Met een clubje van vijf mensen stapte Alex Terpstra in 2006 uit Philips om een project dat voortkwam uit de Philips incubator Content Identification groter te maken. Er werd een investeerder aangetrokken en er werden twee nieuwe onderdelen aangekocht. Aan het einde van de rit sleepte het bedrijf een Emmy binnen voor de ontwikkelde technologie waarbij een onzichtbaar watermerk op media wordt toegepast om piraterij tegen te gaan en werd het bedrijf verkocht in drie losse onderdelen. “Het boek is nu af.”
Het oud-Philips project werd een bedrijf en kreeg een naam: Civolution. Vanaf toen werd duidelijk dat het bedrijf uiteindelijk verkocht zou moeten worden. Er kwam een investeerder. “Toen konden we een aantal paden volgen; Naar de beurs gaan, wat in die tijd moeilijk was voor tech-bedrijven. Een tweede investeringsronde ingaan of zoeken naar een goede koper”, zegt Terpstra.
Tegen de tijd dat Civolution groot genoeg was om te zoeken naar een koper bleek dat er weinig partijen waren, waarvan het profiel paste bij dat van het bedrijf van Terpstra. “Er waren genoeg partijen die een deel van het bedrijf interessant vonden maar te weinig of geen bedrijven waarvan we zeker zouden weten dat alle technologie verder ontwikkeld zou worden en ons personeel een rol te vervullen zou hebben.”
Dus werd in 2013 besloten om het bedrijf op te hakken in drie takken, en voor elke tak te zoeken naar een koper. In december van 2014 werd de eerste koper gevonden: Kantar Media kocht Civolutions Audio Watermarking Unit, in juli 2015 werd Teletrax TV Analytics gekocht door 4C en ten slotte volgde in juli 2016 de overdracht van de laatste tak: Nexguard Forensic Watermarking is overgenomen door Kudelski Group.
Die drietrapsraket had wat voeten in de aarde. “Ten eerste komt er bij de opsplitsing al een hoop papierwerk kijken, ten tweede ga je drie keer door een verkoopsproces.” De eerste gesprekken voor de verkoop van de laatste tak van Civolution vonden in september plaats. De afronding laat juni, begin juli.
Over de koper, het Zwitserse Kudelski Group, is volgens Terpstra niet lang getwijfeld. “Het bedrijf verricht een groot deel van hun zaken in de VS, waar een gedeelte van ons team al zat. We wilden een goed huis vinden voor onze werknemers en onze technologie. En dat we een emmy wonnen voor onze technologie heeft het onderhandelingsproces geen kwaad gedaan.”
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.
De drijfveer om een goed huis te vinden voor de werknemers heeft ook een grote rol gespeeld bij de beslissing om het bedrijf op te hakken. “Ik heb een eerdere onderneming wel eens aan de concurrent moeten verkopen, dat leidde uiteindelijk tot sanering van het personeel. Je wil dat de mensen die je geholpen hebben iets op te bouwen een goede toekomst tegemoet gaan, net als je dat voor jezelf wil.”
Nieuw idee
De bedrijven zijn nu uit handen. “Het boek is gesloten, met de verkoop van Nexguard is het laatste hoofdstuk geschreven. Daar ben ik blij om.” Terpstra blijft de komende tijd in functie bij 4C, het bedrijf dat in 2015 Teletrax overnam.
4C gaat zich onder meer richten op het personaliseren van televisiereclames. “Zoals dat nu ook al veel gebeurt op social media. Het zal in de toekomst zo zijn dat als Huis A en Huis B allebei naar hetzelfde programma zit te kijken, de één een andere reclame zal zien dan zijn buurman, gebaseerd op zijn voorkeuren.”
Het is de nieuwste innovatie waar Terpstra mee bezig is. Maar niet de laatste. “Het bloed kruipt waar het niet gaan kan”, zegt hij. “Ik zal altijd mijn ogen en oren open blijven houden voor nieuwe ideeën. Ik richt me met 4C nu vooral op het aanboren van de Europese markt, maar het zou zomaar kunnen dat ik nog eens opnieuw voor mezelf begin.”