De negen gemeenten in het Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE) zeggen een doorbraak bereikt te hebben in een lang gevoerde discussie die een einde moet maken aan de onderlinge concurrentie in de woningbouw. Dit is vastgelegd in het Afsprakenkader Wonen 2017, dat deze week is afgerond. Voor negen grote bouwlocaties zijn nog nadere afspraken nodig; die worden het komend half jaar uitgewerkt.
In de afspraken staan maatregelen en plannen om voldoende woningen te realiseren voor het opvangen van de groei van de bevolking. De gemeenten willen startende huishoudens voldoende en betaalbare woonruimte bieden, doorstromers vasthouden in de regio en daarnaast ook instromers aantrekken. Dat betekent ruim baan voor nieuwe bouwplannen op inbreidingslocaties en voor herstructurering en transformatie van bestaande bouw. Het ontwikkelen van nieuwe uitleglocaties buiten bestaand stedelijk gebied heeft geen prioriteit.
Maar er is ook een kwaliteitsslag nodig, zeggen de betrokken gemeenten. Deze dubbele doelstelling (kwantiteit en kwaliteit) is de basis voor de nu gemaakte woningbouwafspraken.
Omdat op sommige plaatsen al flinke investeringen zijn gedaan, is het lastig om van de gekozen lijn af te wijken. Negen grote bouwlocaties worden om die reden de komende maanden nog eens goed onder de loep genomen. Bij de uitwerking worden ook de provincie, grondeigenaren en ontwikkelaars betrokken.
De afspraken zijn tot stand gekomen in het portefeuillehoudersoverleg Wonen van het SGE. Voorzitter daarvan is Frans Stienen, wethouder in Helmond. “De economie in de Brainport-regio groeit al jaren harder dan het landelijk gemiddelde, wat zorgt voor extra werkgelegenheid. Veel mensen willen zich daarom vestigen in het Stedelijk Gebied Eindhoven. Met de nu gemaakte afspraken zorgen we voor een veel beter aanbod waarin we elkaar als gemeenten niet beconcurreren maar juist versterken.”
De afspraken:
– De gemeenten krijgen ruimte om in ieder geval voor de lokale behoefte te bouwen, om autonome bevolkingsgroei op te vangen.
– De gemeenten maken ruim baan voor nieuwe bouwplannen op inbreidingslocaties en voor herstructurerings- of transformatieopgaven.
– Bovenstaande houdt ook in dat het ontwikkelen van nieuwe uitleglocaties geen prioriteit heeft.
– Alle lopende bouwplannen zijn beoordeeld en sluiten aan bij de woningbehoefte, behalve negen grote regionale projecten. Hierover is nadere afstemming nodig over aard van het programma of het tempo van de ontwikkeling. De locaties moeten elkaar versterken in plaats van beconcurreren, iets dat voorheen nogal eens het geval was. Omdat hier vaak behoorlijke lokale belangen spelen, worden deze negen locaties met voorrang opgepakt.
– Voor alle nieuwe initiatieven geldt dat zij voldoen aan de Brainport principles. Dit zijn kwalitatieve principes die horen bij de Brainport regio.
– Om duidelijk te krijgen welk profiel/positie elke individuele gemeente heeft binnen de regionale woningmarkt, ontwikkelen de gemeenten een gezamenlijke visie op wonen in het Stedelijk Gebied.
– Als samenwerkingsverband sturen we zelf op de kwaliteit van de woningbouwontwikkelingen in de regio. Er is nauwlettend oog voor eventuele over- of onderproductie en het voorkomen van leegstand en verloedering. Niet-vrijblijvende procesafspraken, samenwerking en afstemming zijn daarbij belangrijker dan het sturen op getallen.