Dutch Design Week 2017 heeft 335.000 bezoekers ontvangen. Dat is bijna 14% meer dan vorig jaar, toen een recordaantal van 295.000 bezoekers konden worden geteld. Ook het aandeel buitenlandse bezoekers is verder gestegen (van 12 naar 18% van het totaal), waarmee een van de doelstellingen van de Dutch Design Foundation is gehaald. Raffaela Vandermühlen, head of brand strategy and pr van DDF, is “enorm verheugd” over de stijging van het bezoek, “maar zeker over de manier waarop we dit met z’n allen hebben waargemaakt.”
De groei is gedeeltelijk verooraakt door het World Design Event, dat voor het eerst naast Dutch Design Week is neergezet. Ook dat zorgde voor internationale groei. Vandermühlen: “Hier werk je met het hele team een vol jaar naar toe; je droomt af en toe van zo’n resultaat en als die droom dan uitkomt, ja dan kun je alleen maar heel gelukkig zijn.”
Lees hier onze volledige DDW-verslaggeving
Hoogtepunten ziet Vandermühlen op veel vlakken. “Natuurlijk, DDW is en blijft een bottom up festival, het grootste succes zit in de manier waarop al die designers Dutch Design Week vormgeven. Als zij tevreden zijn, zijn wij het ook. Bijzondere extra’s dit jaar waren de bijdragen van de ambassadeurs. De talks van Marcus Fairs rond “Good Design for a Bad World” in het People’s Pavillion waren heel populair, net als de (W)Ego installatie van Winy Maas op de Markt.”
Vandermühlen was ook zeer te spreken over de serie programma’s die de VPRO gedurende de week op NPO2 uitzond onder de titel “Toekomstmakers”. Daarin werden acht jonge designers en hun oplossingen voor de toekomst gepresenteerd. Dave Hakkens mocht zich aan het einde van de serie als winnaar tonen met zijn project Precious Plastic. “Het was voor ons een heel welkome mogelijkheid om onze content op een andere manier bij het publiek te krijgen. En we waren natuurlijk superblij met de recensie die NRC erover schreef: ‘In twee afleveringen Toekomstmakers hoor je meer interessante dingen dan in een hele tv-week bij elkaar’ schreven ze, ja, daar doen we het natuurlijk voor!”