Eindhoven wil een smart society worden. Maar hoe gaat dat? Wat gebeurt er al? En van welke voorbeelden kunnen we iets leren? De DATAstudio onderzoekt de transitie die de stad moet doormaken om daadwerkelijk zo’n smart society te worden. Met elke week een nieuwe bijdrage op E52. Deze week: een terugblik op 6 edities van “Een Stad zo Slim als Haar Bewoners”. Lees hier alle afleveringen in deze serie.
Een Stad Zo Slim Als Haar Bewoners is een reeks van zes lezingen met discussies over best practices voor de slimme samenleving. De zesde en dus laatste aflevering vond plaats op 22 juni in de bibliotheek van Eindhoven. Spreker was Priya Prakash: een innovatieve sociaal ondernemer uit Londen.
Nu de hele reeks er op zit, is het tijd om de balans op te maken. Wat kun je nou concreet zeggen over hoe een slimme samenleving moet zijn ingericht? Wat zijn de best practices, zo die er zijn? En wat zou Eindhoven daar nog van kunnen leren?
Het idee van de slimme samenleving is een combinatie van twee begrippen die nog niet zo lang geleden maar weinig met elkaar te maken hadden. Aan de ene kant hadden we de toekomstdroom van de door technologie gedreven smart city: efficiënt, veilig, schoon, energiezuinig, circulair en groen, allemaal met behulp van sensoren, enorme hoeveelheden data en algoritmen die alle belangrijke patronen en informatie daaruit op kunnen vissen en die alle systemen voortdurend precies afstemmen op wat de huidige behoefte is.
Daarnaast hadden we het wensbeeld van de participatiesamenleving, de opvolger van de welvaartstaat. Het idee daarvan was dat met name in de zorg en in het sociale domein de overheid zich terugtrekt en dat de burger zelf wordt gevraagd en gestimuleerd om zich te organiseren: om mantelzorg te bieden, om boodschappen voor de buurvrouw te doen of om de sportvereniging te draaien. In het algemeen: om te zorgen voor zijn of haar omgeving.
Een slimme samenleving zou de beste elementen uit deze aspiraties moeten combineren. De DATAstudio formuleerde het zo: in een slimme samenleving helpt technologie burgers zich met elkaar te verbinden, zich met hun omgeving te verbinden en met (de diensten van) de stedelijke overheid.
“in een slimme samenleving helpt technologie burgers zich met elkaar te verbinden, zich met hun omgeving te verbinden en met (de diensten van) de stedelijke overheid.”,
Hoe zit een slimme samenleving in elkaar?
Als de inzichten uit de lezingen van Marcel Schouwenaar, Maurits Martijn, Jaromil, Linnet Taylor, Dietmar Ofenhuber en Priya Prakash – de zes sprekers in Een Stad Zo Slim Als Haar Bewoners – gecombineerd worden, krijgen we iets als het volgende beeld:
De burger centraal
In de smart city stond de vraag centraal “Wat kan digitale technologie betekenen voor de stad?” Technologie stond ten dienste van de efficiëntie van de organisatie van de stad. In de slimme samenleving staan de behoeften van de burger centraal en helpt technologie de burger.
Toegankelijke technologie
Voor de smart city keken we naar de grootschalige implementatie van nieuwe technologie, ontworpen door multinationals als IBM, Siemens en ATOS. In de slimme samenleving stellen we vast dat de technologie (smartphones, RFID, bluetooth, Wifi, LoRa) inmiddels overal voorhanden is, en dat de vraag eerder is hoe hem in te zetten (en hoe niet).
Waar in de smart city één oplossing (dataverwerkende digitale technologie) het antwoord was op alle geïdentificeerde en nog niet geïdentificeerde stedelijke vragen, is in de slimme samenleving ruimte voor veel verschillende wijzen van aanpak voor communicatie tussen overheid en burger (en bedrijven) rondom stedelijke vragen. Groepen burgers verschillen immers van elkaar in technische geletterdheid, in levensbehoeften en in belangstelling voor het meedenken of meebeslissen over processen in de stad.
Anders gezegd: systemen zouden moeten kunnen omgaan met e-mail, chat, telefoon maar ook met handgeschreven briefkaartjes van minder digitaal geletterden.
Decentrale systemen
De smart city draaide om grootschalige gecentraliseerde infrastructurele systemen. In de slimme samenleving helpt technologie bij de decentralisatie van infrastructuur: individuele huishoudens kunnen dan bijvoorbeeld energie opwekken en leveren aan het net. Efficiëntievragen blijven ook in de slimme samenleving bestaan (denk aan afvalverwerking bijvoorbeeld) maar niet alle stedelijke vragen worden opgevat als efficiëntievragen: kwaliteit van leven is een veel subjectiever soort ervaring dan een zo goedkoop mogelijke afval-recycling.
De smart city en de welvaartstaat waren verhalen rondom grote masterplannen van de overheid in samenwerking met grote bedrijven of andere organisaties. In de slimme samenleving zijn er voor een beperkt aantal vragen masterplannen en voor de rest is de overheid een improviserende spin in het web. Soms sturend, soms faciliterend, soms beschermend, soms regulerend, in voortdurende wisselwerking met een groot netwerk aan grote en kleine bedrijven, burgerinitiatieven, NGO’s en nieuwe technische mogelijkheden.
Zelforganiserende burgers
In de welvaartstaat en in de smart city werden burgers uitgelezen door complexe apparaten en werd er voor ze gezorgd op basis van de zo verkregen data door
ondoorgrondelijke technologie. In de slimme samenleving hebben burgers meer en makkelijkere middelen om zich te organiseren dan ooit tevoren. In de slimme samenleving dringen burgers aan op transparantie over datastromen. Ze worden gezien als (amateur) experts op elke issue die hen raakt: of het nou gaat om een opengebroken straat, te weinig gebruikte voetvalveldjes of vereenzamende mensen in de buurt.
In de welvaartstaat organiseerde de overheid alles voor de burger, In de slimme samenleving helpt de overheid de burger zichzelf organiseren. In de welvaartstaat was je òf gezond, òf je zat in het zorgsysteem. In de slimme samenleving zitten daar meerdere stappen tussen, met meer of minder inbreng van professionals en van de eigen netwerken van burgers. Technologie kan helpen mensen langer zelfstandig thuis te laten wonen en kan helpen mensen tot op hogere leeftijd zelfredzaam te laten blijven.
Ethisch datagebruik
In de smart city leverde de overheid data in bij grote bedrijven die in ruil efficiënte en goedkope diensten leverden. In de slimme samenleving bewaakt de overheid de publieke waarden bij nieuwe ontwikkelingen. In de stad gegenereerde data is publiek bezit en iedereen mag er diensten omheen ontwikkelen. Persoonlijke privacy is een grondrecht, hoeksteen van de democratie en de overheid helpt burgers hun privacy te beschermen.
In de slimme samenleving stimuleert de overheid ethische datapraktijken bij alle partijen waar ze mee werkt. Of door als grote klant of beheerder van veel hardware in de stad ethische praktijken af te dwingen, of door (juridische) regelgeving te bevorderen.
Gezamenlijk ontwerp
Bij het ontwerpen van diensten of technologieën die een rol moeten spelen in de publieke sfeer van de slimme samenleving, ziet de overheid er op toe dat ze niemand uitsluiten, dat ze altijd mèt hun gebruikers worden ontworpen en nooit alleen vóór de gebruikers, dat ze zo worden vormgegeven dat burgers hun werking kunnen begrijpen, dat ze nooit worden opgedrongen maar altijd opt-in worden aangeboden.
Er is nog niet een stad in de wereld waar al deze principes daadwerkelijk beslag krijgen in de ontwikkelingen. Maar zeker in Eindhoven worden ze herkend en wordt geprobeerd ze serieus te hanteren.
Is Eindhoven al een slimme samenleving? Waarschijnlijk niet.
Is Eindhoven op weg een slimmere samenleving te worden? Dat zeker wel.