Plantaardig spek, voedingsrijke gummies, of artificiële zalm en bacon: 3D-geprint voedsel vindt steeds vaker een weg van het laboratorium naar schappen in de supermarkt. De commercialisering van 3D-geprint voedsel heeft lang op zich laten wachten. In het begin van de jaren 2000 testten fabrikanten als Philips de haalbaarheid van het nauwkeurig op elkaar leggen van fijn voedsel met behulp van een robotarm.
Fast forward naar 2024: Gastronology is de eerste partij in Europa die 3D-geprint voedsel op industriële schaal – 700 kilo per batch per dag – produceert. Peter Nieuwkerk, ceo en oprichter van Gastronology, is dit jaar een van de keynote sprekers op het Agrifood Innovation Event. IO interviewde hem.
Van driemaal daags een bruine brij naar smakelijke maaltijden
Toen Nieuwkerk vijf jaar geleden in aanraking kwam met mensen met kauw- en slikproblemen werd het idee voor Gastronology geboren. “Voor deze mensen kan 3D-foodprinting echt impact maken. Zij eten een bruine brij voor ontbijt, lunch en diner. Geen taart op verjaardagen, geen lekker tussendoortje en geen snack bij de vrijdagmiddagborrel. Dat belemmert de levensvreugde enorm.”
Wereldwijd kampt 1 tot 4% van de bevolking met kauw- en slikproblemen, ook wel dysfagie. Het kan gaan om mensen met een beperking, patiënten met een bepaalde kankersoort of ouderen die zich snel verslikken.
Een wereld van verschil
Het Dysphalicious-assortiment van Gastronology bestaat uit acht producten van aardappel en groente dat mede ontwikkeld werd door SVH meesterkok (de hoogste graad van vakbekwaamheid die iemand in de horeca kan behalen) Eugène Swalen. Want: belangrijk is dat de producten lekker zijn. Het bedrijf pureert verse producten die volgens nauwkeurige recepturen verwerkt worden tot een puree. Die puree wordt door de 3D-foodprinter verwerkt tot een visueel aantrekkelijk en herkenbaar product. “Zo wordt een wortel weer een wortel, en bloemkool weer een bloemkool, maar eetbaar met een lepel. Dat maakt voor onze doelgroep echt een enorm verschil”, aldus Nieuwkerk. Het eindproduct vriest Gastronology in; gebruikers hoeven hun eten alleen op te warmen.
Bij drie zorginstanties in Nederland – het Máxima Medisch Centrum Veldhoven, het Elisabeth Tweesteden ziekenhuis (Tilburg) en zorginstelling IJsselheem (Kampen) – staan de gerechten van het bedrijf uit Bergen op Zoom op het menu; later dit jaar komen daar nog meer partijen bij. De focus ligt nu op dysfagiepatiënten, maar in de toekomst wil het bedrijf zich op een bredere doelgroep richten.
Zo kan 3D-geprint voedsel volgens The Borgen Project, een invloedrijke organisatie die wereldwijde armoede bestrijdt, een oplossing bieden voor honger in ontwikkelingslanden. De kosteneffectiviteit en productie op aanvraag kunnen bovendien helpen bij het bestrijden van stijgende transport- en opslagkosten.
Zachte substantie, specifieke vorm
Maar om dat potentieel te benutten, moet de technologie op grote schaal toegepast worden. “Wat je kunt maken met een 3D-printer is één ding, maar het opschalen naar industriële productie is een geheel ander verhaal.” Dit is dan ook de focus van het verhaal dat hij op het Beyond 3D Food Printing event wil vertellen.
Want Gastronology lijkt het nu toch echt te lukken. In hun fabriek in Poortvliet (Zeeland) ontwikkelden ze de afgelopen jaren een grote industriële foodprinter. Dat proces bestond vooral uit “heel, heel veel testen”. In 2023 rolden de eerste industriële batches van 50 kilo van de band. Inmiddels kan de printer 700 kilo per dag printen waarmee het 5.000 mensen per dag kan helpen. In de volgende fase wil het bedrijf opschalen naar 2100 kilo per dag. Daarmee kan het 15.000 mensen helpen. Ter vergelijking: een kleine, laboratoriumprinter print tussen de 2 en 50 kilo per dag.
Het grote verschil tussen kunststof en voedsel 3D-printen is dat kunststof hard is. Eten is nog steeds zacht als het uit de printer rolt, terwijl het product een specifieke vorm moet behouden. “Dat stelt eisen aan de receptuur. We printen puree in de vorm van een broccoli, bloemkool of wortel. Dat vraagt dus ook veel van onze installatie: de leidingen waar we de puree doorheen pompen, de druk die daarop staat, het aantal bochten van de leidingen, en ga zo maar door.”
‘Het kan al’
Over de precieze technologie kan Nieuwkerk niet te veel loslaten. Bedrijven die een product willen 3D-foodprinten, maar zelf niet over de technologie beschikken, kunnen orders bestellen bij Budelfood, onderdeel van de Budelpack Groep, waar Nieuwkerk ook eigenaar van is. Dit bedrijf verpakt diverse soorten voedingsmiddelen in primaire productverpakkingen. “Daarnaast gaan we onze techniek ter beschikking stellen onder licentie. Dus een bedrijf kan zelf een fabriek neerzetten, en onze technologie leasen.”
In zijn keynote op 3 december, wil Nieuwkerk aanwezigen vooral laten zien: het kan al. “Later is nu. Deze technologie bevindt zich niet langer alleen in laboratoria.”