De COVID 19-crisis houdt de wereld in zijn greep. Het virus verspreidt zich snel met hoge infectiecijfers wereldwijd tot gevolg. Veel regeringen hadden geen strategie en moesten hun maatregelen op ad-hocbasis ontwikkelen. In sommige landen was de gezondheidszorg overbelast. Misverstanden hebben ook tot fatale fouten geleid. In de toekomst wil de Europese Unie beter kunnen omgaan met pandemieën. Een van de projecten is STAMINA, waarin teams uit 19 landen samenwerken. Gezamenlijk ontwikkelen zij een ‘toolbox’ die het crisismanagement kan ondersteunen bij een pandemie of ramp.
De onderzoeksteams dragen veel verschillende ‘tools’ bij, die in het project worden getest. Het resultaat moet als beproefde en degelijke technieken beschikbaar zijn voor het beheer van pandemieën. Voorbeelden zijn snelle diagnosetests of simulatietools. Informatietechnologieën, die bedoeld zijn om organisaties en actoren in het kader van het crisisbeheer bij hun dagelijkse werkzaamheden te ondersteunen, spelen een belangrijke rol. In geval van een crisis moet iedereen goed samenwerken. Vaak ook over de administratieve en gerechtelijke grenzen heen.
De keten van degenen die betrokken zijn bij crisisbeheer is lang en strekt zich uit van de autoriteiten en noodhulporganisaties tot de economie, de infrastructuurbeheerders, de wetenschap en de burgers. In termen van burenhulp zijn het ook de nationale grenzen die worden overschreden. Het STAMINA-project heeft tot doel een gemeenschappelijke informatieruimte te creëren voor iedereen die betrokken is bij crisiscommunicatie. Met een communicatie-aanpak die over alle structuren en randvoorwaarden heen werkt. Ook voor wat betreft de verschillen tussen de diverse landen, legt projectmanager Georg Neubauer van het AIT Austrian Institute of Technology in Wenen uit. De AIT draagt onder andere bij aan de testsoftwaremodule en coördineert alle testen binnen het project, zo vertelt hij in een interview met Innovation Origins.
De technologieën werden oorspronkelijk getest voor crisismanagement tijdens natuurrampen. In hoeverre werken ze ook tijdens een pandemie?
“Het is inderdaad niet zo heel anders dan bij een natuurramp. In het geval van een pandemie zijn er alleen testlaboratoria nodig, om een voorbeeld te noemen. Maar het is altijd belangrijk dat de informatie snel wordt verstrekt en dat iedereen dezelfde informatie heeft. In dit opzicht kunnen we de basisconcepten van informatie-uitwisseling en gegevensbeheer op het hoogste niveau houden. Hier zijn enkele belangrijke punten die zeker van toepassing zijn in elke vorm van crisis”
Wat is cruciaal in het crisismanagement van een pandemie?
“Het gaat erom het werk van de betrokken organisaties te ondersteunen of in de eerste plaats mogelijk te maken. De focus ligt op het plannen en leveren van materiaal en apparatuur, bijvoorbeeld medische producten zoals beschermingsmaskers of beademingsapparatuur. Maar ook middelen als voldoende beddencapaciteit in ziekenhuizen of voedselvoorziening voor de bevolking staan centraal. In de gezondheidszorg is het belangrijk om gestandaardiseerde testfaciliteiten ter beschikking te stellen. Maar ook een vlotte informatie-uitwisseling en geoptimaliseerd gegevensbeheer zijn van cruciaal belang.
Dit zijn slechts de belangrijkste eisen. Er zijn er nog veel meer. Er is bijvoorbeeld ook de communicatie met de bevolking. Uit het buitenland komen berichten over problemen met niet-coöperatieve delen van de bevolking. Dit alles moet dienovereenkomstig worden gepland en ondersteund.”
Welke technologieën kunnen dit ondersteunen?
“In de media is tot nu toe nauwelijks melding gemaakt van informatie-uitwisseling en gegevensbeheer. In enquêtes onder belanghebbenden hebben we echter vastgesteld dat deze onderwerpen zeer relevant zijn. Er zijn veel verschillende uitdagingen die met informatietechnologie kunnen worden aangegaan. Zoals de geautomatiseerde, tijdbesparende uitwisseling van informatie of de noodzaak van een gemeenschappelijk situatiebeeld als basis voor beslissingen. Ook de analyse van heterogene gezondheidsgegevens kan problematisch zijn. Dit zijn gegevens die verschillende formaten kunnen hebben. Dit vereist informatietechnologieën die hun analyse ondersteunen. Organisaties zoals nationale waarschuwingscentra, die verantwoordelijk zijn voor het verzamelen, analyseren en verspreiden van informatie, profiteren hiervan.”
In STAMINA test u ook tools voor het analyseren van sociale media – wat betekent dat?
“De analyse van sociale media kan worden gebruikt als aanvulling op de tests – om trends in de frequentie van de ziekte te vinden. Er is een clusterfrequentie, die zich kan manifesteren in pandemieën, bijvoorbeeld in woonwijken. We gaan testen of we via sociale media clusterfrequenties kunnen identificeren. We doen dit door ze te onderzoeken op sleutelwoorden als koorts of keelpijn. Veel mensen melden dat op social media nog voordat ze naar de dokter gaan. Als deze trefwoorden vaak voorkomen in een regio, is dit een indicatie om de regio in de gaten te houden.
De informatie uit sociale media kan worden gebruikt om – samen met andere bronnen – een beeld van de situatie te creëren. We moeten echter testen of social-media-analyse ook geschikt is voor het beheer van een pandemie. Misschien is dit slechts in beperkte mate mogelijk.”
Welke bijdrage levert het AIT met zijn technologieën?
De bij het AIT ontwikkelde technologieën maken een gemeenschappelijk beeld van de situatie mogelijk dat voor alle spelers in het crisisbeheer toegankelijk is. Het zal ertoe bijdragen dat alle spelers snel en gelijktijdig op de hoogte worden gebracht. Dit zal informatie opleveren over bijvoorbeeld het aantal mensen dat aan lokale ziekten lijdt en de beschikbare medische apparatuur. We zullen onze Emergency Map Tools (EMT) aanpassen voor pandemische doeleinden. Daarnaast zijn we van plan gebruik te maken van de Public Safety Hub (PSH), een instrument dat de uitwisseling van informatie over de administratieve en gerechtelijke grenzen heen mogelijk maakt.
Daarnaast zijn wij verantwoordelijk voor de coördinatie van de twaalf tests. Daarbij zullen we gebruik maken van de technologieën die we hebben ontwikkeld: Met het Portfolio of Solution (PoS) kunnen we verschillende oplossingen voor crisis- en rampenbestrijding bekijken en beschrijven. Om de oplossingen te kunnen vergelijken is ook onze Trial Guidance Tool (TGT) nodig. Het maakt het mogelijk een of meer oplossingen voor pandemiebeheer systematisch te testen.”
Na de twaalf tests is ook een grote simulatieoefening gepland. Wat zijn de spannende momenten?
“Het is belangrijk om de tests tot in de details te plannen. Je moet voor elke test een scenario opstellen en nagaan welke tools geschikt zijn voor het scenario. Als er bijvoorbeeld een epidemie uitbreekt, wordt er vanuit regio X een alarm naar de buurlanden gestuurd. Informatie over de situatie wordt ontvangen uit het crisisgebied. Als de beschikbare middelen en krachten niet voldoende zijn, kunnen organisaties verzoeken indienen bij de buurlanden. We evalueren de technische oplossingen volgens een protocol en vooraf gedefinieerde kenmerken. Op deze manier zorgen we ervoor dat de instrumenten daadwerkelijk voldoen aan de eisen bij een crisis. Er zou bijvoorbeeld een vereiste kunnen zijn om minstens 50 vrijwilligers te bereiken met één tool. Als dit niet lukt, wordt de tool verbeterd en opnieuw getest. Elke test volgt hetzelfde protocol. En als een toepassing niet werkt, dan gooien we het weg”.
Ook interessant: