Het belangrijkste sportevenement ter wereld kan niet plaatsvinden zonder toptechnologie. Door de decennia heen zijn topsportevenementen uitgegroeid tot een van de meest prestigieuze benchmarks voor het testen van innovatie. Elke editie van de moderne Olympische Zomerspelen kende vele primeurs, ook op technologisch gebied, en elke editie biedt een momentopname van de technologische ontwikkeling in die periode. Aangezien Parijs 2024 al de AI-editie wordt genoemd, gaan we even terug in de tijd en kijken we terug naar enkele innovaties die de Olympische Spelen hebben veranderd.
Los Angeles 1932: de chronograaf
Vóór de Olympische Spelen van 1932 nam elk jurylid zijn eigen stopwatch mee om de tijd tijdens de wedstrijden bij te houden. Pas tijdens deze Olympische Spelen ontwikkelde de Zwitserse horlogemaker Omega zijn Olympische chronograaf. De chronograaf had een fly-back wijzer, waardoor elk jurylid op hetzelfde instrument kon vertrouwen om de tijd met nauwkeurige precisie bij te houden. Sindsdien is het Zwitserse bedrijf de officiële tijdwaarnemer geworden van de meeste Olympische Spelen en heeft het zijn technologie editie na editie verder ontwikkeld.
Rome 1960: de eerste editie die rechtstreeks werd uitgezonden
De 14e editie van de moderne Olympische Spelen was de eerste die live in heel Europa werd uitgezonden, met Eurovisie die op het hele continent te zien was. Omdat TV-satellieten pas twee jaar later zouden komen, werden aan het einde van elke wedstrijddag opnamen van de Spelen naar Noord-Amerika gevlogen. CBS had de exclusieve rechten om de wedstrijden in de Verenigde Staten uit te zenden, terwijl CBC Television de Olympische Spelen in Canada uitzond en Telesistema Mexicano hetzelfde deed in Mexico – ook voor het eerst.
Tokio 1964: satellietuitzendingen en nauwkeurige timing
Tokio 1964 werd omschreven als “een sciencefictioneditie”, gezien de vele technologische ontwikkelingen die werden geïntroduceerd. Na de eerste uitzendingen van de vorige editie werd in Tokio 1964 voor het eerst wereldwijd uitgezonden dankzij een samenwerking tussen NASA en de Japanse overheid. Deze editie bracht ook relevante vooruitgang in timing en scoringtechnologieën. Het was met name de eerste keer dat computers werden gebruikt om statistieken te registreren, waardoor de tijden van atleten op tv-schermen konden worden getoond.
Bovendien trad de Japanse horlogemaker Seiko op als de officiële tijdwaarnemer, die het startpistool verbond met een fotofinishcamera en een kwartsklok. Hierdoor konden resultaten tot op 1/100ste van een seconde worden geregistreerd, een ongekende nauwkeurigheid voor die tijd. De kwartsrevolutie stond op het punt om de horloge-industrie als geheel te ontwrichten, met merken die in het volgende decennium zouden beginnen met het massaal op de markt brengen van polshorloges met deze technologie.
Mexico 1968: synthetische all-weather tracks
Deze editie was de eerste met een kunstmatige all-weather atletiekbaan. De synthetische atletiekbaan verving sintelbanen en hielp atleten hun hardloopprestaties te verbeteren. Het synthetische loopoppervlak, in combinatie met de hoge ligging van Mexico City, droeg bij aan het vestigen van negen Olympische wereldrecords op de sprint, estafette en middellange afstand bij de mannen en vijf op de sprint bij de vrouwen. Sindsdien zijn synthetische banen de nieuwe standaard geworden.
There’s something about sport… En daarom ligt er een magazine vol technologie en sport voor je klaar. IO Next: The Future of Sport Tech is een gouden combinatie voor de zomer. We doken in innovaties voor professionals, maar óók voor de huis-tuin-en-keuken atleet.
Sidney 2000: geavanceerde antidopingtests
Voor de Spelen van Sidney voerden het Internationaal Olympisch Comité (IOC) en het Wereldantidopingagentschap (WADA) de eerste dopingtesten buiten competitie uit. Deze samenwerking resulteerde in meer dan 2000 tests in 27 sporten en na deze Spelen werden tests buiten competitieverband gemeengoed. Het belangrijkste was dat deze editie van de Olympische Spelen de introductie markeerde van het testen op erytropoëtine (EPO), een van de meest gebruikte prestatiebevorderende middelen. Tijdens de Olympische Spelen werden 307 tests uitgevoerd, waardoor Sidney 200 de eerste keer in de geschiedenis van de Spelen was dat er bloedmonsters van atleten werden genomen om op doping te testen.
Londen 2012: de eerste atleet met prothesebenen
Een ander voorbeeld van hoe de Olympische Spelen technologische vooruitgang laten zien waar de hele maatschappij van profiteert, is Oscar Pistorius, de eerste atleet met geamputeerde benen die meedeed aan de Spelen. De Zuid-Afrikaanse hardloper nam deel aan de 400-meter en 4 x 400-meter estafette en bewees daarmee de betrouwbaarheid van protheses, zelfs als hij het opnam tegen de allerbeste atleten. Tegelijkertijd riep zijn geval twijfels op over de eerlijkheid van het gebruik van prothesen. Een geamputeerde atleet heeft niet hetzelfde lichaamsgewicht als een niet-geamputeerde en heeft niet zoveel last van de opbouw van melkzuur of spiervermoeidheid.
Rio 2016: virtuele realiteit en streamingkwaliteit
Voortbouwend op de vooruitgang in uitzendkwaliteit waren de Braziliaanse Olympische Spelen de eerste met virtual reality (VR). Destijds boden zowel het Amerikaanse NBCUniversal als de BBC hun publiek uren VR-beelden met VR-headsets. Daarnaast werden er tijdens deze Olympische Spelen massaal drones ingezet om evenementen te filmen in Ultra HD (4K) en Super High-Vision (8K), hoewel er slechts 130 uur aan beeldmateriaal werd opgenomen.