©Pixabay
Author profile picture

Na aardbevingen of gasexplosies duurt het vaak lang om onder het puin bedolven mensen te lokaliseren en te redden. Om reddingsteams in staat te stellen in de toekomst sneller betere en nauwkeurigere informatie over de situatie ter plaatse te verkrijgen, ontwikkelen internationale wetenschappers nu een modulair sensorsysteem voor een drone.

Het systeem werd ontwikkeld binnen het onderzoeksproject “Sensor Systems for Localizing Buried Persons in Collapsed Buildings” (SORTIE). “Gebouwen storten vaak plotseling en zonder enige waarschuwing vooraf in. Bijvoorbeeld door een gasexplosie of tijdens aardbevingen. Zoek- en reddingsteams kunnen zich meestal maar langzaam voortbewegen op het onstabiele puin van de ruïnes,” legt prof. dr. Ompe Aimé Mudimu uit. Hij is adjunct-directeur van het instituut voor reddingstechniek en risicopreventie van de Technische Hogeschool Keulen.

Daarom is het van groot belang dat uitgestrekte gebieden efficiënt en veilig kunnen worden doorzocht. Analyse vanuit de lucht met behulp van drones is voor dat doel bijzonder geschikt. Op die manier kunnen de hulpdiensten worden ontlast bij het zoeken naar slachtoffers.

Ondersteuning van reddingswerkers

Tegen eind december 2022 willen de onderzoekers een modulair systeem voor een drone hebben ontwikkeld, waarop vier verschillende sensorpakketten kunnen worden aangesloten. Het gaat daarbij om ‘bioradar’ om de ademhalingsbewegingen van bedolven slachtoffers te detecteren, ‘gsm-locatie’, ‘lasergasmeting’ voor het op afstand detecteren van explosieve luchtmengsels en ‘puinstructuuranalyse’ om de stabiliteit van puin te beoordelen.

Om ervoor te zorgen dat de drone niet te zwaar wordt en langer in de lucht kan blijven, kunnen de sensorpakketten afzonderlijk worden gebruikt, leggen de wetenschappers uit. Het Instituut voor reddingstechniek en risicopreventie van de TH Köln is verantwoordelijk voor het vaststellen van de functionele en technische eisen en het integreren van bestaande operationele concepten. Het is ook verantwoordelijk voor de operationele en tactische uitvoering.

Realistische scenario’s

“We hebben nauw samengewerkt met het Duitse Federale Bureau voor Technische Hulpverlening om te bepalen wat het systeem moet kunnen in termen van vliegtijd en andere parameters, en in welke volgorde de modules het best kunnen worden ingezet,” legt Lennart Landsberg uit, onderzoeksassistent van Prof. Dr. Mudimu. “Daartoe hebben wij verschillende representatieve en realistische scenario’s opgesteld. Hulpdiensten kunnen die gebruiken om in interviews en enquêtes in te gaan op de eisen die aan een dergelijk systeem worden gesteld”.

Momenteel werkt het team aan de integratie van de nieuwe technologie in de operationele organisatiestructuur. Vervolgens wordt het gehele systeem en de tactische uitvoering geëvalueerd en gevalideerd door middel van laboratorium- en praktijkoefeningen.

Zo zal bijvoorbeeld worden getest of de door de hulpdiensten vereiste vluchttijd van 30 tot 45 minuten en een modulewisseling in minder dan vijf minuten haalbaar zijn. En of het gelijktijdige gebruik van andere opsporingsmethoden mogelijk is, zonder dat de toestellen elkaar storen.

Projectpartners

Aan het project nemen de volgende instituten deel: Albert-Ludwigs-Universiteit Freiburg (projectleiding), de TH Köln, het Fraunhofer-Instituut voor meettechniek (Freiburg), de Friedrich-Alexander-Universiteit Erlangen-Nürnberg, de Universiteit van de Bundeswehr (München) en de civiele reddingsdienst Technisches Hilfswerk (Bonn). Omdat aardbevingen zich vooral in het buitenland voordoen zijn ook partners tot India bij het project betrokken. “De internationale samenwerking stelt ons in staat een goed instrument te ontwikkelen dat geschikt is voor verschillende toepassingsscenario’s,” aldus Mudimu.