Onderzoekers van de universiteiten van Zürich (UZH) en Lausanne (UNIL) hebben nu in een onderzoek wetenschappelijk bewezen wat veel mensen al lang vermoedden: We doen onze kinderen geen plezier door ze te beschermen tegen alles, vooral niet tegen alles wat hen ziek kan maken. Het menselijk immuunsysteem wordt gevormd door “training” in de kindertijd.
De zogenaamde ‘hygiënehypothese’ biedt een algemeen erkend perspectief. Volgens deze hypothese zijn verbeterde hygiëne, veranderingen in de landbouw en verstedelijking de oorzaak van het feit dat ons immuunsysteem minder vaak of later in contact komt met bepaalde microben, waardoor we vatbaarder zijn voor ziekten. Dit zou de chronische ontstekingsziekten, allergieën en psychische aandoeningen zoals depressie doen toenemen.
Niet alleen te veel hygiëne, maar ook trauma’s in de kindertijd en allergieën kunnen op volwassen leeftijd chronische ontstekingsziekten en psychische beperkingen veroorzaken. De Zwitserse wetenschappers konden deze aannames bewijzen door de vroege programmering van het immuunsysteem van vijf groepen mensen te onderzoeken.
Een op de vijf mensen heeft een zeer resistent immuunsysteem
De onderzoekers baseerden hun studie op de hygiënehypothese en analyseerden de epidemiologische gegevens van bijna 5000 mensen geboren in het midden van de 20e eeuw. Zij concentreerden zich op het voorkomen van allergieën, virale en bacteriële ziekten en psychosociale stress in de kindertijd. De wetenschappers identificeerden vijf verschillende groepen die ze kenmerkten door biomarkers (witte bloedcellen, inflammatoire markers). In een volgende stap associeerden ze deze biomarkers met chronische ontstekingsziekten en psychologische stoornissen tijdens hun volwassenheid.
De resultaten toonden aan dat 60 procent van de onderzochte personen een gewoon, “neutraal” immuunsysteem had en dat hun ziektelast in de kindertijd relatief laag was. 20 procent van het cohort vertoonde een bijzonder resistent, “veerkrachtig” immuunsysteem. “Zelfs symptomen van veel voorkomende kinderziekten zoals mazelen, bof of rodehond, die niet te voorkomen waren in het midden van de 20e eeuw, verschenen veel minder vaak in deze groep dan in de “neutrale” groep,” schrijven de onderzoekers.
“De bevindingen van de studie geven aan dat het menselijk immuunsysteem fungeert als een schakelbord tussen somatische en psychische processen.”
Aan de andere kant waren er ook drie kleinere groepen: 7% van de individuen, de “atopische” groep, vertoonde meerdere allergische aandoeningen. De “gemengde” groep (ongeveer 9%) had enkelvoudige allergische aandoeningen. Ze leden bijvoorbeeld aan medicijnallergieën, bacteriële en uitslag veroorzakende kinderziekten zoals roodvonk, pertussis of rode hond. De kleinste van de vijf groepen (ongeveer 5%) bestond uit mensen die getraumatiseerd waren in de kindertijd. Deze mensen waren gevoeliger voor allergische aandoeningen, maar waren relatief resistent tegen typische virale kinderaandoeningen.
Hygiënehypothese bevestigd
Een interessant en belangrijk punt van het onderzoek is dat de neutrale en veerkrachtige groepen groter zijn onder mensen met eerdere geboortejaren dan onder mensen met latere geboortejaren. De “atopische” groep, d.w.z. mensen die meer kans hebben op overgevoeligheidsreacties, nam daarentegen toe bij de jongere cohorten. “Onze studie bevestigt dus de hygiënehypothese”, zegt hoofdauteur Vladeta Ajdacic-Gross van de Universiteit van Zürich, “maar gaat tegelijkertijd verder”.
Verschillen tussen de groepen zouden zich ook op latere leeftijd manifesteren. Mensen van de “veerkrachtige” groep werden niet alleen beter beschermd tegen chronische ontstekingsziekten op volwassen leeftijd, maar ook tegen psychische stoornissen. Leden van de “atopische” en “gemengde” groep hadden als volwassenen een verhoogd risico op ziekten, zowel lichamelijk als geestelijk. In de “getraumatiseerde” groep waren mensen op volwassen leeftijd gevoeliger voor psychische aandoeningen en hadden de vrouwen ook een hoger risico op chronische ontstekingsziekten.
“De bevindingen van de studie geven aan dat het menselijk immuunsysteem fungeert als een schakelbord tussen somatische en psychische processen,” legt Ajdacic-Gross uit. “Ze helpen ons te begrijpen waarom veel mensen die geen geschiedenis van psychosociale trauma’s hebben, last krijgen van psychische stoornissen en, omgekeerd, waarom getraumatiseerde mensen een neiging tot chronische ontstekingsziekten vertonen.”
De resultaten van de studie “A step beyond the hygiene hypothesis – Immune-mediated classes determined in a population-based study” werden gepubliceerd in het online tijdschrift BMC Medicine.