Victor Dolk, promovendus aan de TU/e begon in september te werken aan het verbouwen van een Toyota Prius. Samen met het ‘ATeam’, van ongeveer 30 studenten en medewerkers van TU/e, Fontys en HAN wordt de auto klaargemaakt om op 28 en 29 mei een stukje zelfstandig te rijden over de A270 tussen Helmond en Eindhoven. Dolk mag dan wel in de bestuurdersstoel plaatsnemen maar mag het stuur niet aanraken. Tenzij het fout gaat. Het rijden, sturen en op de weg letten, moet de auto namelijk vanuit zichzelf doen.
E52 maakt een serie artikelen ter voorbereiding op de Dutch Technology Week (23-29 mei). Dit is het twaalfde deel. Hier de eerdere delen
Het ATeam doet mee aan de Grand Cooperative Driving Challenge (GCDC) tijdens de Dutch Technology Week. De Prius zal dan meerijden in een colonne van 9 voertuigen bestaande uit onder meer personenauto’s en vrachtwagens, verdeeld over twee banen van de snelweg. Op een gegeven moment zullen de auto’s moeten gaan ritsen om op één baan terecht te komen. Geen makkelijke taak. “De grootste uitdaging is dat de auto moet weten welke gemeten en ontvangen gegevens relevant zijn voor te beslissen of het veilig is om van baan te wisselen.”
Coöperatief rijden komt pas goed tot zijn recht als alle auto’s op de snelweg met elkaar leren communiceren.
De auto van het ATeam communiceert voortdurend met de andere meerijdende auto’s, die ook allemaal vanuit zichzelf moeten gaan beslissen waar ze kunnen rijden. “De auto luistert naar de andere auto’s maar krijgt ook allerlei impulsen vanuit de weg. De auto moet dus in staat zijn zelf te kunnen bepalen welke van deze gegevens van belang zijn en hoe hier gereageerd op moet worden.”
Safety workshop
Begin april werden de auto’s al voorzichtig getest in Spanje tijdens een Safety Workshop. “Nog niet alle auto’s waren toen klaar, maar we hebben inmiddels een goed idee hoe we de auto’s kunnen laten reageren, mocht het fout gaan. Als laatste noodstop zitten er zelf mensen achter het stuur. Want, wat doe je als de communicatie tussen de auto’s plots wegvalt? Daar hebben we nu nog geen goed antwoord op.”
De Grand Cooperative Driving Challenge (GCDC) is één van de hoogtepunten van het i-GAME project, een Europees onderzoeksproject met ondersteuning vanuit de Europese Commissie, waarin de volgende stap wordt gezet in de coöperatieve automatisering van voertuigen. Voor de Challenge werkt de universiteit samen met TNO en Fontys. Beiden hadden vooraf al werk verricht aan de Prius waar uiteindelijk mee gereden wordt. Tijdens de challenge moeten de auto’s onder meer kunnen ritsen en moeten ze beslissen wie voorrang krijgt op een kruising.
Belang
Volgens Henk Nijmeijer, Hoogleraar Automotive Technology aan de TU/e, is het vooral belangrijk dat er voertuigen van verschillende merken met de challenge meerijden. Er zijn al auto’s op de markt die uit zichzelf kunnen beslissen wanneer het veilig is om zelf van baan te wisselen. Er zijn al voertuigen op de markt die voorzien zijn van ‘Cooperative Adaptive Cruise Control. “Maar daar heb je weinig aan als de auto voor je dat niet heeft. Coöperatief rijden komt pas goed tot zijn recht als alle auto’s op de snelweg met elkaar leren communiceren.”
Het uiteindelijke belang van de challenge zit hem volgens Nijmeijer in het verbeteren van de verkeersdoorstroming. De universiteit kan daar samen met de hogescholen met eigen inspanningen helpen een kickstart aan geven. “Het aanpassen van de auto is duur”, zegt hij. “We moeten elk boutje en schroefje zelf maken, dat kunnen de automobielfabrikanten veel beter. Maar ze kunnen het niet alleen. Coöperatief rijden helpen ontwikkelen met verschillende type auto’s en met goede communicatie aan de wegkant, daar kunnen wij als onafhankelijke instituten ze bij helpen.”