© EU. Jean-David Malo
Author profile picture
Waarom we over dit onderwerp schrijven:

De tendens is duidelijk: er moet in E uropa meer sturing komen in de vrije markt. Innovation Origins houdt daarom de koerswijzigingen in het EU-beleid goed in de gaten.

De les die de Europese politiek de afgelopen jaren heeft geleerd, is dat ons continent kwetsbaar is. Eerst de coronapandemie en nu de oorlog in Oekraïne hebben de bakens verzet. Onze afhankelijkheden van landen als Rusland en China zijn veel te groot en daarom zijn op alle fronten investeringen nodig om Europa weerbaarder te maken.

De Europese politiek zet groot in op technologische innovatie. Dankzij de energiecrisis moet de groene transitie in een stroomversnelling. En ook de bijna volledige afhankelijkheid van microchips die geproduceerd worden in Taiwan moet beëindigd worden. 

Het zijn deze uitdagingen die Jean-David Malo motiveren elke dag naar zijn werk te gaan. De Fransman geeft vanuit Brussel leiding aan de European Innovation Council. Een fonds van de Europese Commissie dat is gevuld met 10 miljard euro belastinggeld. Het is bedoeld om te investeren in technologische doorbraken die Europa de gewenste onafhankelijkheden moet geven.

Start-ups kunnen zich uit eigener beweging bij hem melden voor geld voor hun eigen ideeën en doen dat ook in grote getalen. Daarnaast zet Malo regelmatig zogenaamde ‘uitdagingen’ in de markt om innovatieve bedrijven te vragen met oplossingen te komen voor problemen die de Europese politiek graag uit de weg ruimt.

Zijn enorme zak geld maakt Malo tot een populaire speler in Brussel, erkent hijzelf: “Zeker ben ik populair. Omdat het een nogal uitdagend en competitief programma is.” En toch: zijn miljarden zijn slechts ‘een druppel in de oceaan’, zegt de venturecapitalist in staatsdienst tegen Innovation Origins.

Echt? Het klinkt als veel geld

“Ja, het is het grootste budget voor innovatie op EU-niveau. In die zin is het een belangrijk programma. Maar het is een budget voor zeven jaar en het is slechts een kleine bijdrage aan wat nodig is. Om een voorbeeld te geven: we staan drie of vier keer per jaar open voor voorstellen voor onze versneller. We hebben telkens ongeveer 450 miljoen euro beschikbaar. Maar we hebben aanvragen ontvangen van aanvragers voor meer dan 6 miljard euro! Uiteindelijk kunnen we slechts een percentage van de projecten die financiering nodig hebben financieren.”

Wat is volgens u het belangrijkste voordeel van het fonds voor de samenleving?

“Wij hebben in Europa een risicokapitaalmarkt die niet voldoet in vergelijking met de VS. Vooral in de hoeveelheid financiering die beschikbaar is voor innovatieve startups. Daarom kunnen Europese investeerders niet zoveel risico’s nemen als Amerikanen. Als je een fonds van 1 miljard euro hebt of een fonds van 100 miljoen euro, is het risico dat je neemt met een investering van bijvoorbeeld 10 miljoen heel anders. Met de Europese Innovatieraad investeert de EU voor het eerst rechtstreeks in bedrijven. Dat is een grote verandering ten opzichte van het verleden. Vroeger was het niet normaal dat Europese regeringen of de Europese Commissie rechtstreeks aandelen in een bedrijf namen.”

Dus u bent een door de staat aangestelde durfkapitalist?

“Ja. Maar we hebben een strategie die gebaseerd is op impact, niet op financieel rendement. Ons eerste doel is om bedrijven die veelbelovend zijn te helpen groeien. We handelen als een geduldige durfkapitaalinvesteerder. Dat betekent dat we er 5, 7, 10 of 12 jaar in kunnen blijven.”

Maar uiteindelijk verkoopt u uw aandelen in de bedrijven die u steunt?

“Ja, we stappen eruit. Want ons doel is niet om de markt te verdringen. Uiteindelijk zijn we een overheidsinstantie en kunnen we geen eerlijke concurrentie aangaan met particuliere bedrijven.”

Wat is het politieke doel van uw werk als staatsinvesteerder in bedrijven?

“Wij willen de markt veranderen. Wij willen particuliere investeerders ervan overtuigen dat wat zij als te riskant beschouwen, in feite niet zo riskant is. Natuurlijk kunnen ze geld verliezen, want het gaat om technologieën die nog niet volgroeid zijn. Maar als ze werken, hebben ze het potentieel om de maatschappij totaal te veranderen.”

Digitale innovatie wordt al jaren gedomineerd door Amerikaanse bedrijven. Hebben we in Europa de hulp van de staat nodig om te kunnen concurreren met Silicon Valley?

“We concurreren al met de Amerikanen en de rest van de wereld. Het is niet dat we deze concurrentie willen creëren. En ja, we hebben de hulp van de staat nodig vanwege de kenmerken van onze financiële markt. Tussen haakjes: Mensen vergeten vaak dat de Amerikaanse durfkapitaalmarkt in het prille begin ook door de staat werd gesteund.”

U bedoelt de manier waarop internet eerst werd ontwikkeld voor het Amerikaanse leger?

“Dat is de staat. Dus als we met de VS willen kunnen concurreren, moeten we de mogelijkheden van de staat gebruiken om de markt te stimuleren. Wij vinden dat het de rol van een overheidsinstantie is om activiteiten te financieren die de particuliere markt nu te riskant vindt. Onze ambitie is een klimaat te scheppen voor een grotere investeringsmarkt in Europa, zodat de particuliere sector meer risico’s kan nemen. En trouwens, terwijl ik dit zeg, vergeet niet dat ik in feite een liberaal ben.”

Maar u bent ook Frans! En in Frankrijk houden ze van staatsinterventie.

“En dankzij dat hebben we de TGV. Je hebt de steun van de staat nodig om risicovolle dingen aan te pakken. Maar als het werkt, moet de staat eruit.”

U zei dat u voor 6 miljard euro aan financieringsaanvragen ontvangt. Hoe zorgt u ervoor dat de juiste projecten worden gesteund?

“Het is geen gemakkelijke zaak. Want het is onze ambitie om de volgende ontwrichtende technologieën te ondersteunen. In essentie kun je een nieuwe technologie pas als ontwrichtend karakteriseren wanneer deze heeft plaatsgevonden. Achteraf. We gebruiken verschillende middelen. De eerste is dat onze programmamanagers mensen zijn die goede kennis hebben op het gebied van een bepaalde technologie. Dit zijn mensen die een achtergrond hebben in ondernemerschap of op het gebied van investeringen. 

Ten tweede, hoewel het grootste deel van ons programma bottom-up is (bedrijven die financiering aanvragen op basis van het werk dat ze doen), openen we ook oproepen voor uitdagingen op bepaalde gebieden die ons belangrijk lijken. Tijdens de pandemie hebben we bijvoorbeeld specifieke oproepen gelanceerd over covid-diagnostiek en vaccins. In elk geval richten wij ons bij onze selectie op de beste.”

“Focussen op de besten”, dat betekent dat het meeste geld naar Noordwest-Europese landen gaat en niet zozeer naar het oostelijk deel van de Europese Unie?

“Dat is het geval in elk innovatieprogramma van de EU. In een open competitie is het geen grote verrassing dat je betere resultaten hebt met voorstellen uit Nederland dan uit Polen. Dat komt gewoon door hoe de situatie in de verschillende landen in Europa is.” 

Is dat geen politiek probleem tussen de lidstaten?

“Ja, het is een politiek probleem. We proberen dit aan te pakken via het Horizon Europe programma met verschillende maatregelen die onderzoeksorganisaties en bedrijven kunnen ondersteunen om de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in Oost-Europese lidstaten te vergroten.”

Een ander groot politiek probleem is de oorlog in Oekraïne. Kijkt u naar meer investeringen in militaire innovatie?

“Ons wettelijk kader verbiedt ons te investeren in militaire innovatie. Maar alles met een dubbel gebruik is mogelijk. Een drone kan bijvoorbeeld dienen voor amusement, maar ook voor militaire doeleinden. Na de pandemie was wat er in Oekraïne gebeurt nog een waarschuwing dat we in Europa verschillende problemen hebben om onze stabiliteit te waarborgen. We moeten onze waarden verdedigen en ervoor zorgen dat we autonoom zijn.” 

Hoe verandert dat de focus van uw financiering?

“De covidcrisis en de oorlog laten ons zien dat we bijvoorbeeld problemen hebben met onze bevoorradingsketens en onze toegang tot bepaalde grondstoffen. Aangezien ons programma ook wordt gestuurd door onze politieke behoeften, openen wij oproepen voor uitdagingen op deze gebieden. 

Wat bijvoorbeeld de bevoorradingsketens betreft: de Europese Unie werkt aan een “chipswet” die tot doel heeft de productie van microchips in Europa te stimuleren. De beheersing van de toeleveringsketen op dit gebied moet volledig worden herzien. De evolutie in de samenleving heeft uiteraard gevolgen voor de manier waarop wij de uitdagingen identificeren die volgens ons moeten worden aangepakt.”

Nog één ding: we ontmoeten elkaar in uw kantoor in het centrum van Brussel. Maar we zijn tamelijk ver verwijderd van de rest van de gebouwen van de Europese Commissie. Waarom bent u niet gehuisvest in de beroemde Europese bubbel van Brussel?

“Je hebt enige toegevoegde waarde omdat je heel dicht bij degenen staat die het beleid uitstippelen om hen te beïnvloeden. Maar binnen de Europese bubbel ben je tegelijkertijd heel ver verwijderd van de behoeften van de mensen die je geacht wordt te helpen. Hier staan we op grote afstand. En trouwens: het is maar 10 minuten met de metro naar het hoofdkwartier van de Europese Commissie.”