UPDATE 14 NOVEMBER 2018: Zo’n vijftig investeerders kozen uit tweeënveertig startups of scale-ups de beste twaalf die mogen presenteren in Düsseldorf tijdens de Europese finale van TechTour. Daaronder Grassa uit Venlo en Vertoro uit Geleen. Lees hier meer.
Gras is voor koeien, niet voor mensen. Tenminste, zo denken we er nu over. Maar daar komt verandering in als het aan Ad van Crommentuijn van de Venlose startup Grassa! ligt. Want wat niet veel mensen weten is dat gras vol zit met eiwitten, volgens Crommentuijn is het hiermee prima geschikt als vlees -of groentevervanger. “Door het eiwit van het gras te scheiden heb je een voedzaam en duurzaam alternatief. Dit wordt het voedsel van de toekomst.”
Dat scheiden doen ze bij Grassa! door bioraffinage; met hun eigen ontwikkelde machine kneuzen en persen ze het gras, uit deze pulp komt sap en vezels. In de volgende stap onttrekken ze hier de eiwitten uit. Crommentuijn legt enthousiast uit wat de voordelen zijn: “Het onbewerkte sap bevat eiwitten, suikers en mineralen. Dit kunnen we tot mineraal niveau scheiden. Je kunt het in allerlei toepassingen laten terugkomen. Onbewerkt en ingedikt is het sap prima geschikt als voeding voor varkens. Maar we kunnen er ook een eiwitconcentraat van maken. Of de fosfaat uit het sap onttrekken, dat kun je prima gebruiken als toevoeging op huisdiervoeding bijvoorbeeld. En het mineralenconcentraat uit het sap is een plantaardig alternatief voor kunstmest.” Crommentuijn raakt niet uitgepraat, zo claimt hij dat Grassa! de enige partij is die FOS (Fructose Oligo Sacchariden) uit gras haalt. Dit zijn vezels die de darmwerking positief beïnvloeden.
Grassa! gooit geen sprietje gras weg, alle stoffen worden gebruikt. Nu gaan veel bruikbare stoffen nog verloren. Crommentuijn: “Nederland staat vol met grasland, vooral om koeien te voeren. Maar veel van het eiwit dat in het gras zit, nemen de koeien niet op. Het komt als stikstof en ammoniak via de mest in de lucht, bodem en het grondwater terecht. Door bioraffinage kunnen we dus op een positieve manier bijdragen aan het mestprobleem.” Dat zit zo: koeien eten de vezels uit de geperste pulp, waar minder eiwit in zit. Hierdoor komt er minder ammoniak en stikstof in de mest terecht. “Het mooie eraan is dat de koeien nog steeds voldoende eiwitten binnenkrijgen om goede melk te leveren en dat het sap – wat de koeien niet krijgen – weer voor andere dingen wordt gebruikt.”
Zoals het voeren van kippen of varkens. Momenteel krijgen deze dieren een dieet met onder andere soja-producten die uit allerlei delen van de wereld worden geïmporteerd. Crommentuijn: “Soja-gewassen dragen niet bepaald bij aan een beter milieu. Bossen verdwijnen ervoor, de grond raakt uitgeput en het transport gebeurt in grote zeecontainers die erg klimaatbelastend zijn. Door over te stappen op bioraffinage gaan er een heleboel minder boten soja deze kant op. Het is zelfs zo dat er in Europa voldoende grasland groeit om in onze eiwitbehoefte te voorzien.”
Ook voor mensen zijn deze eiwitten voedzaam, zo meent Crommentuijn. “Binnen tien jaar eet iedereen burgers gemaakt van gras.” Maar daar houdt het niet op, want veel reststromen van groentetelers verdwijnen nu in de kliko. Dat kan anders: “In reststromen van bijvoorbeeld bonenkwekers, zitten nog voldoende bruikbare voedingsstoffen. Dat is zonde om weg te gooien.” Om andere gewassen dan gras te verwerken past het bedrijf de huidige machine aan. Crommentuijn: “Voor ieder gewas is net een andere methode nodig, maar het is wel mogelijk om de bruikbare stoffen eruit te halen.” Zo maakte Grassa! samen met een aantal partners groentenuggets van groenteresten. “Op deze manier proberen we verspilling zoveel mogelijk tegen te gaan.”