Om de groei in arbeidsproductiviteit te stimuleren, is een versnelling nodig bij de robotisering in alle sectoren van onze industrie. Dat schrijft sector- en regioeconoom Henk van den Brink van ING. De arbeidsproductiviteit stijgt nog wel maar veel langzamer dan in de jaren voor de crisis van 2008. Zeker in Noord-Brabant, industrieprovincie bij uitstek, blijft de productiviteit achter.
“Meer doen met minder mensen is dus een must”, zegt Van den Brink. “Meer technologie in de vorm van verregaande robotisering en digitalisering is de oplossing.” Eind 2019 zullen er naar verwachting 12.000 industriële robots zijn. Opvallend is dat het groeitempo de laatste jaren is afgenomen. “Het tempo van robotisering zal omhoog moeten, in meer segmenten van de industrie bovendien.”
[learn_more caption=”Arbeidsproductiviteit zakt terug”] Marieke Blom (ING) bij de opening van Dutch Technology Week 2019: “Waar we dus grote behoefte aan hebben is slimmere machines én mensen die daar slimmer mee om kunnen gaan. We willen voelen dat we economisch vooruit gaan, maar daarvoor is het echt noodzakelijk dat onze technologie in staat is productiever te worden. Daarnaast moeten er meer mensen zijn die daar goed mee om kunnen gaan. Dat wil zeggen dat ‘leven lang leren’ veel duidelijker aanwezig moet zijn in onze hoofden. Veel mensen zullen de draai moeten maken vanuit een huidige functie naar een plek in de technologiesector.” Meer hier[/learn_more]
Door verregaande robotisering krijgt de productiviteitsgroei volgens ING een impuls. Van . den Brink: “Even belangrijk is het om robots en andere hoogwaardige technologie beter toe te passen. Investeringen in ‘slimme processen’ zijn van belang om doorlooptijden te verkorten en een hoog kwaliteitsniveau, een concurrerende kostprijs en dus een sterke internationale marktpositie te behouden.”
Chemelot
De industriële sectoren met de hoogste arbeidsproductiviteit zijn de aardolie-, de chemische en de farmaceutische industrie, gevolgd door de elektrotechnische- en machine-industrie, de voedings- en de auto-industrie. Vijf provincies (Noord-Brabant, Zuid-Holland, Gelderland, Noord-Holland en Limburg) zijn samen goed voor driekwart van de Nederlandse industriële productie. De provincies met de hoogste arbeidsproductiviteit in de industrie zijn Limburg en Zuid-Holland: ruim € 125.000 per werkzame persoon. Flevoland kent veruit de laagste arbeidsproductiviteit in de industrie: € 86.000.
In drie provincies was de productiviteitsgroei in beide perioden hoger dan gemiddeld in Nederland. In Limburg was deze in beide perioden met 8% veruit het hoogste. Chemelot en de sterk gerobotiseerde auto-industrie in Born hebben hiervoor gezorgd. Ook Zeeland kent dankzij de chemische en aardolie-industrie een hoge productiviteitsgroei, ook al daalde de groei van 8% naar 4,5% per jaar. Deze industriële sectoren zijn ook goed vertegenwoordigd in Zuid-Holland en daardoor groeit de productiviteit ook in deze provincie sterker dan landelijk.
“In Limburg was de groei van de arbeidsproductiviteit zowel voor als na de crisis veruit het hoogste van het land”
Noord-Brabant
Noord-Brabant is een industrieprovincie bij uitstek, maar kende in beide periodes een relatief lage productiviteitsgroei. Ook de twee minst geïndustrialiseerde provincies, Noord-Holland en Utrecht, kenden zowel voor als na de recessie een benedengemiddelde productiviteitsgroei. Is de daling van de gemiddelde jaarlijkse productiviteitsgroei na de recessie ‘het nieuwe normaal’? “Daar heeft het wel de schijn van”, zegt Van den Brink. “De arbeidsmarkt voor technische beroepen is krap. Dit blijft de komende jaren zo vanwege aanhoudende economische groei en vergrijzing. Productiviteitsgroei vanwege een steeds hoger opleidingsniveau loopt tegen grenzen aan. Het overgrote deel van de Nederlandse werknemers is goed opgeleid. Bij pensionering worden deze mensen vervangen door eveneens goed opgeleide werknemers.
Het Centraal Planbureau analyseerde eerder dat voor sterkere reële loonstijgingen vooral de arbeidsproductiviteit per gewerkt uur sneller moet toenemen.
Bron: ING