Studenten op de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) zitten steeds minder in de collegebanken. Het onderwijs richt zich steeds meer op de praktijk en daarmee de toepassing van technologische kennis. Studententeams zijn daar een voorbeeld van. De afgelopen vijf jaar is het aantal teams gestegen van zes naar vijftien. Voor studenten kan bijdragen aan een studententeam de meest leerzame tijd van hun studie zijn. Goede begeleiding is hierin erg belangrijk.
Studententeams bestaan uit studenten van verschillende niveaus en opleidingen. Buiten het reguliere onderwijstraject werken zij samen aan een oplossing voor een maatschappelijk probleem. Zo is Team SOLID bezig met het opwekken van energie door ijzerpoeder in plaats van kolen. Het Solar Team maakt een gezinsauto op zonne-energie en Team CORE ontwikkelt een oven om batterijen te recyclen. De studenten nemen maar gemiddeld één jaar deel aan het team. Dan maken zij plaats voor een nieuwe groep. “Studenten leren vaardigheden die zij in de schoolbanken niet leren”, stelt Mia Jelsma, coördinator van de studententeams. Bijvoorbeeld over leiderschap en samenwerking, maar ook over het werven van sponsoren en PR.
De Eindhovense universiteit loopt voorop op het gebied van challenge-based learning. Zo is er op de campus ook een speciale community, TU/e innovation Space, waar studententeams en start-ups onder andere werkruimte en begeleiding kunnen krijgen.
Praktijkgerichte cursussen
Professionals geven cursussen aan de studententeams. “In dat jaar willen zij natuurlijk zo veel mogelijk bereiken, daar is goede begeleiding voor nodig”, zegt Jelsma. Roel Wessels van Holland Innovative is een van de trainers. Hij ondersteunt de studenten op het gebied van projectmanagement en leiderschap. Het bedrijf geeft dergelijke cursussen niet alleen op de universiteit, maar ook aan het bedrijfsleven. “De term challenge-based learning hoor je tegenwoordig veel in het onderwijs”, stelt Wessels. “Voor mij betekent het leren in de echte wereld. Zwemmen leer je ook niet op het strand, dat leer je in het water. Maar als je het water in gaat, moet een leraar je op het strand voorbereiden en in het water hulp bieden waar dat nodig is.”
Leiderschap grootste uitdaging
Dat is precies wat hij met zijn cursussen wil doen. “Op het gebied van leiderschap hebben de studententeams meteen een van de grootste uitdagingen te pakken”, zegt Wessels. Hij probeert de studenten de basiskennis over leiderschap bij te brengen, “zodat zij vroeg kunnen gaan zwemmen om zo meer meters af te leggen”. Leiderschap in studententeams is volgens hem vaak extra moeilijk. “De studenten kennen elkaar vaak al een tijdje of werken zelfs al samen. En dan wordt één iemand opeens als leider aangewezen”, zegt hij. “Dat gebeurt in het bedrijfsleven vaak niet. Dan wordt er iemand van buiten af aangetrokken als leider.” Leiding geven aan een groep gelijken is een uitdaging, maar toch gaat het bij de studententeams heel vaak goed.
Wessels ondersteunt dit waar mogelijk. “Ik zie de studenten één keer in de twee weken. Dat ritme vind ik heel belangrijk.” Iemand die in een leerproces zit, heeft volgens de trainer vaak niet door wanneer er een probleem is of dreigt te komen. “Het is dan belangrijk elkaar op vaste momenten te zien om op tijd bij te sturen.” Tijdens die contactmomenten geeft Wessels werksessies over uiteenlopende onderwerpen. Zoals bijvoorbeeld het op stellen van een testplan voor een prototype of het maken van een communicatieplan.
Persoonlijke vragen
Daarnaast is er ruimte om vragen te bespreken waar de studenten tegenaan zijn gelopen. “Zo koppelen we theorie en praktijk aan elkaar. Na zo’n werksessie kunnen de studenten aan de slag met het uitvoeren en door ontwikkelen van de plannen.” Jelsma: “Al is het niet de bedoeling om de studenten overal voor te behoeden. Ze moeten leren en daar horen fouten maken bij. Als het echt mis gaat, geven we op tijd een reddingsboei aan.”
De wereld in
Wessels stuurt er ook op aan dat studenten meer naar buiten treden. “Op school wordt vaak geleerd dat je iets eerst tot in de puntjes moet hebben geleerd voordat je naar buiten treedt.” Daar is volgens de trainer niets mis mee, maar het kan studenten ook beperken. “Mijn tip is altijd om gewoon met mensen te praten. Ook als het idee of de oplossing nog niet helemaal helder is. Mensen en bedrijven willen vaak meedenken. Niemand heeft een kant-en-klare oplossing, maar samen kom je verder.”
Jelsma ziet door de trainingen de communicatievaardigheden van de studenten verbeteren. “Het valt mij op dat studenten na de training van Roel eerder bij mij aankloppen voor hulp als iets niet lukt”, zegt ze. “Zij kunnen hun verhaal, hun toekomstvisie, veel duidelijker overbrengen. Dat is voor henzelf fijn, maar bijvoorbeeld ook wanneer ze naar eventuele sponsors gaan.”
Dat zijn de momenten waarop Wessels zich naar eigen zeggen trots voelt. “Ik vind het fantastisch als studenten al met een schets van een product naar buiten durven stappen. Jelsma vult aan: “Soms komen studenten met wilde ideeën waarvan ik in eerste instantie denk dat het niet gaat lukken. Maar dan krijgen zij het toch voor elkaar. Dat vind ik zo mooi om te zien.”
Onderwijs moet veranderen
Daarom is de universiteit aan het kijken hoe studententeams meer geïntegreerd kunnen worden in het reguliere onderwijs. Bijvoorbeeld door een aantal studiepunten toe te kennen na een bijdrage aan een studententeam. Hierdoor kunnen dan bijvoorbeeld een aantal vakken of een stage vervallen. Daarnaast kunnen studenten nu in sommige gevallen al hun bachelor eindproject, om af te studeren, doen binnen een studententeam. Ook is het soms mogelijk om stage te lopen binnen zo’n team. Dit is volgens Wessels een goede eerste stap: “Colleges koppelen aan de vraagstukken van studententeams lijkt me heel nuttig. Zo kunnen de studenten de theorie meteen in de praktijk brengen.”
Al maakt hij wel een kanttekening. “Docenten moeten ook in staat gesteld worden op deze manier les te kunnen geven”, stelt hij. Daarvoor moeten docenten de connectie met studenten blijven maken. “Als er door de veranderingen bijvoorbeeld geen toetsen meer worden afgenomen, moeten docenten in staat zijn de studenten op een andere manier te bevragen om te zien of zij de stof begrijpen. Daar zijn misschien wel andere vaardigheden voor nodig.”
Jelsma: “De praktijk moet uitwijzen hoe we challenge-based learning zich verder ontwikkelt.” De urgentie is er in ieder geval. “Het aantal studenten blijft maar groeien. Op den duur is het niet meer te doen om studenten in een collegezaal te zetten met een hoogleraar ervoor. We moeten op zoek naar andere mogelijkheden.”