“Nederland telt 21 rijksmusea – en niet één daarvan onder de grote rivieren”
Burgemeester Rob van Gijzel vindt het een schande dat Eindhoven geen Nationaal Tech Museum heeft. En om die noodkreet te benadrukken riep hij dinsdag dat het überhaupt hoog tijd wordt dat er eens een rijksmuseum onder de grote rivieren zou komen. Volgens Van Gijzel is de museumkoek in ons land simpelweg oneerlijk verdeeld. Op twitter vielen er meteen vragen: is dat wel zo?
Nou, na enig uitzoekwerk kunnen we Van Gijzels noodkreet bevestigen. Sterker nog: het zijn er geen 21, maar wel 29. En inderdaad, geen enkele onder de grote rivieren. Of je zou Slot Loevestein, even ten zuiden van de Waal maar net geen Brabants grondgebied en nog ruim boven de Maas, als een twijfelgeval moeten beschouwen.
Van de 29 door het rijk gesubsidieerde musea (in de link staan er nog 30 maar het Geld- en Bankmuseum is inmiddels opgeheven) staan de meeste in Amsterdam (6), Leiden (4), Veluwe (4) en Den Haag (4). Daarnaast zijn er nog in Enschede, Hoorn, Rotterdam, Utrecht, Leeuwarden, Muiderslot en Loevestein.
Een rijksmuseum is een museum dat een deel van de rijkscollectie beheert en toont. Er zijn in het verleden wel subsidierelaties geweest met musea in de zuidelijke provincies (de Beyerd in Breda bijvoorbeeld) maar omdat er geen rijkscollectie beheerd werd, zijn die musea via bestuurlijke afspraken naar de gemeente overgedragen.
Er is volgens een woordvoerder van het ministerie van OCW maar één harde spelregel voor de oprichting van een rijksmuseum: er moet sprake zijn van een rijkscollectie. “Iedere overheid mag een museum stichten. De rijksoverheid is alleen in beeld wanneer er sprake is van een beheersovereenkomst die het gebruik van de rijkscollectie of aan het rijk toevertrouwde collectie regelt.” Zo komt ook een Aviodrome (het nationaal luchtvaart museum) niet voor rijkssubsidie in aanmerking, omdat het geen rijkscollectie betreft.
Het is zeker ook niet zo dat een rijksmuseum altijd voor 100% door het Rijk wordt bekostigd. Rijksmusea hebben wel het voordeel dat ze voor hun collectie en huisvesting voor langere tijd subsidiezekerheid hebben gekregen.