Met big data zijn wetenschappers in staat om grote hoeveelheden data snel te analyseren en om in deze berg informatie patronen te ontdekken die iets zeggen over het voorkomen en voorspellen van ziektes. De Provincie Limburg, het Maastricht UMC+ en de Universiteit Maastricht (UM) investeren daarom gezamenlijk €20 miljoen in een nieuw onderzoeksinstituut, genaamd BReIN (Brightlands e-Infrastructure for Neurohealth). Dit instituut moet een adequate infrastructuur creëren voor het verzamelen, opslaan en bewerken van big data in de gezondheidszorg. Een diepgravende studie naar de ziekte van Alzheimer dient als prototype. De bedoeling is dat de manier van onderzoek in de komende jaren vertaald wordt naar andere ziektes.
Omgevingsfactoren zoals schadelijke chemicaliën, voeding of gebrek aan beweging spelen een zeer bepalende, maar grotendeels nog onbekende rol bij het ontstaan van alzheimer. Daarom zullen onderzoekers allereerst hersen- en bloedmonsters van patiënten uit het Alzheimer Centrum Limburg analyseren. Dat gebeurt in samenwerking met euregionale partners als de universiteiten van Luik, Leuven en het supercomputer centrum in de Duitse stad Jülich. BReIN is dan ook in eerste instantie een platform voor het verzamelen van data, zoals bijvoorbeeld genomische data of data afkomstig van MRI-scans. Hiervoor wordt samengewerkt met ondernemers en bedrijven op de Brightlands Smart Services Campus.
Dat maakt de Universiteit van Maastricht vandaag bekend in een persbericht. IO sprak eerder al met toxicoloog Jos Kleinjans van de Universiteit van Maastricht. Kleinjans is ‘geestelijk vader’ van BReIN en denkt dat als dit prototype succesvol is, dit de zorg kan verbeteren. “We willen eerst beter begrijpen welke omgevingsfactoren invloed hebben op Alzheimer om vervolgens te zoeken naar een beter geneesmiddel. Ook hopen we genomische informatie te vinden die de diagnose verbetert. Als deze manier van onderzoeken succesvol blijkt, kunnen we dit gaan vertalen naar andere ziektes. Kanker bijvoorbeeld. Dit kan de gezondheidszorg flink gaan veranderen.”
Lees hier het interview met Jos Kleinjans terug.