Dat gewelddadige computerspelletjes kunnen leiden tot agressief gedrag is al vaker beweerd. Nu proberen sociale psychologen de agressie van first person shooter gamers en de overdracht van agressie naar mensen in de omgeving ook echt te meten. En wel met een ‘koudwatertest’.
Agressie is eenvoudig over te brengen. Dit is goed gedocumenteerd in de psychologie, zegt Martin Arnaud Delhove, projectmedewerker bij Instituut voor Psychologie van de Universiteit van Innsbruck. Het team waarin hij werkt test deze theorie aan de hand van het voorbeeld van First-Person shooter computerspellen. Het project heeft tot doel de overdracht van agressie naar mensen in de omgeving meetbaar te maken.
De term First-Person Shooter staat voor een soort computerspel waarin de speler in een driedimensionale spelwereld vanuit een ego-perspectief handelt en andere spelers of computergestuurde tegenstanders bestrijdt met vuurwapens.
Aggressie verspreidt zich
Wanneer iemand agressief is, neemt ook de kans op agressie van de mensen om hen heen toe. Deze reactie op agressief gedrag slaat niet alleen terug op de veroorzaker, legt Delhove uit. Mensen die worden blootgesteld aan agressie gedragen zich ook agressief ten opzichte van niet-betrokken derden. Met betrekking tot First-Person Shooter computerspelletjes betekent dit dat de agressie die zich ontwikkelt niet alleen wordt weerspiegeld in het gedrag van de spelers, maar ook in het gedrag van de mensen om hen heen – en vervolgens ook in het gedrag van mensen die de agressor helemaal niet ontmoet, legt Delhove uit.
Twee fasen van het onderzoek
De studie is verdeeld in twee fasen en is gebaseerd op de deelname van vrijwilligers uit de regio Innsbruck. In het eerste deel spelen tweehonderd proefpersonen een First-Person Shooter computerspel en doen vervolgens een schriftelijke test op agressief gedrag. Deze gegevens worden gebruikt in het tweede deel van de studie, dat betrekking heeft op de overdracht van agressief gedrag. Ook hier moest er weer een First-Person Shooter Game gespeeld worden, in drie niveaus van geweld. Het bleek dat het agressieniveau van de testpersonen al na een half uur spelen toenam. Om dat te bepalen werd de zogenaamde koudwatertest gebruikt.
Koudwatertest
Bij de koudwatertest wordt de testpersonen gevraagd om aan te geven hoe lang een andere testpersoon zijn hand in een container met koud water moet houden. Dat gebeurt nadat de eerste testpersoon zelf het effect heeft gevoeld door zijn hand tien seconden in dat koude water te houden. Het water is zeven graden en dat is echt onaangenaam koud. Bij sommigen doet het zelfs pijn, legt Delhove uit.
De mate van agressief gedrag wordt bepaald aan de hand van de vraag hoeveel tijd de eerste proefpersonen de hand van de anderen in het koude water laten zitten. Daarbij gaat het erom de zelf ervaren pijn door te geven aan anderen, zegt Delhove. Het verhogen van de dosis is dus pure kwaadaardigheid.
Als de hypothese dat First-Person Shooter spelers een hoger agressieniveau hebben dan de neutrale vergelijkingsgroep wordt bevestigd, dan zouden ze dus de anderen langer in het koud water laten zitten. De tests zijn nog aan de gang en Delhove kan nog geen definitieve resultaten van het onderzoek geven. Maar volgens hem is het nu al duidelijk dat agressief gedrag meetbaar wordt verhoogd met First-Person Shooter computerspellen.
Teamspel heeft een verzachtend effect
Toch ziet Delhove de resultaten niet al te dramatisch. Uit andere studies weten we dat First Person Shooters niet per definitie en ook niet in korte tijd gewelddadig worden. In teamspellen werd bovendien een verzachtend effect op de spelers waargenomen. Bemiddelingsanalyses toonden aan dat coöperatief teamspel een gevoel van saamhorigheid bevordert en vertrouwenswaarden activeert.
Links naar relevante studies:
The Effects of Prosocial Video Games on Prosocial Behaviors.