Author profile picture

Om de klimaatdoelen van Parijs te halen, is alleen de CO2-uitstoot verminderen waarschijnlijk niet genoeg. Ook de hoeveelheid CO2 die nu al in de lucht zit, moet naar beneden. Studenten van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) hebben een innovatieve oplossing bedacht: Zij willen CO2 omzetten in mierenzuur, een chemische stof dat onder andere gebruikt kan worden als duurzame brandstof.

De Nederlandse overheid wil CO2 de komende jaren in lege gasvelden en zoutcavernes onder de zee pompen om de uitstoot te verminderen. Dat is volgens Jaïr Campfens, student duurzame innovatie, niet de oplossing van het probleem. “Op een gegeven moment zijn die velden weer vol en is het probleem terug.” Daarom werkt hij samen met vriend en medestudent Kylian Klein Hesselink aan een nieuw systeem dat CO2 om kan zetten in mierenzuur. Het enige dat daarvoor nodig is, is water en duurzame energie.

Maar hoe kom je aan die CO2? “Er zijn twee manieren: Aan de ene kant werken we aan een apparaat dat bijvoorbeeld bovenop de schoorsteen van een fabriek kan staan”, zegt Klein Hesselink. Een dergelijk systeem is op dit moment nog niet op de markt. “We zijn nu aan het bereken of dat mogelijk is en hoe we zo’n systeem vorm moeten geven.” De stof komt dan niet meer in de lucht maar wordt meteen omgezet in mierenzuur.

Aan de andere kant is het team ook in gesprek met een bedrijf in Eindhoven dat CO2 uit de lucht afvangt. “Dat doen zij op een efficiënte manier waardoor het ook betaalbaar is”, vertelt hij. “We zijn nu aan het kijken of we samen een systeem kunnen bouwen. Zij zorgen dan voor de technologie om CO2 af te vangen en wij voor het omzetten naar mierenzuur.”

Duizend toepassingen voor mierenzuur

Het mes snijdt volgens de studenten aan twee kanten: Er is minder CO2 en meer mierenzuur. Het chemische zuur wordt voor verschillende toepassingen gebruikt, zoals het looien van leer. Ook wordt het steeds vaker gezien als duurzame en circulaire brandstof. Per jaar wordt er zo’n 691.000 kilo mierenzuur gebruikt. “Op dit moment wordt mierenzuur nog gemaakt van fossiele brandstoffen, maar met onze technologie is het volledig duurzaam. Mits het met duurzame energie, van bijvoorbeeld zon of wind, is geproduceerd”, zegt Klein Hesselink.

“Er is een enorme markt voor mierenzuur”, voegt Campfens toe. DENS, een start-up die op de TU/e begon als studententeam, zet mierenzuur om in waterstof. Zo kan het dienen als brandstof voor onder andere bussen. “Door middel van mierenzuur kun je waterstof, wat eigenlijk een gas is, vloeibaar opslaan”, legt Klein Hesselink uit. “Dat is aantrekkelijk voor bijvoorbeeld transport omdat de negatieve effecten van een gas dan minder zijn. Het is bijvoorbeeld minder explosief en het heeft een minder groot volume.”

De cirkel rond maken

Toepassingen zijn er genoeg, daarom richten Campfens en Klein Hesselink zich voornamelijk op de productie van mierenzuur door het verminderen van CO2. DENS is hun eerste potentiële klant. Klein Hesselink: “Samen kunnen we de cirkel rond maken. Wij nemen CO2 en maken er mierenzuur van. Zij zetten mierenzuur om in waterstof. Door de verbranding van waterstof komt weer CO2 vrij. Die CO2 kunnen wij vervolgens weer gebruiken.” Campfens vult aan: “Het is echt een gesloten systeem. Als we er water en CO2 instoppen, weten we ook zeker dat er alleen mierenzuur uit komt. Er zijn verder dus geen negatieve bijeffecten of schadelijke nano-deeltjes.”

Aan de weg timmeren als start-up

De twee studenten hebben een inmiddels een team van dertien mensen om zich heen gebouwd. “We zijn nu bezig met computermodellen en berekeningen om te kijken hoe het proces zo optimaal mogelijk kunnen maken”, zegt Campfens. Daarnaast zoeken zij de samenwerking in de regio op. “Er zijn zo veel bedrijven bezig met de energietransitie en een circulaire economie. Het is zonde om alles zelf uit te vinden.”

Op den duur willen de studenten hun technologie op de markt brengen en hun eigen start-up beginnen. Campfens: “We gaan ons dit jaar richten op het doorrekenen van de technische kant van het product. Daarna willen we kijken of we in het lab een prototype kunnen maken en testen. Als dat goed gaat, gaan we op zoek naar een industriële partner het apparaat verder te testen. Wanneer we hebben aangetoond dat het product goed werkt, kan het echt de markt op.”

Lees ook hoe wetenschappers proberen CO2 om te zetten in methaan.