Vaatchirurgen zijn dankzij een nieuwe meetmethode mogelijk beter in staat om te voorspellen wanneer een patiënt met een verwijding in de buikslagader preventief geopereerd moet worden. Wanneer een een zogeheten aneurysma scheurt, overleeft 30 tot 70 procent van de patiënten dit niet. Onderzoekers van de TU/e en het Catharina ziekenhuis gebruiken 3D-echografie om de spanning en elasticiteit van de aorta te meten, hierdoor kunnen artsen mogelijk sneller inschatten of het nodig is om te opereren.
De basis voor het promotieonderzoek van Emiel van Disseldorp onder leiding van dr. ir. Richard Lopata van de TU/e en vaatchirurg prof. dr. vaatchirurg Marc van Sambeek van het Catharina Ziekenhuis ligt in de biomechanica. Een aneurysma scheurt niet door de grootte, maar doordat de spanning in de vaatwand te ver oploopt; net als bij een te hard opgeblazen ballon.
Daarom ontwikkelde van Disseldorp een methode waarmee hij de spanning in de vaatwand en stijfheid van de aorta kon meten. De stijfheid geeft aan in welke mate een materiaal nog elastisch kan meebewegen en veranderingen hierin kunnen een indicator zijn voor groei of zelfs het scheuren van het aneurysma.
Een plaatselijke verwijding van de buikslagader levert op zichzelf geen klachten op, maar als dit aneurysma scheurt dan veroorzaakt dit een levensbedreigende inwendige bloeding. Door niet alleen naar de maximale diameter van de aorta te kijken, maar ook de elasticiteit en spanning in de aorta te meten, weet de arts nu meer over de conditie en stevigheid van de vaatwand. Daardoor kunnen artsen een beter onderbouwde keuze maken voor wel of niet opereren.
Het scheuren van een aneurysma komt vooral bij mannen ouder dan 60 jaar voor. Om het scheuren te voorkomen, opereren vaatchirurgen nu standaard verwijdingen met een diameter groter dan 5.5 centimeter en snel groeiende aneurysmata. Maar bij sommige patiënten scheurt het aneurysma toch al eerder, terwijl andere aneurysmata stabiel kunnen blijven bij een heel grote diameter. Daarom is er behoefte om per patiënt te kunnen voorspellen wie een kans heeft dat de verwijding scheurt.
Er is in het Catharina Ziekenhuis een klinische studie opgezet met 320 patiënten en 30 gezonde vrijwilligers. Resultaten laten zien dat de vaatstijfheid een belangrijke rol speelt om de voortgang van de aneurysma te kunnen meten. Inmiddels zijn 70 patiënten meer dan 3,5 jaar gevolgd, waarbij meerdere keren per jaar de vaatstijfheid, vaatspanning en maximale diameter is gemeten. De eerste resultaten van deze studie laten zien dat een verandering in vaatstijfheid een belangrijke indicator is om groei en het mogelijk scheuren van het aneurysma te kunnen voorspellen. Zes promovendi gaan met dit onderwerp verder.
Hoofdfoto: promovendus Emiel van Disseldorp, verpleegkundige Lisanne Passier, Richard Lopata (TU/e) en vaatchirurg Marc van Sambeek (Catharina Ziekenhuis) tijdens een vaatonderzoek