De toenemende vergrijzing van de samenleving en de nieuwe medische technologieën vormen een uitdaging voor de gezondheidszorg én het rechtsstelsel. Wetten moeten worden gewijzigd of herschreven.
De stijgende levensverwachting en de medische verzorging van ouderen zijn grote uitdagingen voor de gezondheidszorg. Nieuwe medische technologieën zoals robots kunnen een deel van deze zorg overnemen. Dit zal echter leiden tot conflicten met de huidige wetgeving. Met name op het gebied van gegevensbescherming en aansprakelijkheid.
Nieuwe medische technologieën op basis van kunstmatige intelligentie (AI) zullen veel waarschijnlijker artsen vervangen dan medische hulpmiddelen. De grenzen tussen mens en machine vervagen. De vraag is dan ook gerechtigd of er aparte AI-wetgeving moet komen.
Medisch rechtsexpert Karl Stöger van het Instituut voor publiek recht en politieke wetenschappen aan de Universiteit van Graz onderzoekt hoe nieuwe medische technologieën verenigbaar zijn met de wettelijke vereisten. Stöger ziet het ontbreken van regels als een gevaar voor de gezondheidszorg over de klassengrenzen heen. Daarom probeert hij wettelijke oplossingen te vinden voor een adequate medische basiszorg.
Welke uitdagingen stelt de voortschrijdende technologie voor de gezondheidszorg en het rechtssysteem?
Een actueel onderwerp dat momenteel hoog op de agenda staat is de medicatie. De technologische vooruitgang in de geneeskunde betekent dat we een grotere hoeveelheid betere en effectievere medicijnen hebben. Maar deze zijn ook duurder en daardoor niet meer voor iedereen betaalbaar. Dit roept de vraag op welk niveau van behandeling het zorgstelsel elke patiënt moet bieden. Een ander probleem is dat sommige farmaceutische bedrijven een land als Oostenrijk helemaal niet van medicijnen voorzien omdat de markt relatief klein is en de hoeveelheden minimaal.
Een andere kwestie waarover momenteel wordt gediscussieerd, is de telegeneeskunde. Dit betekent dat artsen en patiënten niet langer op dezelfde plaats hoeven te zitten. Ook bedlegerige oudere patiënten en patiënten in afgelegen gebieden kunnen betere medische zorg krijgen als een arts hen telefonisch kan adviseren. Dit is echter nog niet aftrekbaar onder de welzijnswetgeving. Het probleem is niet onoverkomelijk. Maar de vraag blijft hoe we dat doen.
Kunstmatige intelligentie kan de besluitvormingssystemen voor artsen vereenvoudigen. AI-diagnoses presteren nu al beter dan artsen als het gaat om diagnostische beeldvormingsapparatuur. AI leert van een bestaande database. Het grote probleem hier is de bescherming van gegevens. De vraag hoe we met dit aspect moeten omgaan, wordt opnieuw relevant. Het is ook belangrijk om patiënten te laten weten dat gegevens anoniem kunnen worden gebruikt, zodat andere patiënten kunnen worden geholpen. Maar hoe beter het systeem, hoe groter de kans dat het systeem de individuele patiënt kan identificeren. Bijvoorbeeld als hij of zij een bepaald type tumor heeft. We moeten de uitdaging van de toegankelijkheid van gegevens overwinnen. Maar het rechtssysteem moet nog steeds een inhaalslag maken. Tegelijkertijd moet deze kwestie ook op Europees niveau worden opgelost.
Als systemen autonoom zouden werken, rijst ook de vraag wie er verantwoordelijk voor is.
Een suggestie is dat er autonome entiteiten zouden kunnen worden gecreëerd. De intelligente machine zou dan verantwoordelijk zijn. Het is altijd al zo geweest dat wanneer ik met een voorwerp reis, ik wettelijk verplicht ben om het onder controle te hebben. Dit gebeurt via een verplichte aansprakelijkheidsverzekering. De vraag rijst nu of autonome systemen ook zo behandeld moeten worden.
Maar wie is er verantwoordelijk voor fouten in ziekenhuizen? Aan wie leg ik verantwoording af? Als het een fabricagefout is, kan ik de fabrikant verantwoordelijk stellen. Maar de fabrikant kan er niets aan doen als iemand het systeem heeft getraind met behulp van foutieve gegevens. Dit is een uitdaging die van toepassing is op het hele digitaliseringsproces.
In een project dat we samen met Joanneum Research en Med Uni Graz hebben uitgevoerd, ging het om apparatuur voor het meten van de bloedglucose- en insulinedosering voor diabetes. Het systeem kan in een tablet worden gebruikt en is al in gebruik in sommige Oostenrijkse ziekenhuizen. De vraag was of het systeem ook in de thuiszorg gebruikt kan worden. Als het systeem goed werkt, hoeft de verpleegkundige assistent alleen de gegevens uit te lezen en insuline in te spuiten. Op dit moment is dit echter wettelijk niet mogelijk, omdat de uitleesgegevens door gekwalificeerd verplegend personeel moeten worden gecontroleerd. Dit betekent dat we nog steeds te maken hebben met wettelijke beperkingen. We moeten de wet veranderen – en dat is niet zo eenvoudig.
Hoe kan digitalisering een eerlijker gezondheidszorgsysteem ondersteunen?
Wearables zoals gezondheidsmonitoren of apps bieden steeds betere manieren om gegevens te verzamelen. Artsen kunnen deze gegevens gebruiken om hun patiënten effectiever te behandelen. In Oostenrijk is het gebruik van genetische analyses echter slechts beperkt mogelijk. Het risico bestaat namelijk dat particuliere verzekeraars toegang krijgen tot informatie over de gezondheidstoestand van individuen. Als gevolg daarvan kunnen personen met een hoog gezondheidsrisico door particuliere verzekeraars worden afgewezen. Kunnen mensen verantwoordelijk worden gehouden voor het feit dat kanker, bijvoorbeeld, in hun familie veel voorkomt?
Lees verder:
Dierenvrij medisch onderzoek heeft duidelijke wetgeving nodig