Er zijn zes elementen die bepalen of een gebied kan uitgroeien tot een “innovatiemilieu”, een plek waar innovaties meer dan gemiddeld gedijen. “Innovatiemilieus zijn als een tuin waar het gonst van de activiteit”, zeggen Planbureau voor de Leefomgeving en Ruimtevolk naar aanleiding van onderzoek bij vijf bekende Nederlandse innovatieve gebieden, waaronder de High tech Campus in Eindhoven.
De presentatie zelf is al weer een paar maanden oud, maar afgelopen week mocht Otto Raspe (Planbureau voor de Leefomgeving) haar tijdens de Kijk-op-Brabant-dag weer even onder de aandacht brengen. In het Klokgebouw op Strijp-S was zijn gehoor overwegend Eindhovens, dus kwam het prima uit dat de beoordeling van de High Tech Campus voornamelijk uit loftrompetten bestond. “Van de innovatiemilieus die wij hebben verkend is de High Tech Campus in Eindhoven degene die het meest volwassen is. Daar wordt al sinds eind jaren ’90 bewust gewerkt aan de ontwikkeling van het gebied als hotspot van innovatie.” De Eindhovense innovatietuin doet het – zeker in vergelijking met de tuinen in Groningen, Twente, Amsterdam en Rotterdam – meer dan uitstekend. En toch zou één plantje in de Brainporttuin nog wel wat extra water kunnen gebruiken.
Eerst de definities. Waaruit bestaat zo’n “tuin van innovatie” eigenlijk? Zes elementen zijn essentieel, zeggen de onderzoekers. Local buzz, global pipelines, entrepreneurial dynamism, urbanity, branding en governance spelen allemaal een belangrijke rol. Niet alleen in Nederland, eigenlijk overal waar sprake is van succesvolle innovatieve omgevingen is dat het geval. “Je kan innovatietuinen niet maken, maar je kan ze wel helpen organisch te groeien door op al die onderdelen goed te presteren.”
Waar draait het om? De zes elementen van groei:
Local buzz
Het gonst in de tuin van innovatie.
Local buzz is de term die wordt gebruikt voor de dynamiek van face-to-face-ontmoetingen. Het is de kracht die kennisuitwisseling faciliteert en het mechanisme dat sociale netwerken ondersteunt.
Global pipelines
De tuin van innovatie is een ecosysteem dat prikkels van buiten nodig heeft.
De prikkels kunnen bestaan uit de uitwisseling van kennis en vaardigheden met mensen die elders actief zijn, maar ook door mensen die van elders komen om in het innovatiemilieu aan de slag te gaan. Daarmee wordt de ontwikkeling van nieuwe kennis geholpen, waarmee het innovatiemilieu voorop blijft lopen. Internationale verbindingen zijn bovendien nodig om de innovaties te financieren en te vermarkten.
Entrepreneurial dynamism
In de tuin van innovatie wordt continu gewerkt.
De ondernemersgeest is alom aanwezig in een succesvol innovatiemilieu. Innovatieve startups, snelgroeiende scaleups en ondernemende werknemers vormen samen een succesvol ecosysteem. Het is het samenspel van kleine ondernemingen en grote bedrijven. Ambitieus ondernemerschap kan op verschillende manieren aangewakkerd en gevoed worden.
Urbanity
In de tuin van innovatie zorgt een uitgekiende diversiteit aan voorzieningen voor het aantrekken en behouden van de beste mensen.
Een diverse stedelijke omgeving is belangrijk voor de aantrekkingskracht van een innovatiemilieu. Een mix aan functies kan bijdragen aan de aantrekkelijkheid van een gebied én aan ontmoeting.
Branding
Dat in de tuin van innovatie gewerkt wordt aan voortreffelijke innovaties moet wel bekend zijn.
Promotie van een gebied in het competitieve mondiale speelveld kan het beste talent en innovatieve bedrijven aantrekken en interesse van investeerders en klanten prikkelen.
Governance of innovation
In de tuin van innovatie werken de imker, de tuinman, de bioloog nauw samen om te zorgen voor een zo goed mogelijk functionerend ecosysteem.
In het werken aan innovatiemilieus wordt de triple helix-samenwerking geroemd. Kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid werken samen, op verschillende schaalniveaus.
Brainport
Eerst het goede nieuws. Op vijf van de zes elementen scoort Brainport bovengemiddeld. Raspe roemt de High tech Campus bijvoorbeeld als plek waar bedoelde en onbedoelde ontmoetingen leiden tot nieuwe waarde. “Ik noem dat altijd de Senseo-cultuur. De een heeft een half idee, de ander ook, en samen kom je tot iets geweldigs.” Naast deze local buzz zijn er ook volop global pipelines. “De kenniswerkers, de studenten, de vele congressen maar ook de handel en de nieuwe vestigingen van internationale bedrijven vormen daar het bewijs van. En de fysieke verbindingen gaat het ook de goede kant op.”
Entrepreneurial dynamism is gewaarborgd door het veelzijdige ecosysteem en de branding is volgens Raspe onder meer zichtbaar in de goede naam van de universiteit, maar ook van de High Tech Campus en Brainport als geheel. Echt uniek is de regio op het gebied van governance of innovation. Raspe: “Een gezamenlijke strategie van overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen ligt aan de basis. Maar het leiderschap van Van Gijzel is minstens zo belangrijk: a mayor who talks business.”
Waar Brainport – en met name Eindhoven als stad – nog stappen zal moeten zetten, is op het gebied van urbanity, waarschuwt Raspe. “Een ideale stedelijke omgeving voor innovatie heeft volop culturele en maatschappelijke voorzieningen, is zeven dagen per week en 24 uur per dag bereikbaar en biedt een aangename woonomgeving.” Om aan te geven dat daarin nog wel wat ontbreekt, grijpt Raspe terug naar de bijdrage van Shinjan Dasgupta, exact een jaar geleden tijdens het stadsdebat. “Deze Indiër zei veel aan Eindhoven te danken te hebben, maar liet ook feilloos de tekortkomingen zien. Zoals dat het onmogelijk is om na half acht ‘s avonds vanuit de High tech Campus nog met de bus naar de stad te reizen. Daar is echt nog wel wat te verbeteren.”