Welk Europese land heeft zijn zaakjes het duurzaamst voor elkaar? Dat ligt tamelijk genuanceerd en is afhankelijk waar je op let. Nadat in de eerste episodes elektriciteit en warmte onder de loep genomen werden, is het nu tijd voor transport. De wegen waren vorige keer al aan de beurt. In de komende tweeluik speelt het spoor de hoofdrol.
Om te beginnen het reguliere spoorwegnet zonder allerlei hogesnelheidssnufjes. De landen van Europa waren in de 19e eeuw de eersten die een omvangrijk spoorwegnet bouwden. Bijna 200 jaar later, is dit nog altijd zo. Nergens ter wereld kom je op zoveel plaatsen met de trein als in Europa. Dit wordt meteen duidelijk na een blik op deze zeer uitgebreide spoorkaart. Hierin zijn niet alleen alle spoorlijnen die personenvervoer faciliteren meegenomen.
Ook het aantal inwoners dat op minder dan 5km van een treinstation woont, is te spotten aan de paarse kleuren. In de geel gearceerde gebieden woont de voltallige bevolking op redelijke afstand van een station.
Bovenleiding of dieseltank
Spoorvervoer wordt over het algemeen beschouwd als een groenere manier om van A naar B te komen dan met de auto. Als het aan de duurzame ambities van de Europese Unie ligt, moet in de nabije toekomst zoveel mogelijk spoor geëlektrificeerd worden. Toch is het nog lang niet overal zover. Vooral in Centraal- en Oost-Europa rijden nog altijd vervuilende Dieselboemeltjes uit de vorige eeuw rond, terwijl elders juist is geïnvesteerd in comfortabeler en groener elektrisch vervoer.
In Tsjechië mag dan bijna iedereen dichtbij van een treinstation wonen. Echt groen zijn de spoorvervoerders hier niet bepaald met nipt meer dan een derde van de trajecten geschikt voor de schonere elektrische treinen. Van de rijkere landen vallen vooral de povere percentages van Denemarken, Verenigd Koninkrijk en Ierland op.
Zwitserland waren in 2020 alle spoorwegen geëlektrificeerd. Zweden, België en Nederland behoren eveneens tot de continentale voorlopers op het gebied van bovenleidingen. Voor de succesverhalen aan de andere zijde van Europa moeten we in Bulgarije of Montenegro zijn. Deze landen zitten ondanks hun lagere levensstandaard op ‘West-Europees-niveau’ als het om bovenleidingen boven het spoor gaat.
Groen vervoer
Transport is een van de drie deelcijfers die Eurostat gebruikt om de duurzaamheid van lidstaten te meten. Hoewel in deze episode vervoer per spoor centraal staat, schetst deze derde kaart het beeld in een bredere context. Hoe groot is het aandeel ‘duurzame bron’ als je ook vrachtwagens, personenauto’s, schepen en goederentreinen meetelt?
De percentages overlappen een beetje. Landen als Zweden, Noorwegen en Nederland zitten ook hier bij de continentale kopgroep. In Polen zijn de spoorwegen relatief duurzaam, terwijl de andere vormen van transport klaarblijkelijk veel meer fossiele brandstoffen nodig hebben.
De fanatiekste treinforenzen
Het succes van treinvervoer zit hem natuurlijk niet alleen in de infrastructuur. Een immens spoornet is immers niet bepaald nuttig indien er nauwelijks gebruik van gemaakt wordt of minder dan eens in het uur een trein overheen rijdt. In het ideale scenario vormt het openbaar vervoer een volwaardig – of zelfs beter – alternatief dan de auto voor tripjes. Of het nou voor werken of voor familiebezoek is, puur beschouwd vanuit de ‘groene bril’ is iedere autorit die hiermee voorkomen wordt winst.
De fanatiekste treinreizigers van Europa wonen in Finland, waar het aantal in- en uitstappers per etmaal overeenkomt met meer dan 13 procent van de bevolking. In deze tabel zijn de cijfers van alle landen te checken. Aangezien betrouwbare data over reizigers vanwege de coronacrisis niet te verzamelen was, zijn hier de Eurostat-gegevens van het vierde kwartaal 2019 gebruikt.
Vertragingen en hinder
Klagen over de belabberde dienstverlening van de nationale spoorwegvervoerder, wordt in menig EU-land beschouwd als een ware volksport. Bijna iedereen claimt dat hun land er toch echt de grootste bende van maakt. De Europese spoorwegassociatie IRG-Rail, waar treinvervoerders uit 31 landen bij zijn aangesloten, doet geen onderzoek op basis van de onderbuik, maar van horloges en aankomsttijd.
Hoeveel treinritten kwamen met minder dan vijf minuten vertraging aan op hun eindstation? Dat brachten zij een aantal jaar geleden in kaart in hun jaarlijkse Rail Monitor Report. Aangezien geen enkele treinreiziger staat te springen om vertraging, vormen deze gegevens een tamelijk accuraat inkijkje in de kwaliteit van de dienstverlening.
Dus waar komt de minste vertraging voor? Verrassend genoeg in de Baltische Staten, waar Litouwen en Letland met 96 en 98 procent op tijd iedereen jaloers maken. Ook in Nederland, Spanje en Noorwegen komt meer dan negen op de tien treinritten op tijd aan. In Slovenië en Griekenland is de kans op vertraging het grootst. Iets meer dan een op de drie Griekse treinpassagiers kwam in 2018 zonder vertraging aan op het eindpunt.
Sporen verdiend?
Waar zitten de groenste en beste spoorwegmaatschappijen van Europa? Dat hangt er een beetje vanaf hoe je het bekijkt. In Tsjechië wonen de meeste mensen dichtbij een station. Toch zullen zij wel genoegen moeten nemen met boemeltjes die vermoedelijk niet al te intensief ingezet worden.
Puur vanuit het duurzame perspectief beschouwd zijn Zwitserland (vanwege het hoge percentage geëlektrificeerd spoor) en Finland (vanwege het hoge percentage treinreizigers) de koplopers. Een goeie allrounder die op alle fronten bovengemiddeld scoort is Nederland. Op de voet gevolgd door Denemarken, Noorwegen en Oostenrijk. Het zou kunnen dat alles in Zwitserland nog strakker staat, maar omdat dit land niet bij de Europese Unie zit was de hoeveelheid beschikbare data karig te noemen.
In sommige landen is het pakken van de trein nauwelijks een reële optie te noemen vanwege de matige dienstregelingen, oncomfortabel materieel en enorme kans op vertragingen. Hoewel veel Oost-Europese landen hier allesbehalve sterk in scoren, lijkt de situatie op het spoor in Griekenland het meeste op dat van een derdewereldland. Van de rijkere landen presteert Groot-Brittannië niet best. En dan is in dit verhaal nog niet eens de torenhoge ticketprijzen en privatiseringschaos meegenomen.
Volgende week staan de spoorwegen opnieuw centraal. Dan geen trage boemeltjes, maar high-tech hogesnelheidsmaterieel.