Kennisorganisatie TNO uit Delft heeft deze week een belangrijke bijdrage geleverd aan de zogeheten Sentinel-5-satelliet die wordt ontwikkeld om luchtvervuiling en broeikasgassen beter in kaart te brengen.
De bijdrage van TNO bestaat uit twee essentiële onderdelen die woensdag zijn geleverd aan Airbus. Het gaat om een spectrometer voor een bepaalde golflengte (270-300 nm) en een telescoop met een zeer hoge resolutie, legt Wim Gielesen uit in een persbericht.
“Wij zijn de eerste partij die een belangrijke optische module aan Airbus levert. En met de extra maatregelen die we getroffen hebben tijdens corona is het TNO gelukt om de voor deze missie zo cruciale spectrometer (UV1) zonder veel vertraging te leveren.”
Sentinel-5 is een opvolger van eerdere satellieten voor het bewaken van de atmosfeer. Het project maakt onderdeel uit van het Europese “Copernicusprogramma” dat wordt begeleid door de European Space Agency ESA. Voor het programma worden meerdere satellieten gebouwd die achter elkaar de ruimte in worden geschoten. De eerste Sentinel-5-satelliet wordt 2022 in een baan om de aarde gebracht.
Voorloper
TNO leverde eerder ook al onderdelen voor de Sentinel-5 Precursor-satelliet (S5P) die in 2017 is gelanceerd. Aan boord van deze satelliet bevindt zich de spectrometer TROPOMI, die dagelijks metingen levert met een unieke hoge ruimtelijke resolutie van 7 × 3,5 km.
Gielesen: “De eisen aan de telescoop en spectrometer zijn zeer streng. We ontwikkelen onderdelen die zo licht en compact mogelijk zijn en bovendien enorme krachten en temperatuurverschillen (-20 tot 60° Celcius) kunnen weerstaan. We werken daarbij op het randje van wat haalbaar is. Dit lukt door onze unieke kennis op het gebied ‘freeform optics’ (vrije-vorm optiek) en mechanica.”
Uniek aan de spiegels die TNO in de onderdelen verwerkt is volgens Gielesen dat ze enorm glad gepolijst zijn, tot minder dan een nanometer. “Je kunt het vergelijken met het gladstrijken van het oppervlakte van heel Nederland tot enkele millimeters hoogteverschil.” De gladheid zorgt ervoor dat er minder last is van verstorend strooilicht. “Dat maakt het beeld zuiver”, licht Gielesen toe.
TROPOMI
Het praktische nut van TROPOMI en Sentinel-5 is dat veranderingen in de luchtvervuiling er heel goed mee gemonitord kunnen worden en ook de bron van de vervuiling. Voor een CO2-emissiesysteem kan dat van grote waarde zijn. Verder kan Sentinel-5 helpen de wereldwijde hotspots van methaan op te sporen en te meten. Methaan is een van de belangrijkste broeikasgassen.
De resolutie van Sentinel-5 is te vergelijken met die van TROPOMI, maar doordat er dichter langs wolkenranden gemeten kan worden, kunnen lastiger bereikbare plekken beter in kaart gebracht worden. Door het toevoegen van een extra golflengtegebied (een extra kanaal) kunnen tevens meer gassen gemeten worden. Doordat TROPOMI en Sentinel-5 in een andere baan om de aarde draaien en data op een ander tijdstip verzamelen (9.30 en 14 uur) levert de combinatie van beide satellieten bovendien belangrijke informatie op over het dagelijks verloop van stoffen in de atmosfeer.
“Wij ontwikkelen instrumenten om luchtvervuiling en klimaatverandering tegen te gaan én economische groei te stimuleren”, legt Kees Buijsrogge, directeur Space & Scientific Instrumentation, uit. “Luchtvervuiling is een zeer actueel onderwerp, dat hoog op de politieke agenda staat. Sentinel-5 zal hier dagelijks wereldwijde en onafhankelijke metingen van doen.”
TROPOMI toont volgens Buijsrogge dat de stikstofuitstoot flink is gedaald tijdens de coronacrisis. Nu veel landen weer opengaan, zal de uitstoot weer toenemen. “Wij zijn er trots op dat TNO een belangrijke bijdrage levert aan het instrument op Sentinel-5 dat dit soort zaken de komende decennia zal blijven monitoren, zodat beleidsmakers geïnformeerde acties kunnen ondernemen.”