Author profile picture

Niet de bezwaren van de lokale taxibedrijven, maar de belastingdienst en de Inspectie Leefomgeving & Transport (ILT) zorgden ervoor dat Eindhoven vorige maand het geplande Uber-experiment moest laten varen. Eindhoven ijvert al jaren voor de vrijheid om te experimenteren op terreinen waar de bestaande wetgeving algemeen als achterhaald en knellend wordt gezien. Uit continu overleg met het ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M) had het stadsbestuur de indruk dat een taxi-experiment mogelijk zou moeten zijn. Dat vervolgens de Belastingdienst en de ILT dit dwarsboomden, was voor de betrokkenen een verrassing en een grote teleurstelling.

Een woordvoerder van het Ministerie van Financiën laat weten niet op specifieke gevallen te mogen ingaan.


De Raadsfractie van de VVD heeft vragen gesteld over de kwestie


 

Aanvankelijk liet wethouder Jannie Visscher de gemeenteraad weten dat het experiment was afgeblazen als gevolg van overleg met de lokale taxibranche. Uit haar verklaring van 6 november:

“In het kader van innovatie in de bel- en bestelmarkt hebben we samen met de organisatie Uber onderzocht of we een experiment konden starten. Hierover hebben we afgelopen week onze partners in de Kwaliteitskring Taxi geïnformeerd en geconsulteerd. Mede op grond van daar geuite bezwaren en nadelen van het mogelijke experiment hebben we besloten dit experiment niet te starten. We blijven actief zoeken naar een goed experiment om innovatie in de bel- en bestelmarkt te realiseren en komen daar zo spoedig mogelijk bij u op terug.”

De taxibedrijven zijn overigens wel degelijk bezorgd over een mogelijk Uber-experiment. “Zij vreesden dat de kwaliteitseisen in de bel- en bestelmarkt onder druk zouden komen te staan door dit experiment”, zegt de woordvoerder van wethouder Visscher. Maar achteraf blijken het vooral de Belastingdienst en de ILT te zijn geweest die het project dwarsboomden. “Beide organisaties besloten de samenwerking met de gemeente Eindhoven in het taxibeleid stop te zetten.” Er restte de gemeente Eindhoven dus niets anders dan de gesprekken met Uber te beëindigen.

Visscher en burgemeester Rob van Gijzel zijn niet te spreken over de verloren slag, maar tegelijkertijd vastbesloten door te gaan met de strijd. “Wij gaan door met onze zoektocht, omdat de gemeente Eindhoven graag wil dat innovaties in de taximarkt plaatsvinden. Want wij zijn er van overtuigd dat zowel de vragers als aanbieders van taxidiensten veel baat kunnen hebben bij slimme technologische toepassingen, bijvoorbeeld via een app. In dat kader voeren wij nieuwe gesprekken met het Ministerie van I&M. Het ministerie geeft aan dat zij graag de kennis en expertise beschikbaar wil stellen om samen met Eindhoven te zoeken naar een goed experiment. Want om een experiment te laten slagen zijn wij van het Ministerie afhankelijk voor het mogelijk creëren van wettelijke ruimte.”

“We moeten als overheid niet de reflex hebben dat we alle technologische ontwikkelingen willen tegenhouden”

Visscher en Van Gijzel benadrukken dat de huidige regels en wetten gemaakt zijn op de wereld van gisteren en daarmee vaak een belemmering vormen voor het doorvoeren van technologische toepassingen. “Technologische ontwikkelingen gaan razendsnel, en we moeten als overheid niet de reflex hebben dat we alles willen tegenhouden, maar juist proeven welke voordelen eraan zitten. En als overheid zouden we dus meer moeten durven experimenteren met wet- en regelgeving.”

Formeel is wat Uber doet illegaal, weet ook Van Gijzel: “In de taxiwet staat bijvoorbeeld dat je een boordcomputer moet hebben en inderdaad, die Uber-taxi’s hebben dat niet. Maar die wet is opgesteld toen we nog niet wisten dat we tegenwoordig met een app op een telefoon veel handiger, sneller en goedkoper kunnen werken dan met zo’n boordcomputer van een paar duizend euro.”

Wetgeving aanpassen heeft volgens Van Gijzel weinig zin, want voordat je dat hebt gedaan is de techniek al weer vele stappen verder. “Dus we moeten dat anders doen. In pilots en experimenten kunnen wij heel goed vorm geven aan die nieuwe economie. Dat hadden we met Uber heel mooi kunnen laten zien.” Dat dat nu niet lukt is jammer, maar geen eindstation. “Het is onafwendbaar dat dit op ons af komt. En dat is meteen het rare: de Rijksoverheid is onmachtig het zelf te organiseren maar laat het ook niet aan steden over om het wel voor elkaar te krijgen.”