Velen van ons kunnen na zeven maanden coronapandemie de term “social distancing” niet meer horen. En voor steeds meer van ons wordt het ook steeds moeilijker om je aan te houden. Wat uiteraard gevolgen heeft. De pandemie laait weer op. Toch is sociale afstandelijkheid in de natuur normaal. Zelfs onder minder ontwikkelde wezens. Dit fenomeen werd ontdekt door een internationaal onderzoeksteam van het Museum voor Natuurkunde Berlijn, de University of Texas en de Ohio State University.
De wetenschappers ontdekten dat zieke vampiervleermuizen minder tijd doorbrengen in de buurt van soortgenoten, wat de verspreiding van een ziekte kan vertragen. De studie werd gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Behavioral Ecology.
Actieve en passieve social distancing
Normaal gesproken leven vampiervleermuizen in gemeenschappen en hebben ze – net als mensen – een persoonlijke omgeving en individuele sociale contacten. Deze “vriendenkliekjes” helpen elkaar. Veranderingen in sociaal gedrag als reactie op een ziekteverwekker kunnen echter de verspreiding van een ziekte in een populatie op verschillende manieren veranderen.
Als parasieten het gedrag van een gastheer beïnvloeden, kan de transmissiesnelheid toenemen, zeggen de onderzoekers. Maar als ze “social distancing” beoefenen, vertraagt de verspreiding omdat zieke en gezonde dieren elkaar minder vaak ontmoeten. Er zijn twee soorten sociale distantie: actief en passief. Met actieve sociale distantie worden zieke personen vermeden of deze nemen zelf afstand na een infectie. Met passieve sociale afstandelijkheid zijn zieke dieren vaak lethargisch en slaperig door hun ziekte. Hierdoor zijn ze minder mobiel en hebben ze ook minder sociale contacten.
Gesimuleerde ziekteverschijnselen
In hun veldproef met vampiervleermuizen onderzochten de wetenschappers deze passieve vorm van sociale distantie en de gevolgen voor de sociale banden tussen de dieren. Daartoe werden 31 vrouwtjes uit een holle boom in Lamanai (Belize) gevangen. De helft van de vleermuizen kregen een stof toegediend, waarna ze zes tot twaalf uur lang ziektesymptomen vertoonden. Na te zijn voorzien van extreem lichte sensoren, werden ze weer in het wild losgelaten.
Gedurende de volgende drie dagen kon met behulp van de sensoren in kaart worden gebracht wie bij wie in de buurt kwam. Dit stelde de onderzoekers in staat veranderingen in de sociale contacten tussen zieke en gezonde vleermuizen te volgen.
“Deze zelfgemaakte high-tech sensoren openen volledig nieuwe perspectieven op het zeer dynamische sociale gedrag van deze vleermuizen. Het was voorheen ondenkbaar dat je dergelijke experimenten in het wild kon uitvoeren en tegelijkertijd veranderingen in het sociale netwerk van een hele kolonie kon observeren”, zegt hoofdauteur Simon Ripperger van het Museum für Naturkunde Berlin.
Sociale distantie eenvoudig maar effectief
Er werd aangetoond dat de symptomen van de ziekte een diepgaande invloed hadden op sociale netwerken. De zieke vleermuizen brengen minder tijd door met hun groepsleden en nemen ook ruimtelijk afstand. Als gevolg daarvan is de kans dat een gezond dier in contact komt met een ziek dier afgenomen. Sociale distantie is daarom een eenvoudig maar effectief mechanisme voor vampiervleermuizen om de verspreiding van de ziekte in te dammen.
“Een van de dingen die me het meest fascineert, is dat we ons werk vanuit het laboratorium in het veld brengen”, legt mede-auteur Gerald Carter van de Ohio State University uit. “We hebben deze effecten bestudeerd bij vampiervleermuizen in gevangenschap onder gecontroleerde omstandigheden. Het is spannend om te zien hoe dezelfde effecten zich voordoen onder realistische omstandigheden in de natuurlijke omgeving van de dieren.”
Dergelijke hoge-resolutie datasets zouden in de toekomst helpen om nieuwe inzichten te krijgen in de patronen en processen die ten grondslag liggen aan de verspreiding van ziekteverwekkers, benadrukken de onderzoekers.
Foto: Vampiervleermuis (Desmodus rotundus) met sensor. © Sherri and Brock Fenton