop om lekkage van water te voorkomen.”
Kauwgom wel biologisch afbreekbaar?
En het zit zelfs in kauwgum. Het zou voor veel gemeentes een uitkomst zijn als dat soort rubber wel biologisch afbreekbaar zou worden. Dan hoeven ambtenaren met schoonmaakwoede de talloze witte plakjes op de stoep er niet meer af te krabben. En anders dan autobanden hoeft kauwgom niet langer dan een uurtje kauwen mee te gaan. Maar ook voor die toepassing zit dat er voorlopig nog niet in, zegt Van der Aar, omdat de technologie er nog niet is. “Maar dat zou in de toekomst best mogelijk kunnen worden.”
Over tien of vijftien jaar zullen er meer duurzame rubbers op de markt zijn, verwacht Dikland, omdat er dan waarschijnlijk veel meer vraag is en meer onderzoek dan nu naar het aanpassen van de grondstoffen verricht is.
Op een punt is al wel snel veel milieuwinst te behalen, namelijk door alle EPDM-rubber te maken van ethyleen uit bioethanol. De kans dat dit gebeurt wordt groter als er belasting op de uitstoot van CO2 tijdens de productie geheven gaat worden. “Qua capaciteit kan het”, zegt Van der Aar. “Maar zolang het duurder is dan op basis van aardolie, gebeurt het niet op zo’n grote schaal.”
Lees ook de eerdere artikelen uit deze serie: ‘Amerikanen en Chinezen kloppen aan in Geleen om innovatieve chemische technologie te testen’
Xilloc: ‘Verzoeken van tientallen ziekenhuizen uit de hele wereld voor 3d-geprinte implantaten’